T9 Interpersoonlijke processen: eerste indrukken en relaties Flashcards

1
Q

Wat is het nabijheidseffect?

A

Hoe meer we mensen zien en met ze omgaan, hoe groter de kans dat ze
onze vrienden worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het blootstellingseffect?

A

Hoe meer we blootgesteld worden aan een bepaalde stimulus (persoon),
hoe groter de kans is dat we vertrouwd raken met de stimulus en
empathie/vriendschap ontstaat. (dit geldt voor zowel voorwerpen, muziek,
etc. als personen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is naast nabijheid nog een
belangrijk ingrediënt voor een
relatie? 3x

A

Gelijkenis (soort zoekt soort), een match tussen:
• Meningen en persoonlijkheid → we vinden een ander sympathieker
naarmate zijn ideeën met onze eigen opvattingen overeenkomen.
Hetzelfde geldt voor karaktereigenschappen.
• Interesses en ervaringen → je komt mensen tegen die dezelfde
situatie (interesse) hebben gekozen (gedeelde ervaring)
• uiterlijk → gelijkenis in uiterlijkheden trekt ook aan (allebei een bril)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zegt onderzoek over
genetica en het ontstaan van
relaties?

A

Uit onderzoek is gebleken dat mensen met dezelfde DNA vaker bevriend
zijn. Het gaat om een correlatie. Mensen met hetzelfde DNA hebben ook
meer kans, dicht bij elkaar te wonen (daar woonden hun voorouders ook);
mensen met hetzelfde DNA vinden vaak dezelfde sporten leuk (mijn vader
speelt ook tennis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen
feitelijke en waargenomen
gelijkenis?

A

• Waargenomen gelijkenis is de gelijkenis, waarvan mensen vinden dat
ze die samen hebben.
• Feitelijke gelijkenis is de gelijkenis, die daadwerkelijk geobserveerd
wordt.
Waargenomen gelijkenis is een betere voorspeller van sympathie en
aantrekkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt wederzijdse

genegenheid in?

A

Als we weten dat iemand ons aardig vindt, vinden we deze persoon
aantrekkelijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke signalen gebruiken we
om te bepalen of iemand ons
aardig vindt?

A

Verbale en non-verbale signalen die we ontvangen, zorgen ervoor dat we
bepalen of een persoon ons aardig vindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke waarden hechten
mannen en vrouwen aan
aantrekkelijkheid?

A

Uit onderzoek blijkt dat beide seksen waarde hechten aan

aantrekkelijkheid, maar dat het voor mannen iets sterker geldt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat verstaan we onder

aantrekkelijkheid?

A

We worden via media geconfronteerd met wat mooi is en mooi wordt
geassocieerd met goed (Disneyfilms). Mooi wordt geassocieerd met kleine
neus, grote ogen, welgevormde lippen, gave huid en een slank atletisch
lichaam (Barbie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de kracht van
vertrouwdheid t.o.v.
aantrekkelijkheid
?

A

De variabele die de belangrijkste verklaring biedt voor interpersoonlijke
aantrekkelijkheid is vertrouwen. Het ligt ten grondslag aan veel van de
ander besproken concepten (nabijheid, gelijkenis, wederzijdse sympathie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welk onderzoek is gebleken
dat aantrekkelijkheid
ongelijkheid in de hand kan
werken?

A

Er werd gekeken naar aantrekkelijkheid van te vroeg geboren baby’s. de
mate van aantrekkelijkheid voorspelde beter of een kind gezond werd, dan
hun medische dossier. Hoe aantrekkelijker de pasgeborene was hoe meer
aandacht ze kregen van de zusters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het halo-effect in?

A

Een cognitieve bias waarbij de perceptie van een positieve eigenschap
ertoe leidt dat we gemakkelijker geloven dat dit individu ook andere
positieve eigenschappen heeft (die misschien helemaal niet bewezen zijn).
Zo wordt gedacht dat aantrekkelijke mensen socialer, assertiever,
populairder, gelukkiger, etc. zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk bewijs is er dat
selffulfilling prophecy t.o.v.
aantrekkelijkheid onze reactie
op andere beïnvloeden?

A

Mannen kregen een foto te zien van een vrouw. Deze foto was of
aantrekkelijk of onaantrekkelijk. Vervolgens moesten ze een
telefoongesprek met een vrouw houden (niet van de foto, maar zij dachten
van wel). Indien de man dacht dat hij met een aantrekkelijke vrouw
praatte, was zijn reactie op haar aardiger en warmer, dan wanneer hij met
een onaantrekkelijke vrouw praatte. Bovendien had het gedrag van de
man invloed op de manier waarop de vrouwen zelf reageerden
(selffulfilling prophecy)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt evolutionaire
psychologie in (EP)
?

A

Zij proberen gedrag te verklaring vanuit de functie van het gedrag. Welke
functie heeft het gedrag om te kunnen overleven of te kunnen
voortplanten. Daarbij spelen genetische factoren een rol, die in de loop
van de jaren zijn geëvolueerd volgens de principes van natuurlijke selectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe selecteren mannen en
vrouwen hun partner volgens
EP?

A

Vrouwen hebben een grote ouderlijke investering (zwangerschap en
zorgen), waardoor zij kritischer zijn bij het selecteren van hun partner
(hoge aanzien, steun leveren).
Mannen hebben een kleinere ouderlijke investering (bezwangeren en
klaar), maar willen wel graag hun genen doorgeven (uiterlijkheden, gezond
om te reproduceren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke conclusie kan je uit het
onderzoek van Finkel en
Eastwick trekken (speeddaten)?

A

Ze lieten eerst mannen de vrouwen benaderen en vervolgens moesten
beide seksen de date beoordelen. Bij een volgend onderzoek lieten ze
vrouwen de mannen benaderen.
Sekseverschillen zijn niet alleen evolutionair te verklaren, maar zijn ook toe
te schrijven aan de standaard rolverdeling. Als jij degene bent die
benaderd wordt, geeft je dat een gevoel van controle. Je voelt je gewild en
hebt het gevoel dat je iets te kiezen hebt. Bij zowel de vrouwen, als de
mannen (die werden in de tweede ronden benaderd door de vrouwen)
zorgde dit ervoor dat ze kritischer waren bij de beoordeling van de date.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hebben mobiele apparaten

invloed op onze communicatie?

A

De aanwezigheid van een mobiel apparaat verminderd de gevoelens van
vertrouwen, nabijheid en empathie t.o.v. elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke valkuilen hebben online

daten? 2x

A
  • algoritme van de computer leidt niet tot een hoger succespercentage
  • mensen zijn niet altijd even eerlijk op hun profiel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is kameraadschappelijke

liefde?

A

De intimiteit en affectie die we voelen als we veel om iemand geven, maar
geen passie of opwinding voelen in zijn of haar aanwezigheid

20
Q

Wat is hartstochtelijke liefde?

A

Een intens verlangen dat we naar iemand voelen, dat gepaard gaat met
fysieke opwinding

21
Q

welke culturele verschillen zie je

m.b.t. liefde?

A

Romantische liefde wordt in individuele culturen als basis gezien van een
goed huwelijk, maar minder nadrukkelijk aanwezig is in collectieve
culturen.
In de individualistische cultuur is het kiezen van een liefde iets
persoonlijks, terwijl bij een collectieve cultuur je rekening moet houden
met de wensen van de familie en andere groepsleden.

22
Q

Wat houdt een hechtingsstijl in?

A

De verwachtingen die mensen ontwikkelen ten aanzien van relaties met
anderen, gebaseerd op de relatie die zij als baby hadden met hun primaire
verzorger

23
Q

Welke drie soorten

hechtingsstijlen heb je?

A
  1. Veilige hechting
    - Kenmerkend gedrag in vreemde situatie: huilt als moeder verdwijnt, vraagt aandacht als ze terugkomt, gaat verder met spel na getroost te zijn
    - Kenmerkend gedrag in kindertijd en volwassenheid: gaat in het algemeen langdurige en stabiele relaties aan
    - Geschatte proportie: 2/3
  2. Vermijdende hechting:
    - Kenmerkend gedrag in vreemde situatie:
    Geeft weinig aandacht aan moeder, toont nauwelijks angst als ze verdwijnt, wordt snel getroost
    - Kenmerkend gedrag in kindertijd en volwassenheid: gaat in het algemeen vluchtiger relaties aan dan veilig gehechte personen
    - Geschatte proportie: 1/4
  3. Angstig-ambivalente hechting
    - Kenmerkend gedrag in vreemde situatie: blijft dicht bij moeder, toont angst als ze verdwijnt, is niet gemakkelijk te troosten
    - Kenmerkend gedrag in kindertijd en volwassenheid: neigt in het algemeen naar overbetrokkenheid in gering aantal relaties
    - Geschatte proportie: 1/10
24
Q

Welke vierde categorie is hier

later nog aan toegevoegd wat betreft de hechtingstijlen?

A

Gedesorganiseerde-gedesoriënteerde hechtingsstijl: een hechtingsstijl die
wordt gekenmerkt door inconsistent en vaak tegenstrijdig gedrag

25
Q

Wat houdt de sociale

uitwisselingstheorie in?

A

We beoordelen onze relatie aan de hand van kosten en baten. Hoe meer
we uit de relatie krijgen en hoe minder het ons kost, hoe aardiger we
iemand vinden. Het resultaat van de relatie wordt bepaald door een
directe afweging tussen de kosten en baten.

26
Q

M.b.v. welke drie aspecten
maak je een beslissing over je
relatie?

A
  • wat levert de relatie me op
  • wat kost de relatie me
  • wat voor een soort relatie verdien ik
27
Q

Welke hersendelen worden

geactiveerd bij verliefdheid?

A

Het ventraal tegmentale gebied en de nucleus caudatus. Deze gebieden
worden als het beloningscentrum van de hersenen gezien dat rijk is aan
dopamine

28
Q

Wat zegt een
vergelijkingsniveau over je
relatie?

A

Sommige mensen hebben een hoog vergelijkingsniveau; zij verwachten
veel baten en weinig kosten. Als een bepaalde relatie niet aan dat
verwachte vergelijkingsniveau voldoet, worden ze ongelukkig en
ontevreden. Mensen met een laag vergelijkingsniveau zouden in diezelfde
relatie echter gelukkig zijn, omdat ze er standaard van uitgaan dat relaties
moeilijk zijn en veel kosten.

29
Q

Wat is het vergelijkingsniveau
voor alternatieven
?

A

Een hoog vergelijkingsniveau voor alternatieven zorgt ervoor dat je denkt,
dat je ergens anders beter kan krijgen. Een laag vergelijkingsniveau voor
alternatieven zorgt ervoor dat je, je relatie beter niet kan inruilen, omdat
het elders niet beter zal zijn.

30
Q

Wat houdt het
investeringsmodel van Caryl
Rusbult in?

A

Bij een relatie neem je de investeringen mee, om je relatie te beoordelen.
Al deze investeringen gaan verloren als je uit de relatie stapt. Dit kunnen
tastbare zaken zijn (financiën, bezittingen), maar ook niet-tastbare zaken
(kinderen, energie, tijd)

31
Q

Wat houdt de gelijkheidstheorie

in?

A

Sommige onderzoeken hebben moeite met de sociale uitwisselingstheorie.
We zijn er niet alleen opuit om de grootste mogelijke beloning te krijgen
tegen de minste kosten, maar hebben ook oog voor rechtvaardigheid in
relaties. Kosten en baten die wij leveren en krijgen moeten gelijk zijn aan
elkaar.

32
Q

Wat is de sleutel tot een goede

relatie?

A

In langdurige intieme relaties lijkt sprake te zijn van een lossere opvatting
van geven en nemen en niet van een rigide voor-wat-hoort-wat-strategie.

33
Q

Wat zijn uitwisselingsrelaties?

A

Relaties waarin sprake is van een behoefte aan gelijkheid

34
Q

Wat is een communale relatie?

A

Relaties waarin mensen vooral willen inspringen op de behoeften van de
ander

35
Q

Welke vier fases doorloop je bij

het beëindigen van je relatie? 4x

A
  1. het intrapersoonlijke stadium →je denkt veel na over je
    ontevredenheid van de relatie
  2. het dyadische stadium → je bespreekt de relatiebeëindiging met je
    partner
  3. het sociale stadium → de beëindiging wordt medegedeeld aan de
    omgeving
  4. de tweede intrapersoonlijke stadium → je herstelt van de breuk
36
Q

Er zijn vier gedragstypen bij het

bij een getroebleerde relatie?

A

Destructieve gedragstype:
• actief toebrengen van schade (mishandeling, dreigen de relatie te
beëindigen)
• passieve manier (weigeren aan problemen te werken, partner
negeren)
Constructieve gedragstype:
• actief proberen de relatie te verbeteren (problemen bespreken, in
therapie gaan)
• passief loyaal blijven aan de relatie (wachten en hopen dat deze
verbeterd)

37
Q

Wat is fatale aantrekkelijkheid?

A

Als we eigenschappen die we aanvankelijk aantrekkelijk vonden, gaan
verafschuwen

38
Q

Hoe ervaren we een breuk? 3x

A

Dit is afhankelijk van onze rol in de breuk
• zijn we de dumper heb je de minste last van de breuk, je voelt je
schuldig.
• zijn we de gedumpte heb je fysieke en emotionele klachten.
• was het een gezamenlijke beslissing zat je tussen de dumper en de
gedumpte in qua reactie
Daarnaast ervaren vrouwen een breuk negatiever dan mannen.

39
Q

Online datingsites en -apps beweren drie belangrijke diensten voor hun gebruikers te garanderen: (1) het verzamelen van een groot aantal profielen om te doorzoeken, (2) het mogelijk maken van communicatie met potentiële partners die wordt gefaciliteerd door computers, en (3) het matchen van gebruikers op grond van compatibiliteitsanalyses (zie tekstboek p. 338). Daarmee beïnvloedt deze relatief nieuwe technologie in het internettijdperk drie factoren die samenhangen met hoe aantrekkelijk mensen gevonden worden.

Op welke aantrekkelijkheidsfactoren is online dating van invloed? Gebruik daarbij termen als nabijheid, vertrouwdheid en gelijkenis

A

Doordat op online datingsites en -apps heel veel profielen van gebruikers beschikbaar zijn, brengt deze technologie veel meer mensen nabij dan in de fysieke wereld mogelijk is. Nabijheid is een van de eenvoudigste determinanten van aantrekkelijkheid. Mensen die we vaak ontmoeten of waarmee we veel communiceren worden in veel gevallen ook onze vrienden en geliefden. Dat is het gevolg van het blootstellingseffect: hoe meer we worden blootgesteld aan een stimulus hoe groter de kans dat we daar positief over zijn. Dit effect treedt natuurlijk alleen op in toepassingen die toelaten om eenzelfde profiel meermaals te bezoeken.

Online datingsites en -apps faciliteren de communicatie tussen potentiële partners en heeft daarmee invloed op de nabijheid, maar ondersteunt en bevordert ook vertrouwdheid. Door op een veilige en laagdrempelige manier met elkaar in contact te komen en te communiceren, kunnen mensen elkaar leren kennen en vertrouwd met elkaar raken.

Het matchen van gebruikers op grond van compatibiliteitsanalyses versterkt verder de gelijkenis. Een match tussen onze belangen, attitudes, waarden, achtergrond of persoonlijkheid met die van een ander maakt die persoon voor ons aantrekkelijker.

40
Q

Welke invloed heeft online dating-technologie op de aantrekkelijkheidsfactor nabijheid ?

A

In de virtuele wereld van het online daten is nabijheid minder afhankelijk van fysieke en functionele afstand zoals in de fysieke wereld. Potentiële partners die ver weg wonen, komen toch nabij. Afhankelijk van het soort app kan daardoor het blootstellingseffect in werking treden en kunnen we vertrouwd met ze raken. Zo blijkt uit onderzoek dat de sociale afstand dankzij technologie is verkleind. Sociaal psychologen onderzochten bijvoorbeeld het berichtenverkeer tussen 240 miljoen mensen in een SMS-netwerk. Het bleek dat twee willekeurige gebruikers in 90 procent van de gevallen via slechts 7 andere gebruikers met elkaar verbonden waren.

41
Q

Welke invloed heeft online dating-technologie op de aantrekkelijkheidsfactor gelijkenis?

A

Online daten versterkt de voorkeur van mensen voor personen die een grote gelijkenis vertonen. De gebruikte matching-algoritmen zijn gebaseerd op compatibiliteit en niet op complementariteit (‘tegenpolen trekken elkaar aan’). Zo bleek uit sociaalpsychologisch onderzoek bijvoorbeeld dat daters meer contact zochten met personen met een vergelijkbaar populariteitsniveau dan op basis van kansberekening verwacht kon worden. Populaire gebruikers stuurden meer berichten naar andere populaire gebruikers en minder populaire gebruikers stuurden juist meer berichten naar andere minder populaire gebruikers. Dat verschijnsel kan versterkt zijn door de gebruikte algoritmes. Gelijkenissen behouden hun waarde in door technologie gedreven relaties.

