Terminologie Dramatiek Flashcards
Ernstig toneelstuk met een droevig/rampzalig slot
Tragedie/treurspel/drama
Blijspel
Komedie
Stuk dat aanvankelijk als iets tragisch begint, maar naar het einde toe komisch wordt, meestal met tragische figuren
Tragikomedie
Kort stuk, komisch geval uit het dagelijks leven wordt op boertige wijze behandeld
Klucht
Toneelspel waarin de dialoog door instrumentale muziek wordt gegeleid
Melodrama
Een hoofdzaak gezonden en orkestraal begeleid toneelspel
Opera
Kleine opera, lichtere muziek, afwisseling zangstukken-dialoog en minder revue-elementen dan musical
Operette
Toneelstuk of film waarin een deel van de tekst wordt gezongen
Musical
Publiek optreden van een kunstenaar, gepaard gaande met veel showelementen
Performance/happening
Kleinkunst met zang, muziek, sketches waarbij bepaalde maatschappelijke toestanden satirisch/humoristisch worden bekritiseerd
Cabaret
Toneelgroep
Gezelschap
Alle toneelstukken die in 1 seizoen worden gespeeld
Repertoire
Toneelgroep bestaande uit niet-professionele acteurs
Amateurtoneel
Wedstrijd voor amateurtoneel
Landjuweel
Toneelstuk bestaande uit 1 bedrijf
Eenakter
Alleenspraak in een toneelstuk door 1 persoon
Monoloog
Namiddagvoorstelling
Matineevoorstelling
Eerste officiële voorstelling voor een publiek
Première
Allerlaatste officiële voorstelling voor een publiek
Dernière
Allerlaatste repetitie
Generale repetitie
Feestelijke voorstelling voor prominenten, sponsors, … met opsmuk
Gala-voorstelling
Een heel slecht gespeeld stuk
Een draak van een stuk
Herneming van een stuk
Reprise
Persoon verantwoordelijk voor alles wat zich op en achter de scène bevindt
Toneelmeester/inspiciënt
Persoon verantwoordelijk voor het schminken van de acteurs
Grimeur
Artistieke leider van het toneelstuk
Regisseur
Journalist die een kritische beoordeling schrijft van een bekeken toneelstuk
Recensent
Stuk ter ere van een bepaalde gelegenheid
Gelegenheidsstuk
Toneelstuk waarin vooral de ontwikkeling van de karakters van de personages te zien zijn
Karakterstuk
Toneelstuk waarbij acteurs kunnen schitteren/zich van hun beste kunt kunnen laten zien
Bravourstuk
Luchtig muzikaal stuk met vrolijke melodieën en komische liedjes, vaak satirisch
Vaudeville
Vertoning die weinig om het lijf heeft
Farce
Herwerking van een stuk, maar het geheel wordt zodanig bewerkt dat het grappig wordt
Parodie
Geven commentaar op wat zich op scène afspeelt & geven raad aan publiek/personages
Rei/koor
Letterlijk levend schilderij
Tableau vivant
Applaus bij open doek
Open doekje
Pauze/tussenstuk tussen 2 bedrijven
Entr’acte
Gedeelte can het toneel voor het gordijn
Voorplan/avant-scène/proscenium
Voorwerpen die tijdens de voorstelling op scène worden gebruikt
Accessoires/rekwisieten
Beweegbaar zijstuk van het toneeldecor
Coulisse
De voorste zitplaatsen gelijkvloers in de zaal
Stalles
Zitplaatsen gelijkvloers achter de stalles
Parterre
Afgesloten gedeelte met zitplaatsen aan de zij- of achterwand van de toneelzaal
Loge
Verdieping langs de zij- en achterkant van de toneelzaal
Balkon
Hoogste balkon in een toneelzaal
Engelenbak
Bewaarplaats voor kostuums
Garde-robe
Café van de schouwburg
Foyer
Ondernemer van theatervoorstellingen, tournees, concerten
Impresario
Medewerker die de plaats aanduidt waar het publiek moet gaan zitten
Ouvreuse
Ingehuurde toejuicher om het succes van een toneelvoorstelling te verzekeren
Claqueur
Fluistert de tekst mee achter de scène als geheugensteuntje voor de acteurs
Souffleur
Eenzelfde rol voor 2 acteurs voorzien
Doubleren
Toneelstuk in de late ME
Rederijkerskamer
Aanpassen aan bepaalde omstandigheden
Adapteren
In elkaar passen met licht, gelukw opeenvolging van bedrijven, scènes
Monteren
“Vertalen” van theatertekst naar opvoering op scène
Ensceneren