Thema 5 auditieve waarneming Flashcards
pure tonen
geluiden bestaande uit sinusgolven, worden in het dagelijks leven maar zelden gehoord.
pitch (toonhoogte)
waargenomen eigenschap van geluiden, gerelateerd aan de frequentie, waardoor ze gerangschikt kunnen worden van laag tot hoog, mensen tussen 20-20000Hz
volume
waargenomen intensiteit van geluid, de amplitude van de sinusgolf.
pitch en volume zijn psychologische kenmerken, frequentie en intensiteit zijn fysieke eigenschappen. worden niet geheel onafhankelijk verwerkt.
de fundamentele frequentie (f0)
Veel geluiden kunnen worden beschreven als combinaties van sinusgolven van verschillende frequenties, intensiteiten en fasen. zo kennen muzieknoten meestal een serie sinusgolven op regelmatige afstanden.
De laagste frequentiecomponent van een samengesteld geluid dat de waargenomen pitch oftewel toonhoogte bepaald.
Missing fundamental fenomeen
als de fundamentele frequentie van een samengesteld geluid ontbreekt, wordt de pitch niet anders waargenomen, pitchconstantheid omdat de hersenen die herstellen.
timbre
De relatieve intensiteit van verschillende geluidsgolven is belangrijk voor het onderscheiden van dezelfde noten, gespeeld door verschillende instrumenten. De waargenomen kwaliteit van geluid, Timbre is een psychologisch kenmerk.
Het waarnemen van timbre wordt vooral beinvloed door lesies in de rechter temporaalkwab.
slakkenhuis (cochlea)
deel van het binnenoor dat door vloeistof voortgeplant geluid omzet in neurale impulsen
basilair membraan
membraan in de cochlea met kleine haarcellen verbonden aan neurale receptoren. Geluid leidt tot beweging leidt tot stroom van ionen door rekgevoelige ionenkanalen wat neurale activiteit in gang zet. heeft aan weerszijden verschillende eigenschappen, dicht bij ovale venster smaller en stugger, en vertoont maximale afwijking bij geluiden met een hoge frequentie. het uiteinde dichterbij het middelpunt van de spiraalvorm breder en soepeler en maximale afwijking bij laagfrequente geluiden.
primaire auditieve cortex A1
belangrijkste corticale gebied voor de ontvangst van auditieve input vanuit de thalamus. Dit kerngebied ligt in de gyrus van Heschl in de temporaalkwabben en is omgeven door secundaire auditieve gebieden belt en parabelt, die ook info krijgen uit de mediale geniculate nucleus. dus bij schade aan de primaire auditieve cortex ben je niet meteen doof. Schade leidt echter wel bij problemen bij identificatie en lokalisatie van geluiden.
Neuronen in de auditieve cortex reageren niet alleen op frequentie informatie, maar ook op specifieke geluidsvniveaus/plaatsen, meestal controlateraal.
beltgebied
deel van de secundaire auditieve cortex dat veel signalen krijgt van de primaire auditieve cortex.
neuronen reageren ook op meer complexe tonen, gekenmerkt door plotselinge frequentieverschuivingen..
parabeltgebied
deel van de secundaire auditieve cortex dat veel signalen krijgt vanuit het aangrenzende beltgebied
tonotypische indeling gehoorsysteem
principe dat geluiden waarvan de frequenties dicht bij elkaar liggen worden gepresenteerd door neuronen die dicht bij elkaar liggen in het brein.
neuronen in de gehoorzenuw reageren op specifieke frequenties. bovendien is de zenuwbundel zo gerangschikt dat neuronen die reageren op hogere frequenties aan de buitenkant liggen en de neuronen die reageren op lagere frequenties meer aan de binnenkant. ook tot op zekere hoogtre in cortex zo.
gespreid scannen/sparse scanning
kort onderbroken scannen met fMRI waardoor geluiden in relatieve stilte worden weergegeven.
head-related transfer (HRTF)
intern model van de vervorming van geluiden door de unieke vorm van iemands oren en hoofd.
planum temporale
deel van de auditieve cortex (achter de primaire auditieve cortex) dat auditieve informatie integreert met niet auditieve informatie, bijvoorbeeld om geluiden ruimtelijk te onderscheiden.
Auditieve stroomsegregatie
Verdeling van een samengesteld auditief signaal naar verschillende bronnen of auditieve objecten.
stroomsegregatie blijft waarschijnlijk niet beperkt tot de auditieve cortex, ook parietale gebieden zijn belangrijk.
Hoewel de parietale cortex als eindpunt van de waarroute gezien kan worden, is zijn rol bij stroomsegregatie niet alleen ruimtelijk van karakter maar ook van meer algemene aard zoals bij het oplossen van het cocktailparty probleem waarbij een enkelvoudige stroom moet worden onderscheiden van meervoudige stromen.
Mismatch negativity (MMN)
ERP- component die optreedt als een auditieve stimulus afwijkt van voorafgaande auditieve stimulus.
MMN kan ook worden opgeroepen door ruimtelijke afwijkingen wat suggereert dat stroomsegregatie zowel frequentie als het ruimtelijk domein betreft.
cocktailpartyprobleem
probleem van het waarnemen van afzonderlijke geluiden in aanwezigheid van andere geluiden (met andere akoestische en ruimtelijke eigenschappen)