Uit sociaalpsychologisch onderzoek blijkt ook dat het belang van gelijkenis afhangt van het soort relatie waarnaar men op zoek is. Deelnemers die op zoek zijn naar een duurzame, romantische relatie kiezen vaker voor gelijkenis. Mensen met minder behoefte aan binding en op zoek naar lossere contacten (zoals onenightstands) en relaties (‘friends with benefits’) kiezen vaker voor iemand die opvallend anders is.

42
Q

Welke invloed heeft online dating-technologie op de aantrekkelijkheidsfactor vertrouwdheid ?

A

Vertrouwdheid bevordert meestal de aantrekkelijkheid, zelfs in die mate dat alleen al de blootstelling aan een persoon de sympathie vergroot. Hoe vertrouwder een persoon is (bijvoorbeeld als gevolg van blootstelling), hoe aantrekkelijker die beoordeeld wordt. Bij online dating geschiedt blootstelling in de eerste plaats door het bekijken van het online profiel en bijhorende profielfoto’s.

Deelnemers aan online daten proberen vaak hun profiel zo aantrekkelijk mogelijk te maken om positieve eigenschappen te benadrukken. De profielfoto maakt de waarneming van fysieke aantrekkelijkheid mogelijk, en fysieke aantrekkelijkheid heeft vaak tot gevolg dat aan de betreffende persoon ook andere positieve eigenschappen worden toegeschreven. Er treedt een halo-effect op: een cognitieve bias waarbij de perceptie van een positieve eigenschap van een persoon (bijvoorbeeld schoonheid) ertoe leidt dat we gemakkelijker geloven dat deze persoon ook beschikt over andere positieve eigenschappen. Van knappe mensen wordt vaak gedacht dat ze ook socialer, extraverter, seksueler, gelukkiger en assertiever zijn dan minder knappe mensen. Dit effect doet zich ook voor in de online wereld.

Maar blootstelling kan in de online datingwereld ook omgekeerd werken. Extra blootstelling kan negatieve kenmerken onthullen die in contrast staan met de eerste positieve indruk na het bezoek aan het profiel. Zo is in onderzoek gevonden dat wanneer deelnemers (die elkaar alleen kenden van hun online profiel) elkaar ontmoetten, de sympathiescore voor de date afnam met de toename van de hoeveelheid kennis over die date. Tijdens de afspraak raakten de deelnemers meer vertrouwd met de partner en daarmee groeide het besef dat de eerste indruk gebaseerd op het (vaak ambigue) websiteprofiel niet zo nauwkeurig was. De onthulling van negatieve eigenschappen van de partner gaf aanleiding tot een daling van de sympathie en aantrekkelijkheid.

43
Q

Een vriendin van Lieve maakt zich zorgen en vraagt zich af of Jelle wel toegewijd is aan zijn relatie met Lieve, en hoe lang Lieve toegewijd zal blijven. Hoe zou deze vriendin de tevredenheid van Lieve met haar relatie inschatten als ze gebruik maakt van de sociale uitwisselingstheorie?

A

Er bestaan meerdere theorieën over de tevredenheid ten aanzien van relaties, zoals de sociale uitwisselingstheorie. Die stelt dat de mate waarin mensen zich tevreden voelen over hun relatie afhangt van (1) hun perceptie van wat die relatie hun oplevert, (2) hun perceptie van wat de relatie hun kost, (3) hun perceptie van wat voor soort relatie ze verdienen, en (4) van de kans op een betere relatie met iemand anders. Zoals in een economisch model worden kosten en baten van de relatie als het ware tegenover elkaar afgewogen en wordt de beste relatie ‘gekocht’. De baten zijn de positieve, bevredigende aspecten van een relatie die haar de moeite waard maken en versterken. Er zijn voor Lieve nog enkele baten in deze relatie, zoals economische zekerheid doordat Jelle een goedbetaalde baan heeft, en de rol die Jelle speelt als vader voor de kinderen. De laatste tijd lijken veel baten uit het verleden echter te verschralen, zoals intimiteit, gedeelde interesses en ervaringen, wederzijdse steun en gezamenlijke zorg voor de kinderen. Ook de kosten van de relatie zijn de afgelopen tijd veranderd, zoals kritiek krijgen op gedrag en meningen, er vaak alleen voor staan, en meer tijd en energie in het huishouden moeten investeren omdat Jelle afwezig is voor zijn sportbeoefening. Voor Lieve lijkt de balans tussen de baten en kosten van haar relatie verslechterd te zijn. Hoe dat haar tevredenheid met die relatie verandert, hangt echter ook af van haar vergelijkingsniveau: haar verwachtingen ten aanzien van de relatie in termen van kosten en baten. Als Lieve een hoog vergelijkingsniveau heeft en veel baten en weinig kosten verwacht dan zal ze waarschijnlijk ongelukkig en ontevreden zijn met de huidige situatie. Als Lieve een laag vergelijkingsniveau heeft, is het best mogelijk dat ze nog tevreden is met haar relatie omdat ze ervan uitgaat dat relaties moeilijk zijn en veel kosten. Uit de beschrijving van de casus blijkt dat Lieve eerder een hoog vergelijkingsniveau heeft en waarde hecht aan relationele baten zoals intimiteit, verbondenheid en wederzijdse steun.

