taalhumor & hun ontstaan Flashcards

1
Q

In Zeeland, naar is aangetoond, heeft jarenlang een lynx gewoond. Want achter het stadhuis te Veere staat nog een bord met ‘lynx parkeren’

A

je vervormt bestaande woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het heeft jaren en jaren gekost, maar nu ben ik opgelost. - grafschrift

A

Je interpreteert de figuurlijke betekenis van een uitdrukking letterlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zie de maan schijnt door de bomen, O, als eieren zo groot.

A

Je maakt een gekke combinatie van bestaande versregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rot Yong
a terrible infant, called Peeter
Sprinkled his bed with a geeter
His father got woost
took hold of a cnoost
and gave him a pack on his meter.

A

Je maakt opzettelijk foute vertalingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Die hele Sniekllaas, daar hou ik helemaal niet van. Een vervelend personage. Met zijn schimmel

A

je speelt met de meervoudige betekenis van woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

en de prone schins was vroeger nog matroos geweest, want hij zad hen jaar op een slip gescheten. Hij werd natuurlijk zapelstot van Weeuwsnitje? Hij streek haar kak in de ogen en muste haar recht op de kond

A

Je verwisselt beginletters van woorden van plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke Italiaanse kaas is ook een klein paardje? - Mascarpony

A

Je speelt met de etymologie of oorsprong van de woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wij namen afscheid en zij nog een borrel

A

Je maakt foute samentrekkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

We bezochten op reis het Witte Huis, best een leuk stulpje.

A

Je gebruikt een understatement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly