Begrippenlijst Flashcards

1
Q

Abduceren

A

een zijwaartse beweging maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Afasie

A

verzamelnaam voor alle door hersenletsel veroorzaakte stoornissen die tot gevolg hebben, een vermindering of verlies van het vermogen zich uit te drukken d.m.v. spraak, schrift of tekens, dan wel de gesproken of
geschreven taal te begrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Agitatie

A

opwinding, onrust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Akinesie

A

afwezigheid van beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Amnesie

A

geheel of gedeeltelijk verlies van geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Analgesie: ongevoeligheid van pijn

A

ongevoeligheid van pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Anisocorie

A

pupillen van ongelijke grootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Anteflexie

A

vooroverknikking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Apathie

A

lusteloosheid, ongevoeligheid voor indrukken van buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Apraxie

A

het onvermogen om doelbewuste handelingen uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Areflexie

A

afwezigheid van reflexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Asterixis

A

een neurologische afwijking bij metabole vergiftigingstoestanden bestaande
uit reflectoirische, niet willekeurige bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ataxie

A

coördinatiestoornis van de spieren door aandoeningen van de hersenen of
het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bitemporale hemianopsie

A
het uitvallen van beide buitenzijden van het gezichtsveld, door
een verdrukking (door bijv. tumor) van het chiasma opticum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bradykinesie: 1:
2: abnormale traagheid in lichamelijke bewegingen; synoniem: Hypokinesie.

Caudasyndroom: neurologische uitvalsverschijnselen, waarbij mictie en of defeacatieaandrang zijn opgeheven en paresen kunnen optreden
Cerebellaire dysartrie: uitschieters in volume en stemhoogte en slechte articulatie
Chorea: een extrapiramidaal syndroom, gekenmerkt door plotselinge onwillekeurige
gecoördineerde, maar rukkende bewegingen. onregelmatig optredende
snelle, niet-doelgerichte bewegingen van armen, benen, romp of gelaat,
waardoor het normale bewegingspatroon voortdurend wordt doorkruist.
Clonus: zich snel herhalende ritmische samentrekkingen van een spier of spiergroep
Confabulaties: het vertellen van een verhaal, dat grotendeels is opgebouwd uit verzonnen
feiten om leegtes in de herinnering op te vullen
Conjugeren: beide ogen bewegen altijd gezamenlijk met de oogassen ongeveer
evenwijdig aan elkaar
Convergeren: oogassen in meer of mindere mate naar elkaar toe brengen en elkaar
kruisen ter plaatse van het gefixeerde object

A

abnormale traagheid in geestelijke activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bradykinesie: 2

A

abnormale traagheid in lichamelijke bewegingen; synoniem: Hypokinesie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Caudasyndroom:

A

neurologische uitvalsverschijnselen, waarbij mictie en of defeacatieaandrang zijn opgeheven en paresen kunnen optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cerebellaire dysartrie

A

uitschieters in volume en stemhoogte en slechte articulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Chorea:

A

een extrapiramidaal syndroom, gekenmerkt door plotselinge onwillekeurige
gecoördineerde, maar rukkende bewegingen. onregelmatig optredende
snelle, niet-doelgerichte bewegingen van armen, benen, romp of gelaat,
waardoor het normale bewegingspatroon voortdurend wordt doorkruist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Clonus:

A

zich snel herhalende ritmische samentrekkingen van een spier of spiergroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Confabulaties:

A

het vertellen van een verhaal, dat grotendeels is opgebouwd uit verzonnen
feiten om leegtes in de herinnering op te vullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Conjugeren

A

beide ogen bewegen altijd gezamenlijk met de oogassen ongeveer
evenwijdig aan elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Convergeren:

A

oogassen in meer of mindere mate naar elkaar toe brengen en elkaar
kruisen ter plaatse van het gefixeerde object

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Decorumverlies:

A

verlies van het gevoel voor fatsoen, waarbij de betrokkene bijv. ongepaste
grappen kan maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Delier:

A

een acute in de loop van een etmaal in ernst variërende psychische stoornis
ten gevolge van een ernstige lichamelijke aandoening, intoxicatie of
onthouding van middelen, gekenmerkt door verminderde aandacht,
onsamenhangende spraak, bewustzijnsstoornis, angst, chaotisch denken, desoriëntatie en geheugenstoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Drop attacks:

A

aanvallen van plotseling door de benen zakken, zonder duidelijke aanleiding
en zonder bewustzijnsverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Dysartrie:

A

stoornis in de spraak door een aandoening van een van de motorische
systemen die de tong en de spieren van de keel en mond besturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Dysesthesieen

A

vermindering van de gevoeligheid voor huidprikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Dysdiadochokinese:

A

snel altererende bewegingen worden traag en schokkerig uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Dysfagie:

A

slikstoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Dystonie:

A

abnormaal verdeelde verhoogde spiertonus, waarbij afwijkende houdingen
ontstaan in extremiteiten, romp, hals of gelaat.

32
Q

Fasiculatie:

A

lokale samentrekking van een klein deel van een spier.

