taal Flashcards

1
Q

taal

A

= systematische en conventioneel gebruik van klanken, tekens of geschreven symbolen voor communicatie en zelfexpressie in een samenleving

  • systematisch: taalregels die gevolg moeten worden
  • conventioneel; gangbare en verwachte manier om te spreken binnen een gemeenschapgroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

spraak

A

= medium om boodschappen in taal over te dragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cognitief systeem: taal

A
  • produceren: spreken en schrijven
    proverbiale boodschap > akoestische/ grafische vorm
  • begrijpen: luisteren en lezen
    klank/vorm > representatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mentale lexicon

A

= woordenboek in ons hoofd

  • in semantische LTG
  • +/- 60k woorden
  • betekenis, grammatica en vorm (foneem)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gesproken taal

A
  • Begrijpen: spraak > fonemen > netwerk v fonemen afgespiegeld in mentale lexicon > woordherkenning > beschikking betekenis-en grammaticale eigenschap
  • Produceren volgens het taalproductiesysteem van Levelt

1.Conceptualisator: vorming van boodschap
2. pre-verbale boodschap: samenvoeging van betekenis,-grammaticale en vormeigenschap
3. formulator: grammaticaal coderen > oppervlaktestructuur > fonologisch coderen
4. fonologisch plan (innerlijke spraak): representatie vertalen naar bewegingsinstructie voor articulatieorganen
5. articulator
» Spraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stoorniseen in productie

A
  • omissie (weglaten)
  • substitutie / parafrasie (vervangen)
    > lexicale parafrasie: ander woord (met zelfde conceptuele woord of niet verwante )
    > niet lexicale parafrasie (met betekenisloze woord)
    > fonologische parafrasie (klanken vervangen)
    > niet prospositionele parafrasie:
    ° stereotype: veelvuldig gebruik van een woord (bvb bro)
    °recurring utterance: beperkt aantal klank in ongepaste situatie bv Tan
    ° serïele spraak: veelvuldig gebruik van tijtjes
    ° echolalie: herhalen van gesprekspartner
    ° perseveratie: woorden meerdere keren herhalen
  • agrammatisme: geen grammatica kunnen gebruiken:
  • paragrammatisme: heel lang, complex en foutief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stoornissen in taalbegrip

A
  • problemen op klant- en woordniveau
    > onderscheiden van fenomen
    > onderscheiden van woordbetekenis
  • problemen met zinsniveau
    > moeilijk zeker bij grammaticale complexe woorden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

afasie

A

= vervormen taalstoornis
6 syndromen: ! , geen schadebeeld, vaak mengvorm, verschillen mate van ernst!

  1. afasie van Broca (moeite taalproductie)
  2. afasie ven wernicke (fono en semantisch parafrasie)
  3. conductie afasie (disconnectie Broca en Wernick > lijk Wernick, maar conjunctief approach > pogingen fouten te herstellen)
  4. trans corticale afasie
    > motrice: lijkt op Broca maar nazeggen intact
    > sensoriche > lijkt op Wernick maar nazeggen intact
  5. globale afasie: productie en taalbegrip
  6. amnestische anomische afasie: woordvindingsprobleem

(grafiek p 49!!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wernick-lichtheimshema

A

toont aan welke connectie verantwoordelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

persilyvian region

A

hersengebied verantwoordelijk voor nazeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lokalisatie aanpak

A

!te symplistisch!

ventraal: herkenning, mentale lexicon
dorsaal: motorische spraakorgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

spraakstoornissen

A

dysplaxie
- plannen en organiseren van articuleren (motoriek intact)
dysartrie
- spraakaansturning (motorisch systeem niet intact)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

akense afasietest (AAT)

A

> brengt 5 symptomen die kwantitatief verschillen in kaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly