H6Overtuiging Flashcards
uitleg: overtuiging
slechte en goede overtuiging
overtuiging is de verandering van opvattingen, houdingen of gedrag veroorzaakt door een boodschap
slechte overtuigingen: propaganda
goede overtuitingen: educatie, informatie
uitleg: centrale route van overtuiging
lang en bewust (rationeel) nadenken over boodschap, dan pas concluderen
efficient op lange termijn
uitleg: perifere route van overtuiging
overtuiging niet door inhoud van boodschap, maar incidentele cues
bv. aantrekkelijkheid van spreker, milieu, grapjes etc.
niet zo efficient op lange termijn
4 elemente belangrijk voor overtuiging
- de communicator
- de boodschap
- de manier van communicatie
- het publiek
5 factoren binnen de communicator
- geloofwaardigheid - deskundigheid en betrouwbaarheid van de communicator
- zelfvertrouwen - kort en bondig, van zichzelf overtuigd
- recht in de ogen kijken
- dilemma of stake and interest - spreker minder betrouwbaar als hij nut heeft bij het overtuigen
- aantrekkelijkeid - fysieke of ideologische aantrekkelijheid verhoogt overtuiging
inhoud van de boodschap - 3 mogelijkheiden
- retorica - manipulatie van emotie
- logica - wetenschappelijk
- dialectiek - beredeneerd debat
uitleg: social judgement theory
overtuiging van boodschap afhankelijk van overeenstemming met opvattingen van het publiek
uitleg: sleeper effect
= Mensen disaccosieren bron en inhoud over de tijd heen.
Gevolg: De invloed van geloofwaardigheid van de betrouwbare bron neemt af over tijd
De invloed van geloofwaardigheid van een onbetrouwbare bron neemt toe over tijd
boodschap:
uitleg: verandering in fluency
het gemaak waarmee iemand iets kan reproduceren, bv door herhaling of rijmen laat de geloofwaardigheid stijgen
wat is de efficientste vorm van overtuiging?
mond op mond reclame
uitleg: broken window theorie
naast familie en vrienden heeft ook het milieu waarin men zich bevindt een invloed op overtuiging
bv. buurt met veel graffitis -> kriminel gedrag
uitleg: tweestaps communicatiestroom
stap1: invloed van media op opinieleider
stap2: invloed van opinieleider op publiek
verschillende leeftijden hebben verschillende opvattingen - hoe komt dat? 2 verklaringen
1 verklaring: life cycle - houding etc veranderd met levensfasen
2 verklaring: generationele verklaring: houdingen veranderen niet, oudere mensen houden vast aan houdingen van vroeger
verschil defensieve en offensieve retorica
defensief: van tevoren bedenken wat tegenargumenten kunnen zijn en iets bedenken
offensief: alternatieve verklaring aanvallen
4 strategien van overtuiging
- Foot-in-the-door technique (voet tussen de deur) - eerst een klein verzoek, daarna groot verzoek
- Door-in-the-face technique (deur in het gezicht) - eerst heel groot, daarna klein
- low balling - goede aanbieding, later pas slechte kanten zeggen
- thats not all - prijs lager “eigenlijke” prijs bv. dit boek voor 5 in plaats van 50 euro