Thema 1. Omgevingsinvloeden Flashcards

1
Q

Mindmap Individu

A

De binnenste laag van de mindmap waarbij de invloed van omgeving op gezondheid wordt uitgewerkt. Het individu is opgesplitst in.

  • Genetische aanleg (aanleg voor ziekte of b.v. verslaving)
  • Medische conditie (b.v. je leeftijd)
  • Persoonlijkheid (b.v. zijn we van nature optimistisch? Ook ons zelfbeeld heeft invloed)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mindmap Social settings

A

De tweede laag van de mindmap waarbij de invloed van omgeving op gezondheid wordt uitgewerkt. De keuzes die we maken zijn sterk afhankelijk van onze sociale omgeving. De sociale omgeving is uitgewerkt in:

  • SES
  • Bonds (verbindingen)
  • Roles (sociale rollen)
  • Norms (normen)
  • Identity
  • Communities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mindmap Fysieke, politieke en economische invloeden

A

De derde laag van de mindmap waarbij de invloed van omgeving op gezondheid wordt uitgewerkt.

  • Fysieke invloeden komt samen in onze omgevingswet. Het bevat onze infrastructuur, waterwegen, bodem, lucht, landschappen, natuur, gebouwen enz.
  • Economische invloeden
  • Politieke invloed: wetgeving gericht op gezond leven en veiligheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mindmap Omgeving

A

Vierde laag van de mindmap waarbij de invloed van omgeving op gezondheid wordt uitgewerkt.

  • Gedrag: Onze omgeving beïnvloedt ons gedrag direct en indirect.
  • Gezondheid: Onze omgeving beïnvloedt onze gezondheid direct en indirect.
  • Perceptie: De manier waarop wij de wereld om ons heen zien, interpreteren en betekenis geven aan de realiteit en hierop een adaptieve reactie kiezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Positieve devianten

A

Mensen wiens gedrag anders is dan de meeste anderen in die omgeving. Ze vertonen gedrag waardoor ze betere oplossingen voor een probleem kunnen vinden dan hun leeftijdsgenoten, ondanks dat ze voor dezelfde uitdagingen staan en geen extra middelen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Regenboogmodel van gezondheid

A

Model van Dahlgren en Whitehead dat kijkt naar verschillende lagen rondom het individu. Deze lagen zijn niet gescheiden maar met elkaar verwezen en geïntegreerd. Als je één laag wilt beïnvloeden, moet je ook een andere wijzigen.
De lagen bestaat uit:
- Age, sex and constitutional factors.
- Individuel lifestyle factors
- Social and community networks
- Living and working conditions
- General socio-economic, cultural and environmental conditions.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Health field concept

A

Het gezondheidsveld van Lalonde. Het omvat vier belangrijke factoren die de gezondheid mogelijk kunnen beïnvloeden. Deze gebieden hebben een wisselwerking en beïnvloeden de gezondheid door meerdere complexe paden.
De factoren zijn:
- Omgeving. Alle zaken die verband houden met omgeving buiten het menselijk lichaam en waar het individu weinig of geen controle over heeft. Het bevat de fysieke en sociale omgeving.
- Biologische factoren. Alle aspecten van gezondheid, fysiek en mentaal, ontwikkeld in het menselijk lichaam als gevolg van organische samenstelling.
- Leefstijl. De samenvoeging van persoonlijke beslissingen waarover het individu controle heeft.
- Voorzieningen gezondheidszorg. De kwantiteit, kwaliteit, inrichting, aard en verhoudingen van mensen en middelen in de zorgverlening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ANGELO model

A

Analysis Grid for Environments Linked to Obesity.

Model dat een raamwerk biedt voor het begrijpen van de obesogene omgeving. Het kijkt hierbij naar de fysieke, economische, politieke en sociaal-culturele omgeving op micro- en macroniveau en verdeeld in fysieke activiteit (PA) en voeding (N).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Paradigmaverschuiving

A

Een revolutie in de medische wetenschap van gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vroegere definitie van gezondheid

A

Afwezigheid van ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definitie van gezondheid door Lalonde

A

Gezondheid is het gevolg van een complexe reeks van verschillende soorten determinanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Determinanten

A

Alle factoren die de volksgezondheid beïnvloeden, gezondheidsdeterminanten omvatten die waar het individu invloed en geen of beperkt invloed op heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Definitie van gezondheid door WHO

A

Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie van gezondheid volgens de positieve psychologie

A

Het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Definitie van gezondheidspsychologie volgens de OU

A

De wetenschap die zich richt op de relaties tussen fysiek, biologisch en sociale factoren enerzijds en gezondheid en ziekte anderzijds.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ottawa-handvest

A

Vijf verschillende actiegebieden n.a.v. de verschuiving op de kijk op gezondheid.

  1. Het opbouwen van een gezond openbaar beleid.
  2. Het versterken van gemeenschapsacties.
  3. Het ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden.
  4. Het heroriënteren van de gezondheidszorg in de richting van preventie van ziekte en bevordering van gezondheid.
  5. Het creëren van ondersteunende omgevingen.
17
Q

NCCD

A

Chronische niet-overdraagbare ziekten. NCCD’s zijn langzaam ontwikkelende ziekten ie niet kunnen worden genezen, maar gedeeltelijk kunnen worden voorkomen door een gezonde levensstijl te leiden.

18
Q

Omgeving stress theorie (environmental stress theory)

A

Deze theorie legt uit hoe een omgevingsstimulus die stressvol is voor een persoon in een bepaalde situatie, niet stressvol kan zijn voor een andere persoon in dezelfde situatie.

19
Q

Stress-herstel theorie (stress-recovery theory) en aandachts-herstel theorie (attention resoration theory)

A

Twee theorieën die benadrukken hoe de omgeving het welzijn kan verbeteren of belemmeren.

20
Q

Moderator

A

Een statistische variabele die de relatie tussen twee andere variabelen verandert.

21
Q

Nudging

A

Een gedragspsychologische motivatietechniek waarbij mensen subtiel worden gestimuleerd om zich op een gewenste wijze te gedragen.

22
Q

Prospectief metingen

A

Voor en na metingen om het verschil te meten.

23
Q

Definitie van gezonde leefomgeving volgens het RIVM

A

Een gezonde leefomgeving is een leefomgeving die als prettig wordt ervaren, die uitnodigt tot gezond gedrag en waar de druk op de gezondheid zo laag mogelijk is.

24
Q

Conceptueel kader voor leefomgevingskwaliteit (RIVM)

A

Kader, opgesteld door het RIVM, wat kijkt naar de leefomgevingskwaliteit waarbij zowel de objectieve als de subjectieve kenmerken worden meegenomen en gekeken wordt naar de dagelijkse leefomgeving en de gezondheid.