Thema 4: kennisclips, H5, H6 Flashcards
Katabolisme
Stoffen afgebroken om energie of bouwstenen vrij te maken.
ATP
opgebouwd uit adenine, ribose en drie fosfaatgroepen. ATP kan makkelijk fosfaatgroep afstaan. Hierbij komt energie vrij en verandert ATP in ADP (adenosinedifosfaat), ‘lege plek’ fosfaatgroep ingenomen door OH-groep.
Omzetting glucose in energie
C6H12O6 + 6O2 > 6CO2 + 6H2O + energie.
1 glucose molecuul voor vorming 38 ATP moleculen. Proces van glucose naar ATP: glycolyse, citroenzuur cyclus en elektronentransportketen.
Glycolyse
Eén glucose molecuul wordt omgezet in twee pyruvaatmoleculen. Er is 2 ATP nodig waarna uiteindelijk 4 ATP vrijkomt. Daarnaast komen 2 NADH moleculen vrij.
Glycolyse kan zonder zuurstof plaatsvinden en is daarmee anaeroob proces.
Citroenzuurcyclus
Krebs cyclus, afvalstoffen die tijdens de citroenzuurcyclus vrijkomen worden opgenomen in het respiratoir systeem.
Eén glucose molecuul resulteer in 2 pyruvaat-moleculen, pyrodruivenzuur.
1 pyrodruivenzuur levert 3 NADH-moleculen en 1 FADH2-molecuul. 1 glucose molecuul resulteert in 6 NADH-moleculen en 2 FADH2-moleculen.
Tijdens citroenzuurcyclus komen ook 2 ATP moleculen vrij.
Elektronentransportketen
Er worden 6 NADH-moleculen en 2 FADH2-moleculen gebruikt voor de vorming van 34 ATP-moleculen. Deze 3 processen resulteren samen in 38 ATP-moleculen uit 1 glucosemolecuul.
3 soorten spieren
Hartspieren, gladde spieren en skeletspieren
Pezen
vezels en eiwitten (vooral collageen). Spierpeessystemen hebben een reikwijdte over een of meer gewrichten, waardoor ze bewegingen in deze gewrichten kunnen beïnvloeden.
Spieren
Opgebouwd uit fascikels die bij elkaar worden gehouden met behulp van het epimysium. Fascikels opgebouwd uit strengen van spiervezels die bij elkaar gehouden worden door het endomysium. Spiervezels zijn de spiercellen, ze hebben meer celkernen dan een normale cel. Opgebouwd uit verschillende eiwitstrengen, om deze te maken veel celkernen nodig. Eiwitstrengen zijn myofibrilen. In de lengte opgedeeld in sacromeren. ‘Stukjes myofibril’ worden myofilamenten genoemd. Twee soorten myofilamenten: actine en myosine.
Aan myosinefilamenten crossbridges verbonden die kunnen binden met actine filamenten. Bij spiercontractie schuiven de verschillende myofilamenten in elkaar.
Eerste wet van thermodynamica
wet van behoud van energie, er kan geen energie gecreëerd of vernietigd worden, maar energie transformeert van ene vorm naar andere. In het lichaam: chemische energie > mechanische energie.
Drie vormen van arbeid
Mechanische arbeid: spieren
Chemische arbeid: synthese van moleculen zoals glycogeen, triacylglycerol en eiwitten.
Transport eiwit: creëren van concentratiegradiënten (actief transport)
Enzymen
eiwit-katalysoren, versnellen chemische reacties zonder dat zij zelf verbruikt worden of veranderen in de reactie. Specifieke reacties (lock and key)
Co-enzymen
geen eiwitten, faciliteren de binding va het enzym. Werken op meerdere reacties. Voorbeelden: Ijzer, Zink, B-vitamines (NAD/FADH)
Hydrolyse reacties
afbreken complexe moleculen in kleinere subunits, door toevoegen van H- en OH.
Condensatie reacties
vormen complexe moleculen uit kleinere subunits, waarbij water vrijkomt.
Oxidatie en reductie reacties
Oxidatie reacties dragen zuurstof, waterstof, of elektronen over: verlies aan elektronen.
Reductie reacties: een proces waarbij atomen elektronen ‘winnen’.
Redoxreacties
Adenosinetrifosfaat (ATP)
Energieoverdracht in het lichaam vindt plaats door ATP. De bond tussen de buitenste twee fosfaatatomen is een hoogenergetische verbinding. Afsplitsing van het laatste atoom maakt de energie vrij.
ATP + H2O > ADP + Pi - ∆G 7,3 kcal/mol
Cellen bevatten kleine hoeveelheid ATP. Ons lichaam slaat uit 80-100 gram ATP op onder normale rustcondities.
- ATP moet continu opnieuw gesynthetiseerd worden.
- Snelle verandering van relatieve concentratie
Alleen onder extreme condities daalt hoeveelheid ATP in skeletspieren.
Fosfocreatine hydrolyse: energievoorraad
Een deel van de energie voor ATP eresynthese komt van het splitsen van fosfaat van Phosphocreatine (PCR). Dit is een anaeroob proces.
- Cellen bevatten ongeveer 4-5x zoveel PCr dan ATP
- Bereikt een maximale energieopbrengst in ongeveer 10 seconden