Tot slot speelt ook het vergelijkingsniveau voor alternatieven een rol in de tevredenheid over een relatie. Doordat Lieve voor de zorg voor haar jongste kind haar baan heeft opgezegd, lijken haar mogelijkheden om andere relaties aan te gaan en daarin een alternatief te vinden gering. Mogelijk bieden haar activiteiten als vrijwilliger kansen om nieuwe contacten te leggen. Jelle heeft in dat opzicht wellicht een hoger vergelijkingsniveau voor alternatieven. Hij maakt deel uit van een groep mensen met een sterke gemeenschappelijke passie voor hardlopen, die veel tijd gezamenlijk besteden aan deze passie, maar ook andere activiteiten ontplooien en buitenstaanders op afstand houden. De kans dat vrouwelijke leden van die groep aantrekkingskracht hebben op Jelle is gezien factoren als nabijheid, gelijkenis en vertrouwdheid relatief hoog, en dus is er ook de kans dat zich alternatieve relaties ontwikkelen die voor Jelle een nog gunstiger balans tussen baten en kosten opleveren.

44
Q

Hoe levert het investeringsmodel van Rusbult (1983) inzicht in de kans dat Lieve ontevreden en ongelukkig wordt met haar relatie?

A

Mensen zijn soms niet tevreden met hun relatie maar besluiten deze toch niet stop te zetten, ook al zijn rooskleuriger alternatieven beschikbaar. In haar investeringsmodel voor hechte relaties identificeert Rusbult een extra factor die hierbij in ogenschouw genomen moet worden: de investering in een relatie, of alles wat mensen in een relatie hebben gestoken en dus zouden verliezen als ze eruit stappen. In het geval van Lieve is een duidelijke investering dat ze met werken is gestopt om voor haar zoon te kunnen zorgen. Dat maakt haar kwetsbaar omdat ze het economisch een stuk moeilijker zou krijgen als ze uit de relatie zou stappen. Maar ook de emotionele energie die ze heeft gestoken in de relatie met haar partner en de kinderen zou verloren gaan in geval van scheiding. Behalve de balans tussen baten en kosten, het vergelijkingsniveau en het vergelijkingsniveau voor alternatieven moet dus ook de investering in de relatie in ogenschouw genomen worden bij het verklaren van de mate van tevredenheid met en toewijding aan een relatie.

45
Q

Werpt de gelijkheidstheorie (in vergelijking met de sociale uitwisselingstheorie) een ander licht op de redenen waarom Lieve tevreden of ontevreden met haar relatie zou zijn?

A

Aanhangers van de gelijkheidstheorie stellen dat mensen zich bij het evalueren van hun relatie niet alleen laten leiden door een vergelijking tussen kosten en baten voor henzelf. Ze hechten daarentegen bovenal waarde aan rechtvaardigheid in relaties, waarbij de kosten en baten worden vergeleken met die van de partner. Volgens deze theorie zijn gelijkwaardige relaties het bevredigendst en stabielst. In ongelijkwaardige relaties draagt een van de partners de grootste kosten en/of haalt een van de partners de meeste baten uit de relatie. Bij gelijkwaardige relaties liggen de kosten en baten van beide partners op een vergelijkbaar niveau.

