Thema 1.5 Flashcards
twee vormen persoonlijkheidspathologie
- Conflictpathologie. Symptoomstoornissen en persoonlijkheidspathologie worden begrepen vanuit onbewuste conflicten en motieven, die hun oorsprong hebben in de kindertijd (vooral vanaf 3-4 jaar).
conflictpathologie is traditioneel het domein van inzichtgevende, duidende interventies. - Ontwikkelingspathologie. Symptoomstoornissen en persoonlijkheidspathologie worden begrepen vanuit tekorten in de persoonlijkheidsontwikkeling, in het bijzonder door een gebrek aan emotionele afstemming tussen de primaire omgeving en het kind in de eerste drie, vier levensjaren. Ontwikkelingspathologie is traditioneel het domein van steungevende interventies.
Nadruk van humanisme
- Het individuele karakter van de mens (ieder mens is uniek) dit karakter is positief.
- Het subjectieve ervaren (bewuste beleving, = Fenomenologische benadering)
- Kijkt naar de mens als geheel in contact met zijn omgeving (holisme)
- In samenspel met die omgeving is het individu vrij om zelf richting te geven aan zijn leven (voluntarisme) Het individu is dus een autonoom en intentioneel wezen
- De menselijke neiging tot zelfactualisatie (worden wie je in wezen bent)
Verstehen
Humanisten zoeken niet naar een oorzaak-gevolgverklaring voor het menselijk gedrag, maar richten zich op het begrijpen ervan (verstehen).
Fully functioning person
Iemand wordt psychische gezond genoemd als hij beschouwd kan worden als een volledig functionerend persoon door Openheid, sensitiviteit, spontaniteit en een leven in het hier-en-nu. Vertrouwen in zichzelf, in eigen mogelijkheden en van anderen, is creatief en gedifferentieerd in gevoelswereld en is in staat om van het leven te genieten
Innerlijke persoonlijke referentiekader
Gedrag is een functie van het innerlijke persoonlijke referentiekader van de persoon; de totale rijkdom aan ervaringen (gevoelens, percepties, betekenissen, herinneringen) van de persoon
Existentialisme
Filosofische stroming die stelt dat het leven op zich niet zinvol is en geen algemeen doel heeft. Het leven krijgt pas zin als de persoon iets kiest, iets wil bereiken. Existentialisme is sterk van invloed op humanistisch denken.
Zelfactualisatie volgens Rogers
Een tendens van het organisme om al zijn mogelijkheden zo te ontwikkelen dat deze de persoon in stand houden en versterken. Groeien houdt in dat een bestaand evenwicht doorbroken wordt en dat functies zich wijzigen. Bestaande orde wordt verstoord en gevolgd door een periode van wandorde en daarna nieuwe orde.
Zelfreflectie
Humanistische psychologen stellen dat mensen in staat zijn over hun eigen functioneren na te denken en er zich een oordeel over te vormen. Zelfreflectie is voor hen een belangrijke informatiebron.
Kritiek op humanisme
- Vanuit behaviorisme: de subjectieve aard van het humanisme maakt het wetenschappelijk onbruikbaar. Behaviorisme richt zich op objectief waarneembare gedragingen.
- Vanuit psychoanalyse: de subjectieve waarnemingen zouden gedreven worden door onbewuste drijfveren.
Vier therapeutische uitgangspunten van Rogers
- De mens moet in staat worden geacht in principe zelf zijn problemen op te lossen. Dit betekent een verandering in therapie: niet het oplossen van het probleem maar de cliënt tools geven zelf het probleem op te lossen.
- Een meer gelijkwaardige opstelling tussen therapeut en cliënt
- Beter integreren van gevoelsaspecten in denken en alledaagse handelen vd cliënt
- Aandacht voor het hier-en-nu, de huidige situatie van de cliënt en zijn toekomst
Nondirectieve therapie
De therapeut moet het gedrag van de cliënt niet beoordelen of interpreteren en hij moet geen advies geven. Kortom de therapeut moet niet directief zijn.
client centered therapie (CCT)
Een aantal therapeutische principes waar de therapeut volgens Rogers aan moet voldoen: Congruent zijn (zichzelf zij, open en eerlijk), cliënt onvoorwaardelijk accepteren en met positieve waardering tegemoet treden. En op een invoelende, empathische wijze inspelen in het referentiekader van client.
therapeutische ontwikkeling na Rogers
- Wexler. Vatte de therapeut in zijn empathische reflectie op als ‘surrogaatinformatieverwerker’.
- Rice. Ziet voor de therapeut vooral een ‘evocerende’ taak weggelegd. dwz dat de therapeut bij de cliënt belevingsinhouden oproept die vervolgens bewerkt kunnen worden.
- Gendlin. Ontwikkelde experïentïele therapie, waarbij op innerlijke belevingen gefocust wordt. Eerst worden lichamelijke ervaringen bewust gemaakt, vervolgens wordt hier taal aan gegeven.
- De Haas en Swildens. Waren voortrekkers van de procesgerichte benadering; dat aspect van het functioneren van de cliënt dat rigide geworden is, gestagneerd of geblokkeerd is geraakt om vervolgens het procesmatig functioneren van de cliënt, als geïntegreerd geheel, op een hoger plan te brengen.
procesgerichte gesprekstherapie
Swildens benaderde de procesgerichte gesprekstherapie vanuit een existentieel-fenomenologisch perspectief. De therapie gaat achtereenvolgens in op de symptomatologie waarmee de cliënt zich aanmeldt:
* De persoonlijke mythe van de cliënt. Datgene wat de cliënt als verklaring voor zijn gedrag en vooral voor zijn gestagneerd leven aanvoert.
* Zijn alibi tot existeren. Datgene wat de cliënt op dat moment tegenhoudt
* Zijn keuzeverhinderingsmechanismen. Datgene wat de cliënt tegenhoudt om tot oplossingen te komen.
Om dit te integreren met zijn zelfbeeld en existentiële situatie.
emotion focused therapy
Tegenwoordig manifesteert cliënt- of persoonsgerichte psychotherapie zich vooral als een proces-experïentïele psychotherapie, die meestal wordt aangeduid als emotiegerichte therapie. Emoties zijn bepalend voor de constructie van het zelf en de wijze waarop het zelf georganiseerd is. Emoties verschaffen de mens informatie over de vraag of een bepaalde situatie gunstig of juist nadelig is voor het vervullen van een belangrijke behoefte, waarde of doel. De amygdala fungeert daarin onbewust als ‘rookdetector’. EFT is gericht op het veranderen van (inadequate) emoties door een nieuw narratief te ontwikkelen.