epilepsie Flashcards

1
Q

epilepsie

A

= chronisch ziekte
- afwijking hersenen: neiging epileptische aanval door te veel synchronische elektrische activiteiten `- bio psycho sociale gevolgen
- ion-kanalen en NT balans verstoord

> > behandeling: sychroinisch > asycronisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

epileptische ontlading

A
  • tijdens epilepsie: verschillende epileptische ontladingen + excessief en syncronisch
  • 4 aspecten (kunnen variëren-
    1. bewustzijnsverandering
    2. onwillekeurig beweging
    3. perceptuele verandering
    4. gedragsverandering

(grote heterogeniteit tas personen hoe 4 aspecten manifesteren, binnen 1 persoon variatie vrij stabiel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 classificaties

A
  • epilepsiesyndroomclassificatie: oorzaak, lokalisatie, debuutleeptijd, prognose en colorbiditeit
    1. symptomatisch: oorzaak gekend
    2. cryptomatisch: vermoeden oorzaak
    3. diopatisch: oorzaak niet gevonden

-. epilepsiessyndroom: comprise problemen op bio psycho sociaal vlak

  • aanvalsclassificatie: kenmerken aanvallen
    (gegeneraliseerde aanvallen of partiële aanvallen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aanvalclassificatie

A
  1. gegeneraliseerde: hele hersenen (bilateraal) > altijd bewustzijnsverlies
    - grand mal: compleet bewustzijnsverlies> aanspanning sieren > spiertrekking > in slaap of verward terug
    - petit mal: even weg (zeker kinderleeftijd), geen motorische reactie, na aanval hervatten van werkzaamheid
    - atone aanval: wegvallen van alle spierspanning
  2. partiels aanvallen
    - intact bewustzijn (of verminderde bewustzijn), opstijging gevoel angst > motorisch beweging: automatisch, doelloze

> >

  1. STATUS EPILEPTICUS: wnr ene direct gevolgd wordt door andere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

behandeling

A
  • antiépileptique
  • neurochirurgische behandeling
  • nervus vagusstimulatie
  • deep brain stimulatio,n
  • katogen dieet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behandeling epileptica

A
  • exciterend effect: afremmen en inhibitie (GABA) versterkern
  • minimale dosis (wegens bijwerking en voor meeste 1 middel genoeg)
  • symptomatische behandeling: oorzaak is niet weg enkel aanval onder controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ander wel oorzaakgerichte behandelingen

A

neurologische behandeling
- lokalisatiegebonden epilepsie

nervus pagestimulatie
- stimulator in borst > desynchrionisatie ladingen

deep brain stimulation
- elektroden in thalamus > ontlading

kerogen-dieet: hoge disos aan ketonen (energiebron hersenen indien onvoldoende glucose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cognitieve gevolgen

A

( alle volgenden gevolgen (ook psychiatrische en sociale zijn aah aantal aanvallen, pathofysiologie, en type epilepsie)

  • cognitieve stoornis (geen gevolg van epilepsie maar comorbiditeit)
    -> intelligentie (rijping hersenen en achteruitgang verwerkingssnelheid)
    -> geheugen
    -> snelheid informatieverwerking (anti-ei helpt niet)
    -> aandacht en EF
    -> taal en spraak
    -> sociale cognitie (emotieherkenning en mentalisatie)
    -> dementie (3x meer kans)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

psychiatrise gevolgen

A
  • zowel pre - Peri - als post ictaal (aanval) duiken op psychologische symptomen
  • interictaal: tussen aanvallen> angst en stemmingsstoornissen
  • comrobisiteit: ontwikkelingsstoornis (ADHD en autisme), functionele neurologische symptomen
  • vroeger: epileptisch persoonlijkheid
    nu: limbisch systeem > angst en depressie + persoonlijkheidsverandering
  • psychosociale effecten: externe locus of controle, zelfvertrouwen daalt, vermijdende coping, passiviteit, weinig probleemoplossend, eenzaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly