taak 5: (stap 4) populaties, steekproeftrekking en steekproefgrootte Flashcards

1
Q

5 stappen van verzamelen kwantitatieve data

A
  1. bepalen van participanten
  2. toestemming participanten/organisaties
  3. welke info verzamelen
  4. welke instrumenten
  5. administreren dataverzamelingsproces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

unit of analysis

A

op welk level data verzamelen
kunnen ook meerdere levels zijn (bv iets anders voor meten afhankelijke dan onafhankelijke var.)

onderzoekseenheden kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

specificeren populatie

A

als groep representief is: bredere conclusie trekken

populatie = groep individuen met dezelfde karakteristieken
keuze voor target population: daaruit sample (subgroep) selecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

probability sampling

A

aselecte steekproeven
representatieve subgroep van populatie:
elk lid van de populatie heeft een bepaalde, bekende kans om te worden opgenomen in de steekproef:
hoge externe validiteit: generaliseerbaar

-> simple random sampling (eenvoudige aselecte steekproeftrekking)
ieder individu evengrote kans om geselecteerd te worden voor deelname
zonder bias
bv elk individu nummer, automatisch genereren met software

-> systematic sampling (systematische steekproeftrekking)
zoveelste persoon of iets anders in lijst
nadeel bij bv alfabetische lijst: zelfde achternamen bij elkaar. Eerst husselen?

-> stratified sampling (gestratificeerde aselecte steekproeftrekking, ook wel gelaagde steekproef)
Eerst populatie onderverdelen a.d.h.v. relevante kenmerken. Dan binnen subgroepen simple random sampling
gebruik je bv als subgroepen niet evenredig aanwezig zijn. (vb blz 172)

-> multistage cluster sampling (multi-levelclustersteekproeftrekking)
opbreken van populatie, omdat te lastig is om lijst van de hele populatie te krijgen
(bv ipv eerst aselecte steekproef van scholen, aselecte steekproef van klassen, leerlingen uit die klassen doen mee)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nonprobability sampling approaches

A

selecte steekproeven: onbekend wat de kans is dat een lid van een populatie wordt opgenomen in de steekproef
minder goed te generaliseren
niet representatief: lage externe validiteit

-> convenience sampling
doen met degenen die zich aanmelden en dus willen

-> snowball sampling
start met klein aantal zorgvuldig gekozen deelnemers (seeds). Deze worden gevraagd vrienden en kennissen uit te nodigen die voldoen aan bepaalde eisen.
bv gebruikt bij moeilijk bereikbare groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sampling error

A

verschil tussen sample uitkomst en de uitkomst als je de hele populatie zou onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

size sample

A

zo groot mogelijke sample als mogelijk voor die populatie,
dan minder potentiele sampling error

kan (laten) berekenen, allerlei factoren worden meegenomen: sample size formulas

grof gezegd nodig voor statistisch gebruik:
- 65 participanten in elke groep van experiment
- 70 participanten voor correlatie onderzoek
- 350 participanten voor onderzoek met vragenlijst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

5 stappen kwalitatieve dataverzameling

A
  1. identificeren participanten en plaats
  2. toegang verkrijgen (toestemming)
  3. bepalen welke type data verzameld zal worden
  4. ontwikkelen van vormen van data-ontwikkeling (protocol of instrument)
  5. administreren van proces op ethische manier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verschillen bij deze stap tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek

A
  • kwant: zorgvuldig samenstellen sample
    kwal: degene kiezen die ons het beste kunnen helpen het fenomeen te begrijpen/ nog geen stem hebben gehad
  • Bij allebei toestemming nodig. Bij kwal. moet je ook echt naar de plaats toe voor bv interview. Hoger level van participeren.
  • Kwant: bestaand instrument gebruiken.
    Kwal: Niet, zelfontworpen protocol om info te organiseren
  • Bij kwal. bij administreren meer sensitiviteit nodig, komt bij mensen thuis/ op werkplek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

purposeful sampling (doelgerichte steekproeftrekking)

A

bewust individuen of plaatsen selecteren

sampling strategies - blz 241
vóór dataverzamelen of tijdens -> intentie van onderzoek bepaalt de manier van steekproeftrekking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

maximal variatie sampling

A

meerdere perspectieven van individuen/plekken met bepaalde eigenschap/kenmerk: complexiteit terug laten komen

casussen of individuen die verschillend zijn, dus eerst identificeren karakteristieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

extreme case sampling

A

specifieke extreme casus (positief of negatief) onderzoeken
vaak horen onderzoekers dit van anderen, bv via citaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

typical sampling

A

persoon of plek onderzoeken die voor buitenstaanders ‘typisch’ zijn voor de situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

theory or concept sampling

A

omdat die personen of plekken je helpen een concept of theorie te begrijpen, wordt verwacht dat die antwoord kunnen geven op de vraag:
daardoor genereren of ontdekken van een theorie of concept binnen een theorie

hiervoor moet je wel een goed begrip hebben van de bovenliggende theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

homogeneous sampling

A

omdat de personen/plekken een overeenkomstige karaktereigenschap of kenmerk hebben (subgroep)

hiervoor moet je karakteristieken identificeren en daarbij personen/plekken zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

critical sampling

A

uitzonderlijke dramatische casus binnen fenomeen, onderzoeken om van te leren

17
Q

opportunistic sampling

A

zaken/personen die tijdens onderzoek naar voren komen meenemen (bv specifieker)

sample emerge (tevoorschijnkomen)

scherp zijn of je niet afdrijft van onderzoeksdoel

18
Q

snowball sampling

A

niet weten wie/ wat te onderzoeken, bv nog onbekend of te complex

participanten vragen wie zij aanraden

19
Q

confirming en disconfirming sampling

A

onderzoeken wat eerdere bevindingen kan bevestigen of ontkrachten
kan voor of tijdens een onderzoek

20
Q

aantal personen/plekken kwalitatief

A

klein aantal
- mogelijkheid om diepgaand beeld te schetsen verminderd bij toevoegen nieuwe personen of plekken
- kan ook 1 persoon of plek zijn. Meer kan onderzoek log maken. Kost veel tijd.