tekst 2b Flashcards
itaque
en zo, daarom (voegwoord)
tectorium
tectorii: pleisterwerk, stucwerk (subst onz)
qui
quae, quod: die, dat (vnw)
recte
goed, juist (bijwoord)
esse
sum, fui: zijn
facere
facio, feci, factum: maken, doen
neque
en niet, noch (voegwoord)
vetustas
vetustatis: ouderdom, veroudering (subst vrl)
fieri
fio, factus sum: worden, gebeuren, ontstaan
horridus
horrida, horridum: ruw, verwaarloosd
cum
wanneer, omdat, hoewel (voegwoord)
extergere
extergeo, extersi, extersum : afvegen, schoonmaken
remittere
remitto, remisi, remissum: loslaten, terugzenden
color
coloris: kleur (subst mnl)
nisi
tenzij (voegwoord)
si
als (voegwoord)
parum
weinig, onvoldoende (bijwoord)
diligenter
zorgvuldig (bijwoord)
et
en (voegwoord)
aridum
aridi: de droogte
inducere
induco, induxi, inductum: aanbrengen, inbrengen
ergo
dus, daarom (voegwoord)
ita
zo (bijwoord)