Tentamen Flashcards

1
Q

Regulatie stijl: Schuldig voelen

A

Geintrojecteerde regulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Regulatie stijl: Straf vermijden

A

Externe regulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Regulatie stijl: Gemakkelijk

A

Geidentificeerde regulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Regulatiestijl: Draagt bij aan vaardigheid

A

Intergreerde regulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Complete Mental Health model Keyes And Lopez: Hoge welzijn & Lage Mentale ziekte

A

Flourishing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Complete Mental Health model Keyes And Lopez: Lage welzijn & Lage Mentale ziekte

A

Languishing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Complete Mental Health model Keyes And Lopez: Hoge welzijn & Hoge mentale ziekte

A

Struggeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Complete Mental Health model Keyes And Lopez: Lage welzijn & Hoge Mentale ziekte

A

Floundering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diener subjectief welzijn (drie factoren)

A

Levenstevredenheid
Geluk
Laag neuroticisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer voel je je beter na het huilen?

A

Als je extravert en emotioneel stabiel bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe voel je je na schrijven over traumatische gebeurtenis?

A

Eerst niet goed, maar een paar dagen erna beter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verklaring optimisten betere gezondheid?

A

Hanteren meer probleem-gefocuste coping strategieen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eudaimonia

A

Floreren door volledig potentieel te behalen, door persoonlijke groei en moreel handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Floreren door volledig potentieel te behalen, door persoonlijke groei en moreel handelen

A

Eudaimonia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vitue Theory

A

Good life door het cultiveren van deugden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Good life door het cultiveren van deugden

A

Vitue Theory

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kernaspecten good life

A
  1. Positieve emoties
  2. Positieve connecties
  3. Life regulation qualities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Martin Seligman Good life

A

Gebruiken van unieke sterken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hedonisme

A

Zintuigelijk genieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Christendom over geluk

A

Oplossen interne strijd, zeven dodelijke zondes, deugden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Renaissance over geluk

A

Waardering onafhankelijk denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Maslow humanistische psychologie

A

Zelfactualisatie door durven groeien en niet veiligheid vasthouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Positieve psychologie (3)

A

Positieve staten
Positieve karaktertrekken
Positieve instituties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Anadomie