33
Q

Fundoscopie:

A

oogspiegelen

34
Q

Galactorroe:

A

melkuitvloed

35
Q

Hemianopsie:

A

blindheid/verzwakt gezichtsvermogen van de helft van het netvlies der beide
ogen naar dezelfde zijde door druk op het chiasmata opticum en/of
circulatiebelemmering

36
Q

Hemibalisme:

A

onregelmatig optredende plotselinge grove onwillekeurige bewegingen van
de proximale schouder- en bekkengordelmusculatuur, waarbij de arm en in
mindere mate het been aan een kant tegelijkertijd als het ware
weggeslingerd worden

37
Q

Homonieme hemianopsie:

A

een hemianopsie voor het linker- of rechterdeel van het

gezichtsveld van beide ogen

38
Q

Hypaesthesie:

A

verminderde tastzin

39
Q

Hypalgesie:

A

verminderde pijnzin

40
Q

Hypermetrie:

A

doelgerichte bewegingen schieten doel voorbij

41
Q

Hypometrie:

A

doelgerichte bewegingen worden voortijdig beëindigd

42
Q

Hyperpathie:

A

versterkte gevoeligheid (onaangenaam)

43
Q

Hypokinesie:

A

verminderd voorkomen en vertraagde start van spontane bewegingen

44
Q

Hypo-kinetisch-rigide syndroom:

A

hypokinese is verminderd vermogen tot beweging

45
Q

Intentietremor:

A

tremor die steeds grover wordt naarmate dichter bij het doel en na
contact komt de tremor nog niet tot rust

46
Q

Ipsilaterale flexie:

A

homolaterale buiging

47
Q

Ischaemic penumbra:

A

zodra een toevoerend bloedvat is afgesloten zal een deel van de
hersenen ischemisch worden. Rondom dit ischemisch weefsel
bevindt zich een zone waarin de neuronen nog niet zijn afgestorven
en dus nog te redden zijn

48
Q

Lhermitte (verschijnsel van):

A

stroomgevoel langs de wervelkolom naar de extremiteiten bij

vooroverbuigen van het hoofd t.g.v. een laesie in de achterstrengen

49
Q

Leuko-araiose:

A

diffuse verandering van de witte stof rond de ventrikels

50
Q

Lordose:

A

voorwaartse kromming van de wervelkolom, speciaal die van het
lendengedeelte. Bij te sterke lordose spreekt men van een holle rug.

51
Q

Miosis:

A

vernauwing van de pupil

52
Q

Mononeuropathie:

A

enkele zenuw getroffen

53
Q

Multiple mononeuropathie:

A

meerdere zenuwen in verschillende ledematen zijn getroffen.

54
Q

Mutistisch:

A

het onvermogen of onwil om te spreken

55
Q

Myoklonieën:

A

ziekte gepaard gaande met clonische spiersamentrekkingen

56
Q

Myotonie:

A

een vertraagde relaxatie na het aanspannen van de spier

57
Q

Nystagmus:

A

oogbolstuipen: een ritmische heen-en-weer-beweging van de ogen

58
Q

Oftalmoplegie:

A

verlamming van de oogspieren

59
Q

Opisthotonus:

A

krampachtige achteroverstrekking van het lichaam

60
Q

scillopsie:

A

ervaring van bewegende beelden

61
Q

Parafasieen:

A

verbale: verwisseling van woorden
literale: verwisseling van klanken

62
Q

Paresen:

A

onvolledige verlamming, zwakte van de beweging.

63
Q

Paresthesieën:

A

stoornis in de gevoelswaarneming, zonder dat er sprake is van prikkelingen,
kriebelingen, jeuk of tintelingen worden waargenomen

64
Q

Parosmie:

A

vreemde reukgewaarwordingen

65
Q

Perseveraties:

A

zinloos herhalen van verrichte handelingen, van uitgesproken woorden of
zinnen, of het blijven zien van gedane waarnemingen

66
Q

Positietremor:

A

tremor bij recht uitsteken handen

67
Q

Ptosis:

A

afzakking/ verzakking van het bovenste ooglid

68
Q

Radiculopathie:

A

(verschijnselen, die optreden bij) prikkeling van een achterwortel, meestal
pijn met name in het cervicale en lumbale gebied

69
Q

Retina:

A

netvlies

70
Q

Retroflexie:

A

achteroverknikking

71
Q

Rigiditeit:

A

verhoogde weerstand bij passief bewegen van een arm of been die niet
toeneemt door sneller bewegen en die gelijkmatig verdeeld is over
extensoren en flexoren.

72
Q

Saccaden:

A

snelle oogbewegingen

73
Q

SIADH:

A

syndroom of inappropriate ADH secretie

74
Q

Tinnitus:

A

oorsuizen

75
Q

Vegetatieve toestand:

A

toestand van bewusteloosheid waarbij de patiënt spontaan de

ogen opent en knippert, maar niet fixeert met de ogen, geen gerichte spontane motoriek vertoont en geen woorden uit.