Begrippenlijst Flashcards
Abduceren
een zijwaartse beweging maken
Afasie
verzamelnaam voor alle door hersenletsel veroorzaakte stoornissen die tot gevolg hebben, een vermindering of verlies van het vermogen zich uit te drukken d.m.v. spraak, schrift of tekens, dan wel de gesproken of
geschreven taal te begrijpen.
Agitatie
opwinding, onrust
Akinesie
afwezigheid van beweging
Amnesie
geheel of gedeeltelijk verlies van geheugen
Analgesie: ongevoeligheid van pijn
ongevoeligheid van pijn
Anisocorie
pupillen van ongelijke grootte
Anteflexie
vooroverknikking
Apathie
lusteloosheid, ongevoeligheid voor indrukken van buiten
Apraxie
het onvermogen om doelbewuste handelingen uit te voeren.
Areflexie
afwezigheid van reflexen
Asterixis
een neurologische afwijking bij metabole vergiftigingstoestanden bestaande
uit reflectoirische, niet willekeurige bewegingen
Ataxie
coördinatiestoornis van de spieren door aandoeningen van de hersenen of
het ruggenmerg
Bitemporale hemianopsie
het uitvallen van beide buitenzijden van het gezichtsveld, door een verdrukking (door bijv. tumor) van het chiasma opticum
Bradykinesie: 1:
2: abnormale traagheid in lichamelijke bewegingen; synoniem: Hypokinesie.
Caudasyndroom: neurologische uitvalsverschijnselen, waarbij mictie en of defeacatieaandrang zijn opgeheven en paresen kunnen optreden
Cerebellaire dysartrie: uitschieters in volume en stemhoogte en slechte articulatie
Chorea: een extrapiramidaal syndroom, gekenmerkt door plotselinge onwillekeurige
gecoördineerde, maar rukkende bewegingen. onregelmatig optredende
snelle, niet-doelgerichte bewegingen van armen, benen, romp of gelaat,
waardoor het normale bewegingspatroon voortdurend wordt doorkruist.
Clonus: zich snel herhalende ritmische samentrekkingen van een spier of spiergroep
Confabulaties: het vertellen van een verhaal, dat grotendeels is opgebouwd uit verzonnen
feiten om leegtes in de herinnering op te vullen
Conjugeren: beide ogen bewegen altijd gezamenlijk met de oogassen ongeveer
evenwijdig aan elkaar
Convergeren: oogassen in meer of mindere mate naar elkaar toe brengen en elkaar
kruisen ter plaatse van het gefixeerde object
abnormale traagheid in geestelijke activiteit.
Bradykinesie: 2
abnormale traagheid in lichamelijke bewegingen; synoniem: Hypokinesie.
Caudasyndroom:
neurologische uitvalsverschijnselen, waarbij mictie en of defeacatieaandrang zijn opgeheven en paresen kunnen optreden
Cerebellaire dysartrie
uitschieters in volume en stemhoogte en slechte articulatie
Chorea:
een extrapiramidaal syndroom, gekenmerkt door plotselinge onwillekeurige
gecoördineerde, maar rukkende bewegingen. onregelmatig optredende
snelle, niet-doelgerichte bewegingen van armen, benen, romp of gelaat,
waardoor het normale bewegingspatroon voortdurend wordt doorkruist.
Clonus:
zich snel herhalende ritmische samentrekkingen van een spier of spiergroep
Confabulaties:
het vertellen van een verhaal, dat grotendeels is opgebouwd uit verzonnen
feiten om leegtes in de herinnering op te vullen
Conjugeren
beide ogen bewegen altijd gezamenlijk met de oogassen ongeveer
evenwijdig aan elkaar
Convergeren:
oogassen in meer of mindere mate naar elkaar toe brengen en elkaar
kruisen ter plaatse van het gefixeerde object
Decorumverlies:
verlies van het gevoel voor fatsoen, waarbij de betrokkene bijv. ongepaste
grappen kan maken
Delier:
een acute in de loop van een etmaal in ernst variërende psychische stoornis
ten gevolge van een ernstige lichamelijke aandoening, intoxicatie of
onthouding van middelen, gekenmerkt door verminderde aandacht,
onsamenhangende spraak, bewustzijnsstoornis, angst, chaotisch denken, desoriëntatie en geheugenstoornissen.
Drop attacks:
aanvallen van plotseling door de benen zakken, zonder duidelijke aanleiding
en zonder bewustzijnsverlies.
Dysartrie:
stoornis in de spraak door een aandoening van een van de motorische
systemen die de tong en de spieren van de keel en mond besturen.
Dysesthesieen
vermindering van de gevoeligheid voor huidprikkels
Dysdiadochokinese:
snel altererende bewegingen worden traag en schokkerig uitgevoerd
Dysfagie:
slikstoornis.
Dystonie:
abnormaal verdeelde verhoogde spiertonus, waarbij afwijkende houdingen
ontstaan in extremiteiten, romp, hals of gelaat.
Fasiculatie:
lokale samentrekking van een klein deel van een spier.
Fundoscopie:
oogspiegelen
Galactorroe:
melkuitvloed
Hemianopsie:
blindheid/verzwakt gezichtsvermogen van de helft van het netvlies der beide
ogen naar dezelfde zijde door druk op het chiasmata opticum en/of
circulatiebelemmering
Hemibalisme:
onregelmatig optredende plotselinge grove onwillekeurige bewegingen van
de proximale schouder- en bekkengordelmusculatuur, waarbij de arm en in
mindere mate het been aan een kant tegelijkertijd als het ware
weggeslingerd worden
Homonieme hemianopsie:
een hemianopsie voor het linker- of rechterdeel van het
gezichtsveld van beide ogen
Hypaesthesie:
verminderde tastzin
Hypalgesie:
verminderde pijnzin
Hypermetrie:
doelgerichte bewegingen schieten doel voorbij
Hypometrie:
doelgerichte bewegingen worden voortijdig beëindigd
Hyperpathie:
versterkte gevoeligheid (onaangenaam)
Hypokinesie:
verminderd voorkomen en vertraagde start van spontane bewegingen
Hypo-kinetisch-rigide syndroom:
hypokinese is verminderd vermogen tot beweging
Intentietremor:
tremor die steeds grover wordt naarmate dichter bij het doel en na
contact komt de tremor nog niet tot rust
Ipsilaterale flexie:
homolaterale buiging
Ischaemic penumbra:
zodra een toevoerend bloedvat is afgesloten zal een deel van de
hersenen ischemisch worden. Rondom dit ischemisch weefsel
bevindt zich een zone waarin de neuronen nog niet zijn afgestorven
en dus nog te redden zijn
Lhermitte (verschijnsel van):
stroomgevoel langs de wervelkolom naar de extremiteiten bij
vooroverbuigen van het hoofd t.g.v. een laesie in de achterstrengen
Leuko-araiose:
diffuse verandering van de witte stof rond de ventrikels
Lordose:
voorwaartse kromming van de wervelkolom, speciaal die van het
lendengedeelte. Bij te sterke lordose spreekt men van een holle rug.
Miosis:
vernauwing van de pupil
Mononeuropathie:
enkele zenuw getroffen
Multiple mononeuropathie:
meerdere zenuwen in verschillende ledematen zijn getroffen.
Mutistisch:
het onvermogen of onwil om te spreken
Myoklonieën:
ziekte gepaard gaande met clonische spiersamentrekkingen
Myotonie:
een vertraagde relaxatie na het aanspannen van de spier
Nystagmus:
oogbolstuipen: een ritmische heen-en-weer-beweging van de ogen
Oftalmoplegie:
verlamming van de oogspieren
Opisthotonus:
krampachtige achteroverstrekking van het lichaam
scillopsie:
ervaring van bewegende beelden
Parafasieen:
verbale: verwisseling van woorden
literale: verwisseling van klanken
Paresen:
onvolledige verlamming, zwakte van de beweging.
Paresthesieën:
stoornis in de gevoelswaarneming, zonder dat er sprake is van prikkelingen,
kriebelingen, jeuk of tintelingen worden waargenomen
Parosmie:
vreemde reukgewaarwordingen
Perseveraties:
zinloos herhalen van verrichte handelingen, van uitgesproken woorden of
zinnen, of het blijven zien van gedane waarnemingen
Positietremor:
tremor bij recht uitsteken handen
Ptosis:
afzakking/ verzakking van het bovenste ooglid
Radiculopathie:
(verschijnselen, die optreden bij) prikkeling van een achterwortel, meestal
pijn met name in het cervicale en lumbale gebied
Retina:
netvlies
Retroflexie:
achteroverknikking
Rigiditeit:
verhoogde weerstand bij passief bewegen van een arm of been die niet
toeneemt door sneller bewegen en die gelijkmatig verdeeld is over
extensoren en flexoren.
Saccaden:
snelle oogbewegingen
SIADH:
syndroom of inappropriate ADH secretie
Tinnitus:
oorsuizen
Vegetatieve toestand:
toestand van bewusteloosheid waarbij de patiënt spontaan de
ogen opent en knippert, maar niet fixeert met de ogen, geen gerichte spontane motoriek vertoont en geen woorden uit.