deel 1 het brein 2 Flashcards
grijze stof
stof die vooral bestaat uit neuronale cellichamen
witte stof
weefsel van het zenuwstelsel dat voornamelijk bestaat uit axonen en ondersteunende cellen/gemyeliniseerde axonen.
associatiekanalen; tussen corticale gebieden in dezelfde hersenhelften
commisuren zoals het corpus callossum
projectiekanalen; tussen corticale en subcorticale structuren.
glia
ondersteunende cellen van het zenuwstelsel die onder andere betrokken zijn bij het herstel van weefsel en de vorming van myeline
corpus callosum
een grote baan van witte stof die de 2 hersenhelften verbindt/hersenbalk
ventrikel
holle kamer in het brein die cerebrospinale vloeistof/hersenvocht bevat
cerebrospinale vloeistof CSF
heeft een aantal nuttige functies zoals het overbrengen van afvalstoffen, de overdracht van signalen en het bieden van bescherming aan het brein.
anterieur
voorste rostraal
posterieur
achterste caudaal
superieur
bovenste dorsaal
inferieur
onderste ventraal
dorsaal
richting de bovenkant
ventraal
in of richting de onderkant
lateraal
aan of richting de buitenzijde
mediaal
in of richting het midden, wordt ook voor de hersenen in het algemeen gebruikt
een coronale sectie
een doorsnede van de hersenen in het verticale vlak door beide hersenhelften
een sagittale sectie
een doorsnede van de hersenen in het verticale vlak door 1 van de hemisferen
een axiale sectie
een doorsnede van de hersenen in het horizontale vlak
de cerebrale cortex
twee gevouwen lagen van grijze stof, verdeeld over 2 hemisferen, door evolutie steeds verder geplooid verhouding inhoud en oppervlakte is steeds groter geworden
gyrus
hersenwinding in de cortex
sulcus
groef in de cortex/hersenen
gebieden van Brodmann
indeling naar celstructuur, gebieden in de cortex onderverdeeld naar de relatieve verdeling van celtypen over corticale lagen
de subcortex
onder het corticale oppervlak en de tussenliggende witte stof ligt een verzameling kernen van grijze stof, de subcortex. Bestaande uit een aantal systemen; de basale ganglia, het limbisch systeem en diencefalon
de basale ganglia
subcorticale gebieden van grijze stof, omgeven de thalamus betrokken bij bewegingscontrole (B van bewegen) motoriek en het aanleren van vaardigheden. Beloningen en gewoonten, opgebouwd uit onder andere caudate nucleus, putamen en globus pallidus
limbisch systeem
subcorticaal gebied belangrijk voor de plaatsbepaling in de omgeving, in heden en verleden. het systeem is betrokken bij het waarnemen en uitdrukken van emotie; amygdala (bedreiging), cingulate gyrus (conflicten) hippocampus (leren en geheugen), mammillaire lichamen (geheugen)
het diencefalon
subcorticaal gebied bestaande uit de thalamus en de hypothalamus
thalamus
een groot subcorticaal ‘verdeelstation’ , onder andere betrokken bij de verwerking van de meeste zintuiglijke informatie, het rangeerstation van de prikkelverwerking
hypothalamus
bestaat uit een veelheid van kernen die vooral gespecialiseerd zijn in lichaamsregulerende functies
de middenhersenen
de superior en inferior colliculi, kernen van grijze stof en de substantia nigra, die verbonden is met de basale ganglia
superior colliculi
kern in de middenhersenen die deel uitmaakt van een subcorticaal zintuiglijk traject dat betrokken is bij snelle oogbewegingen.
inferior colliculi
kern in de middenhersenen die deel uitmaakt van een subcorticaal auditief traject
cerebellum
de kleine hersenen, structuur aan de achterste hersenen, belangrijk voor behendigheid en soepele bewegingen.
de pons
deel van de achterste hersenen. een belangrijke verbinding tussen cerebellum en cerebrum en ontvangt info van visuele gebieden om zicht en beweging op elkaar af te stemmen. (als een spons)
medulla oblongata
steekt uit de pons en loopt over in het ruggenmerg. reguleert vitale functies als ademhaling, slikken, hartslag en waak-slaapcyclus