Thema 1/H1: Overzicht psychologie en gezondheid Flashcards

1
Q

Illness/Wellness continuum

A

Representeert meerdere staten van gezondheid of ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 doelstellingen gezondheidspsychologie

A
  1. Handhaving gezondheid
  2. Preventie, behandeling en coping van ziekte
  3. Identificatie van oorzaken
  4. Analyseren en verbeteren van gezondheidszorg en -beleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 wetenschappelijke tijdschriften gezondheidspsychologie

A

APA: ‘health psychology’
Europees: Psychology & Health
NL: Psychologie & Gezondheid en TSG (Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Belangrijkste veranderingen in gezondheid in de 20e eeuw (westerse wereld)

A

Betere voeding en hygiëne en betere preventieve en medische voorzieningen. (Minder infecties, stijging levensverwachting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kijk op ziekte/gezondheid: Griekse filosofen

A

Lichaam & Geest 2 losse componenten. 4 humors (fluids), als deze in balans zijn dan is een persoon gezond.
Galen: ziekte te lokaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kijk op ziekte/gezondheid: Middeleeuwen

A

De kerk: ziekte was een straf van God

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kijk op ziekte/gezondheid: Renaissance (14e/15e eeuw)

A

Minder gericht op God, meer op de mens. Bewustwording individuele percepties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kijk op ziekte/gezondheid: 3 bevindingen Descartes (17e eeuw)

A
  1. Lichaam als machine (actie/sensatie)
  2. Lichaam en geest communiceren door de pineal gland (epifyse)
  3. Dieren hebben geen ziel, en de ziel van mensen verlaat het lichaam na sterfte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kijk op ziekte/gezondheid: 18e/19e eeuw

A

Kennis in wetenschap en medicijnen groeide snel. Mid 19e eeuw: meer vertrouwen in ziekenhuizen en doktoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Biomedisch model

A

De oorzaak van ziekte is puur fysiologisch en staat los van sociale en psychologische processen (eind 19e en 20e eeuw, en nog steeds dominante visie op geneeskunde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

William Osler

A

19e eeuw: stelde dat de geest de gezondheid kan beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Psychosomatische geneeskunde

A

Gevormd in 1930’s: lichaam en geest zijn beiden betrokken bij ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 nieuwe velden 1970’s

A

Gezondheidspsychologie en gedragsgeneeskunde (behaviorisme: operante en klassieke conditionering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Biopsychosociaal model

A

Rol voor biologische, psychologische en sociale factoren in de vatbaarheid, ontstaan en omgaan met ziekte. Grondlegger: Engel (1977)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een systeem

A

Een dynamisch geheel met componenten die voortdurend met elkaar verbonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Biologische factoren

A

Genetisch, fysiologisch (organen, weefsels, cellen)

17
Q

Psychologische factoren

A

Emotie, motivatie, cognitie

18
Q

Sociale factoren

A

Effecten van familie, maatschappij en de gemeenschap