Tentamen 2015 Flashcards

1
Q

een vrouw van 78 jaar klaagt over een langzaam (in maanden) toenemende loopstoornis. ze struikelt regelmatig en heeft moeite met traplopen. bij het neurologische onderzoek van de benen vindt de neuroloog geen atrofie. maar wel een verhoogde spierspanning met levendige reflexen. en een extensie van de grote tenen bij strijken onder de voeten.
Noem twee aandoeningen met bijbehorende lokalisatie als oorzaak voor deze klachten

A
  1. myelopathie gecombineerde strengziekte op basis van vitb12 deficientie
  2. langzaam groeiende tumor meningeoom/ myelum compressie
  3. cervicale wervelkanaalstenose
  4. subduraal hematoom interhemisferisch
  5. degeneratieve wervelkolom afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mevrouw heeft ook al geruime tijd een verminderd geveeol in de handen en pijn in de rechterarm uitstralend naar de duim en wijsvinger. Bij onderzoek van de armen blijken de bicepsreflexen verlaagd en de triceps juist verhoogd
op welke lokalisatie wijst een verlaagde bicepsreflex en pijn uitrakend in de duim en wijsvinger?

A

radicaal syndroom C6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

man van 52 jaar komt op de SEH omdat hij een verlamming heeft gehad. hij heeft een uur geleden gedurende een kwartier last gehad van een geleidelijk toenemende zwakte van zijn linkerarm. en na vijf minuten ontstond er geleidelijk aan ook uitval aan het linker been. SEH verpleegkundige denkt aan een TIA maar de neuroloog zegt nee. Waarom?

A

de verspreiding over de tijd, geleidelijk toenamen van de zwakte en spreiding van de tijd uitval over arm en been passen NIET bij een TIA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorafgaand aan de uitval blijkt hij ook last gehad te hebben van flikkeringen in het linker gezichtsveld. Onderweg naar de SEH heeft bij bonzende hoofdpijn gekregen rechts gelokaliseerd. hij heeft last van licht en gebraakt. verder geen neurologische afwijkingen.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Is hierbij AO nodig?
Hoe behandel je deze aanval?
profylactisch?

A

Migraine
Geen AO nodig ivm typische aura’s
Paracetamol / NSAID
metaprolol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een rechts handige man van 73 jaar is bekend met atrium fibrilleren waarvoor hij met antistolling wordt behandeld. Hij krijgt in de loop van enkele weken geleidelijk toenemend hoofdpijn en een spraakstoornis. Hij spreekt veel bij onderzoek en en is geen touw aan vast te knopen. Hij lijkt zich niet bewust van zijn stoornis. Neuroloog ziet ook een latente hemiparese aan.
Hoe heet de taalstoornis?
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak voor stoornis?
Aan welke kant verwacht de neuroloog de latente hemiparese aan te treffen?

A

Wernicke afasie
bloeding/subduraal hematoom door antistolling gebruik
rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De cardioloog vind bij patiënt geen cardiale embolie bron, er is ook geen sprake van een stollingsstoornis. Als secundaire profylaxe wordt bij deze patiënt een geneesmiddel voorgeschreven. Welke categorie komt deze?

A

plaatjes aggregatie remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waardoor is de voortplanting van actiepotentialen in axonen unidirectioneel?

A

door inactivatie van upstream spanningsafhankelijke Na+-ionkanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke nucleus wordt tot de dorsale telencephale basale kernen gerekend?

A

nucl. caudatus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vezels zijn gelegen in de voor/zijstreng van het ruggenmerg?

A

2e neuron vitale sensibiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke ruimte vind er resorptie van liquor plaats?

A

intraduraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke stoornis kan MS niet veroorzaken?

A

caudasyndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

n. occulomotorius parese

A

ooglid normaal open door parese ptosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

n. facialis parese

A

ooglid sluiten normaal door parese niet kunnen dicht doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er bij contractie van intrafusale vezels?

A

verlenging van de spierspoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zijn primaire motorische schors en premotorcortex betrokken bij eenvoudige motorische reflexen?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke arterie bediend de globus pallidus en hippocampus?

A

a. choroidea anterior

17
Q

wat verwacht neuroloog bij inklemming dor een bloeding in rechter hemisfeer?

A

een wijde pupil rechts

18
Q

wat is anosognosie

A

patiënt realiseert niet dat hij verlamd is

19
Q

welke bevinding bij neurologisch onderzoek past bij een cerebellair syndroom?

A

hypermetrie

20
Q

bij een pseudobulair syndroom komen vaak bepaalde ‘primitieve’ reflexen voor. Noem zon primitieve reflex

A

palmomentale reflex

21
Q

op welke plaats ka neen laesie geen sydroom van horner veroorzaken?

A

kern van nervus occulomotorius

22
Q

Wat wordt er bij een absence gezien op een EEG?

A

afwijkingen in de signalen van alle elektrodes dus gehele cortex

23
Q

beschrijf in max 20 woorden op welke rol dopamine speelt in de basale kernen

A

Dopamine faciliteert neuronen in het directe pad

Dopamine inhibeert neuronen in het indirecte pad

24
Q

beschrijf in max 20 woorden op welke wijze long term depression in de purkinje cellen van de cerebellaire schors tot stand komt

A

door gelijktijdig activiteit van de klim en parallelvezel synapsen

25
Q

cerebellaire schors ontvangt informatie van

A

ruggenmerg en onderste olijf