Volgens de gelijkheidstheorie voelen in een ongelijkwaardige relatie zowel de bevoordeelde als de benadeelde partner zich ongemakkelijk. Beide zijn gemotiveerd om de gelijkwaardigheid in de relatie te verbeteren, bijvoorbeeld door meer kosten te maken of de ander meer baten te gunnen. Een partner vergelijkt dus niet alleen zijn/haar eigen kosten en baten met elkaar, zoals de sociale uitwisselingstheorie vooropstelt. In plaats daarvan vergelijkt elke partner zijn/haar kosten en baten vooral met die van de ander en beoordeelt op basis daarvan de (on)gelijkwaardigheid in de relatie. Bij ongelijkwaardigheid is er ook vanuit de bevoordeelde partner een neiging om – op basis van sterke sociale normen of een gevoel van schuld – de gelijkwaardigheid in de relatie te verhogen. In het geval van de casus bij deze opdracht zou dat kunnen betekenen dat Jelle vaststelt dat hij meer baten heeft bij de relatie dan Lieve, en als gevolg daarvan opnieuw gaat investeren in relationele energie, intimiteit en empathie.

46
Q

Volgens Clark en Mills (1993) laten intieme relaties zich beter beschrijven als communale relaties dan als uitwisselingsrelaties. Wat impliceert dat voor de conclusies over de tevredenheid van Lieve met haar relatie, die steunen op de sociale uitwisselingstheorie, het investeringsmodel en de gelijkheidstheorie?

A

Niet-intieme, oppervlakkige, losse relaties zijn vaak te beschouwen als uitwisselingsrelaties waarbij er een behoefte bestaat aan gelijkheid tussen wat men bijdraagt aan de relatie en wat men eruit haalt. In langdurige, intieme relaties is er minder sprake van een dergelijke rigide voor-wat-hoort-wat-aanpak. Interacties met goede vrienden, familieleden en geliefden/partners laten zich minder leiden door het gelijkheidsbeginsel, maar meer door de wens elkaar in tijden van nood bij te staan. Er gaat in dergelijke relaties minder druk uit van gelijkheid op een gegeven moment omdat de relatie langdurig is en er bij ongelijkwaardigheid de mogelijkheid bestaat dat er op den duur wel een mate van gelijkheid zal ontstaan.

De kans dat Lieve ongelukkig is in haar relatie met Jelle is op basis van de sociale uitwisselingstheorie (haar kosten overstijgen haar baten), en de gelijkheidstheorie (ongelijkwaardigheid tussen haar kosten en baten en die van haar partner) als redelijk hoog in te schatten. Maar uitgaande van het communale karakter van hun intieme relatie is het mogelijk dat Lieve toch besluit toegewijd te blijven. Dat zou ze dan kunnen doen vanuit de gedachte dat Jelle nu door tegenslag op het werk compensatie zoekt in zijn passie als hardloper en dat ze hem in tijden van nood daarin moet steunen, zoals ook hij haar eerder heeft bijgestaan. In deze perceptie is ongelijkwaardigheid een tijdelijke situatie en zal de gelijkwaardigheid zich op termijn herstellen, bijvoorbeeld als de zorgen op het werk van Jelle achter de rug zijn.

47
Q

Welke van deze twee gebruikers van een online datingsite is waarschijnlijk het eerlijkst, afgaande op de informatie in het datingprofiel? Beschrijf waarom je dat denkt, gebaseerd op sociaalpsychologisch onderzoek zoals besproken in het leerboek.

A

Op basis van de informatie in de online datingprofielen is het waarschijnlijker dat het profiel van Claudia nauwkeuriger en waarheidsgetrouwer is dan dat van Dora. Verschillende onderzoeken zijn uitgevoerd naar de nauwkeurigheid en waarheidsgetrouwheid van online datingprofielen. Toma en Hancock (2012) geven drie tips die helpen bij het beoordelen van de waarachtigheid van een online datingprofiel. Op basis daarvan kun je het volgende constateren.

Claudia maakt in haar online datingprofiel meer gebruik van voornaamwoorden in de eerste persoon (zoals ‘ik’ of ‘mij’) in tegenstelling tot Dora. Het vermijden van deze voornaamwoorden is kenmerkend voor mensen die liegen of overdrijven omdat ze zich zo psychologisch kunnen distantiëren van (halve) leugens.

Dora maakt in haar online datingprofiel meer gebruik van ontkenningen of negatieve wendingen (bijvoorbeeld ‘niet huiselijk’ in plaats van ‘graag uitgaan’, of ‘niet afkerig van ontdekkingsreizen’ in plaats van ‘zin in avontuur’) dan Claudia.

Het online datingprofiel van Claudia bevat meer woorden en meer informatie dan dat van Dora. De waarheid verdraaien is immers hard werken en cognitief belastend.