Tentamenvragen

Question 1

Sommige mensen geloven dat als iemand fysiek aantrekkelijk is, dat die persoon dan ook sociaal en spraakzaam is, verstandig, misschien een tikje egocentrisch, maar in het algemeen leuk is om mee om te gaan. Dit is een voorbeeld van een….

Answer 1

Impliciete persoonlijkheidstheorie

Question 2

Sommige attitudes bevatten zowel positieve als negatieve evaluaties. Zulke attitudes staan bekend als:

Answer 2

Ambivalente attitudes

Question 3

Patterson, Iizuka, en collega’s (2007) onderzochten de reacties van Japanners en Amerikanen op toevallige ontmoetingen met vreemden. De resultaten lieten zien dat, ten opzichte van Amerikanen,

Answer 3

Japanners meer geneigd waren om een glimlach met een glimlach te beantwoorden

Question 4

Joel hoort in de media veel over de risico’s van het roken van sigaretten. In zijn directe sociale omgeving ziet hij veel mensen die stoppen met roken. Uiteindelijk raakt Joel overtuigd van de gevaren van het roken van sigaretten en hij besluit te stoppen. Hier is sprake van:

Answer 4

Acceptance

Question 5

In 1963 probeerde Milgram zijn experiment over gehoorzaamheid aan autoriteit te repliceren op een andere universiteit met minder prestige. Wat lieten de resultaten zien?

Answer 5

De gehoorzaamheid van proefpersonen was lager aan de universiteit met minder prestige

Question 6

De perceptie dat iemand slechter af is dan anderen wordt naar gerefereerd als:

Answer 6

Relative deprivation

Question 7

Claire heeft door een conflict met haar baas een rotdag gehad op het werk. Als ze thuiskomt springt haar hond enthousiast tegen haar op en begint hard te blaffen. Boos en gefrustreerd geeft ze haar hond een harde trap. Welk theoretisch idee over agressie kan dit het best verklaren?

Answer 7

Triggered displaced agression

Question 8

Hoe heet de neiging van mensen om zich zorgen te maken over hoe anderen hen evalueren?

Answer 8

Evaluation apprehension

Question 9

Wat is de ‘linguistic intergroup bias’?

Answer 9

Mensen gebruiken vooral abstracte taal om positief gedrag van een ingrouplid en negatief gedrag van een outgrouplid te beschrijven; daarnaast gebruiken mensen vooral concrete taal om negatief gedrag van een ingrouplid en positief gedrag van een outgrouplid te beschrijven.

Question 10

Rosenblatt en collega’s (1989) lieten zien dat, ten opzichte van proefpersonen in een controleconditie, proefpersonen die herinnerd werden aan hun eigen sterfelijkheid:

Answer 10

Hardere straffen voor ingroep devianten nastreefden

Question 11

Hoe nemen mensen zichzelf en medegroepsleden waar in een situatie waarin hun cohesieve groepslidmaatschap saillant is?

Answer 11

Mensen zijn vooral geneigd over zichzelf en anderen te denken in termen van groepsstereotypen