Stemmingsstoornissen Flashcards

1
Q

Criteria depressieve episode

A

Minstens 1 kernsymptoom (sombere of prikkelbare stemming/geen plezier meer beleven, verminderde interesse) en 4 overige symptomen (problemen met eten -> gewichtsverlies/toename, problemen met slapen, vermoeidheid, futloos, schuldig/waardeloos voelen, concentratieproblemen/besluiteloosheid, suïcidegedachten, traag/onrustig zijn)
Duurt minstens 2 weken en veroorzaakt lijden of beperkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Criteria manische episode

A

Minstens beide kernsymptomen (aanhoudend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming en aanhoudend toegenomen activiteit en energie) en 3 overige symptomen (verminderde slaapbehoefte, overdreven gevoel van eigenwaarde of grootheidsideeën, gedachtevlucht, verhoogde afleidbaarheid, toegenomen spraakzaamheid, toegenomen doelgericht activiteit en/of psychomotorische agitatie, zich overgeven aan onbewonnen bezigheden met grote kans op pijnlijke consequenties)
Duurt minstens 1 week en veroorzaakt lijden of beperkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Criteria hypomane episode

A

Minstens beide kernsymptomen (aanhoudend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming en aanhoudend toegenomen activiteit en energie) en 3 overige symptomen (verminderde slaapbehoefte, overdreven gevoel van eigenwaarde of grootheidsideeën, gedachtevlucht, verhoogde afleidbaarheid, toegenomen spraakzaamheid, toegenomen doelgericht activiteit en/of psychomotorische agitatie, zich overgeven aan onbewonnen bezigheden met grote kans op pijnlijke consequenties).
Duurt minstens 4 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Criteria gemengde episode

A

Gelijktijdig manisch en depressief, minstens 1 week.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dysthyme stoornis (NU PERSISTEREND DEPRESSIEF)

A

Minstens 2 jaar, meer dagen wel dan niet (bij kinderen minstens 1 jaar, niet 2 maanden zonder).
Minstens twee van de volgende symptomen:
slechte eetlust of te veel eten
insomnia of hypersomnia
vermoeidheid of energieverlies
gering gevoel van eigenwaarde
gevoelens van hulpeloosheid
verminderde concentratie en besluiteloosheid
-> nooit langer dan 2 mnd zonder symptomen in het eerste jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis

A

Minstens 3x per week woede-uitbarstingen.
verdrietige, prikkelbare of boze stemming -> bijna iedere dag minstens 12 maanden.
symptomen in 2 verschillende omgevingen
aanvang tussen 6-18 jaar.
voldoet niet aan criteria manische episode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillen in de manifestatie van depressie bij verschillende leeftijden?

A

Bij jonge kinderen zijn er nog geen cognitieve symptomen. Symptomen nemen toe met de leeftijd en worden steeds meer internaliserend. Voor de leeftijd van 10 jaar is er nog geen suïcide, alleen suïcidegedachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Prevalentie depressie in Nederland

A

2.8% depressieve stoornis, 21.4% depressieve symptomen (13-17 jaar). 18.7% van alle Nederlanders krijgt er mee te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prevalentie depressie internationaal

A

2% depressieve stoornis bij kinderen, 8% depressieve stoornis bij adolescenten. 14-25% heeft depressieve klachten voor volwassenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is er onderdiagnostiek bij jongeren? (7punten) stemmingsstoornis

A
  • vaak niet zichtbaar
  • verbergen door schaamte
  • toegankelijkheid zorg
  • onvoldoende kennis op vindplaatsen
  • kennis over vroegtijdig herkennen stemmingsproblemen is beperkt
  • andere kenmerken: vervreemding/conflicten met ouders, schoolverzuim, hopeloosheid, gewichtsverlies, zelfbeschadiging
  • andere uitingsvorm en comorbide problematiek (40-90% comorbide diagnose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stoornissen moeten worden uitgesloten bij stemmingsstoornissen?

A
  • middelenmisbruik
  • medische ziekte/lichamelijke oorzaak
  • angststoornissen
  • adhd
  • ptss
  • leerproblemen
  • gedragsproblemen
  • levensgebeurtenissen
  • rouw (DSM-IV)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Jongens/meisjes ratio stemmingsstoornissen

A

1:1 bij kinderen, 1:2 bij adolescenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sekseverschillen in symptomen stemmingsstoornissen

A

Jongens: prikkelbaar, leerproblemen, huilen, agressief gedrag (en meer middelengebruik en risicovol gedrag)
Meisjes: stil, geremd, treurig, teruggetrokken (meer lichamelijke symptomen, toename eten, meer cognitief, meer chronisch)
- hormonale invloeden
- belang sociale relaties
- meer stressoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoelang duren depressies en wanneer is de onset?

A
  • depressie gemiddeld 9mnd, dysthym 2.5 jaar

- onset depressie 14 jaar, dysthym 11 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Etiologie depressie

A
  • biologische factoren: genen (30-50% variantie), neurotransmitters en hormonen
  • intrapersoonlijk: schema’s, cognitieve vaardigheden/competentie model, attributies
  • Proximale factoren: opvoeding
  • contextuele factoren: negatieve levensgebeurtenissen > diathese stress model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beschermende factoren stemmingsstoornissen

A
  • hechte gezinsband,
  • goed contact met vader
  • goede copingsstrategieën
17
Q

Behandeling stemmingsstoornissen

A
  • medicatie
  • interpersoonlijke therapie
  • cognitieve gedragstherapie
18
Q

Effectiviteit preventie stemmingsstoornissen

A
  • universeel: geen effect
  • selectief: effectief
  • geïndiceerd: effectief
19
Q

Effectiviteit interventies CGT stemmingsstoornissen

A
  • effect size 0.53 = medium

- 50% vrij van klachten na CGT

20
Q

Differentiaaldiagnose stemmingsstoornissen

A
  • voedings- en hechtingsstoornissen
  • gedragsstoornis
  • angststoornis
  • schizofrenie
  • middelengebruik
  • somatische aandoeningen
  • rouw
21
Q

Comorbiditeit stemmingsstoornissen

A

40-90% nog 1 stoornis, 20-50% nog 2.

  • angststoornis
  • gedragsstoornis
  • eetstoornis
  • taalstoornis
  • slaapstoornis
  • middelengebruik
  • somatoforme stoornis