H12 Sociale categorisatie en sociale identiteit Flashcards
Accentuatie effect
De neiging om overeenkomsten binnen stereotypering (categorieen) en verschillen tussen stereotypen (categorieen) te overdrijven
Outgroup homogeniteit
De neiging om alle leden van een andere groep als ‘allemaal hetzelfde’ waar te nemen.
Verschil Sociale Identiteits Theorie en Zelf-Categorisatie Theorie
Social Identity Theory: aanname dat men been bepaalde identiteit krijgen door bij een groep te horen en dat dit voor zelfvertrouwen zorgt.
Self-Categorisation Theory: De manier waarop men zichzelf identificeerd met groepen en wat zij van andere groepsleden vinden
Black Sheep Effect
De minder prototypische leden bedreigen de identiteit van de groep en zullen sneller bekritiseerd worden
4 manieren voor perifere lede om hun positie in de groep te versterken
- Naleven groepsnormen verhogen
- Zich afscheiden van niet-prototypische leden
- Prototypische leden loven
- Zich afscheiden van mensen buiten de groep
Schisma
Onduidelijkheid van de norm in de groep die leidt tot afsplitsing van groepsleden in nieuwe groepen
5 motieven voor een sociale identiteit
- Self-Esteem motive (zelfvertrouwen)
- Distinctiveness motive (onderscheidend vermogen)
- Motive to belong (erbij horen)
- Motive to achieve symbolic immortality (onsterfelijkheid)
- Motive for uncertainty reduction (onzekerheidreductie)