A

Niet in staat zijn positieve emoties te ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Niet in staat zijn positieve emoties te ervaren
Anadomie
26
Golden means aristoteles
Balans in deugden, niet te extreem, niet te zwak
27
Balans in deugden, niet te extreem, niet te zwak
Golden means aristoteles
28
Utilitarianisme
Ethische keuze is de keuze die leidt tot het meeste geluk voor iedereen, collectief geluk
29
Ethische keuze is de keuze die leidt tot het meeste geluk voor iedereen, collectief geluk
Utilitarianisme
30
Wat is flourishen?
Ontwikkelen en unieke sterktes benutten zingeving autonomie en competentie
31
Circumplex model van affect
Valentie : (on)plezierig Arousal: (De) activatie positieve en negatieve emoties worden afhankelijk van elkaar ervaren
32
Valentie : (on)plezierig Arousal: (De) activatie positieve en negatieve emoties worden afhankelijk van elkaar ervaren
Circumplex model van affect
33
Dynamic model of affect
positieve en negatieve emoties zijn dynamisch dus afhankelijk van de situatie.
34
positieve en negatieve emoties zijn dynamisch dus afhankelijk van de situatie.
Dynamic model of affect
35
Actie neiging
Gedrag dat hoort bij grotere overlevingskans
36
Gedrag dat hoort bij grotere overlevingskans
Actie neiging
37
Dynamic intergration theory
Meer optimalisatie dan differentiatie op oudere leeftijd
38
Meer optimalisatie dan differentiatie op oudere leeftijd
Dynamic intergration theory
39
Stemming volgens William Morris
Intern controle systeem of we genoeg middelen hebben voor toekomstige uitdagingen
40
Basisstemming is licht positief
Positive mood offset
41
Affectance motivation
Psychologische vervulling door competentie en interactie met de omgeving
42
Flow volgens Csikzentmilhalyi
Tijd lijkt te verdwijnen, als uitdaging en vaardigheid in balans zijn
43
Individuele verschillen van flow
autotelische persoonlijkheid nieuwsgierig adsorptie exploratie
44
Diener
Levenstevredenheid Geluk Laag neuroticisme
45
top down
optimisme, cognitie, self esteem
46
bottum up
geld, rijkdom, geslacht
47
stockdale paradox
realistische optimisme is the way to go
48
realistische optimisme is the way to go
stockdale paradox
49
Aantrekkingskracht
gelijkheid nabijheid wederzijds leuk vinden fysieke aantrekkingskracht
50
predictoren van relatie tevredenheid
persoonlijkheid attitudes over gedrag partner communicatiestijl - inhoudelijk veel - actief-constructief - turning toward
51
De ene partner klaagt en de andere partner trekt terug
demand-withdraw pattern
52
The four horseman of apocolips
klagen - minachting - verdediging - terugtrekken
53
bij veel conflict alleen de negatieve dingen herinneren.
negatieve sentiment override
54
overweldigend gevoel van stress bij conflicten
flooding
55
harmonieuze en obsessieve passie (model)
dualistisch model passie
56
Grit
volhardendheid en passie
57
1. toewijding 2. intimiteit 3. passie
Sternbergs triangular of love
58
motivatie, spontaniteit en creativiteit bij mensen die extravert, open voor ervaringen en vriendelijk zijn.
adult playfullness
59
Positieve ervaring zowel aandacht geven, waarderen en verbeteren
Savoring
60
type savoring: extern / reflectie
thanksgiving
61
type savoring: intern / gevoel
luxerating
62
type savoring: extern / gevoel
marveling
63
type savoring: intern / reflectie
basking
64
volledig potentieel bereiken
Transcendent fucntioning
65
het ego verminderen en meer extern je aandacht richten
hypoegoic
66
Levensenergie
vitaliteit
67
maat voor parasympathische activiteit, nervus vagus, kan verbeterd worden door ademhalingsoefeningen om stress regulatie te verbeteren
vagal tone
68
Persoonlijkheidsstijl: commitment, challenge, control
Hardiness (taaiheid)
69
coping bij hardiness
transformationele coping
70
Betekenis die we aan een situatie geven is cruciaal
Cognitief-mediationele model
71
Cognitief-mediationele model
Betekenis die we aan een situatie geven is cruciaal
72
autonomie, competentie en verbondenheid (theorie) Intrinsiek gemotiveerd gedrag
zelfdeterminatie theorie
73
Authenticiteit
eerlijke presentatie van jezelf aan anderen
74
vier dimensies van authenticiteit
bewustzijn unbiased processing gedrag relationele orientatie
75
fully functioning person
self concurrence zelf actualisatie neiging
76
self concordance
hoge overeenstemming tussen iemand doelen en persoonlijkheid
77
hoge overeenstemming tussen iemand doelen en persoonlijkheid
self concordance
78
existentiele denker rollo
bekritiseerd huidige maatschappij, moeten leren omgaan met tegenstelingen
79
extentiele denker frank
primaire drive is zoektocht naar betekenis in het leven
80
Paul wong postieve psychologie optimistisch zijn maar pijnen accepteren in het leven
tragisch optimisme
81
Mills study 4 routes naar persoonlijke ontwikkeling: hoge omgevingsbeheersing & hoge persoonlijke groei
Achievers
82
Mills study 4 routes naar persoonlijke ontwikkeling: hoge omgevingsbeheersing & lage persoonlijke groei
Conservers
83
Mills study 4 routes naar persoonlijke ontwikkeling: lage omgevingsbeheersing & hoge persoonlijke groie
Seekers
84
Mills study 4 routes naar persoonlijke ontwikkeling: lage omgevingsbeheersing & lage persoonlijke groei
Depleted
85
Positive Youth development 5C's
connection competence confendence character connecting
86
dual processmodel brandstatter normale situatie ongebruikelijke situatie
normatieve gebeurtenis & assimilatie non-normatieve gebeurtenis & accomodatie
87
evenwicht tussen extra (maatschappij), intra (in zelf) en interpersoonlijke (tussen mensen) belangen
Balance theory of wisdom
88
Affectregulatie 2 onafhankelijke strategieen
1. optimalisatie ; maximaliseren po & minimaliseren ne 2. complexiteit ; verwerken via schema's
89
4 emotie regulatie stijlen met verschillen in positieve emoties en emotionele complexiteit
1. self protectance: positieve emoties & lage emotionele complexiteit 2. dysnregulated: weinig positieve emoties & lage emotionele complexiteit 3. complex: gemiddeld positieve emoties & hoge emotionele complexiteit 4. Integrated: veel positieve emoties & hoge emotionele complexiteit
90
aanpassen aan tegenslag
benefit- finding
91
werner veerkracht kenmerken kind
rolmodel vinden sociale vaardigheden creatieve uitlaatklep optimisme religeuze overtuigingen
92
sense of coherence model
set persoonlijkheidstrekken om levenstressoren op positieve manier te interpreteren door: - begrijpelijk - beheersbaar - betekenisvol
93
set persoonlijkheidstrekken om levenstressoren op positieve manier te interpreteren door: - begrijpelijk - beheersbaar - betekenisvol
sense of coherence model
94
Quiet ego theory
draagt bij aan welzijn
95
algehele welbeing stijgt tot aan adolescentie gaat die naar beneden en stijgt weer op oudere leeftijd
well being paradox
96
duurzame positieve mentale theorie
globaal welzijn genieten creativiteit zelfregulatie veerkracht
97
layson's perspectief
realiteit en maatschappelijke relevantie
98
positieve instituties
context waarin positieve ervaringen en eigenschappen, mogelijk maken
99
argumenten positieve instituties
belang van geheel sociale structuren - omgeving groepsfenomeen bloeiende samenleving
100
zelfmanagement benadering
spinnenwebbenadering
101
happiness onderwijs formule
setpoint + omgeving + vrijwillige acties
102
mechanisme die zorgt voor ontstaan positieve instellingen
verheffing leidt tot navolging
103