Psychotische stoornissen Flashcards
1
Q
wat zijn drie belangrijke kenmerken van psychoses?
A
- hallucinaties
- wanen
- denkstoornissen
2
Q
welke categorieën zijn er bij psychotische stoornissen?
A
- wanen en hallucinaties
- motivationele technieken
- neurocognitieve beperkingen
- affectieve disregulatie
3
Q
criteria schizofrenie
A
- twee of meer symptomen, langer dan 1 maand (wanen, hallucinaties, gedesorganiseerde spraak, gedesorganiseerd katatoon gedrag, negatieve symptomen
- achteruitgang in functioneren
- continue symptomen > zes maanden
- uitsluiten van affectieve stoornissen
- niet toe te schrijven aan drugs of zieke
- bij voogeschiedenis van autisme ss: promente wanen/hallucinaties
4
Q
comorbiditeit psychotische stoornis
A
- middelengebruik
- angst
- depressie
- suïcidaliteit
5
Q
Differential psychotische stoornis
A
- organische psychose/delier
- drugsgebruik
- bipolaire stoornis
- persoonlijkheidsstoornis
- trauma, PTSS, rouw
- depressie
- ASS
- OCD
- taalstoornis
6
Q
ontwikkeling schizofrenie
A
- pre- en perinatale invloeden
- voorlopers in kindertijd
- adolescentie
- prodromale fase
- psychose
- chronische beperking
7
Q
beloop schizofrenie
A
- 15% één episode, geen negatieve symptomen
- 35% meer episodes, zonder/met lichte negatieve symptomen
- 35% meer episodes, toenemende negatieve symptomen
- 15% chronische psychotische en negatieve symptomen
8
Q
prevalentie schizofrenie
A
0.8-1%
incidentie: 0.01-0.05%
man/vrouw ratio = 1.4/1
9
Q
prevalentie psychotische stoornis
A
3.5%
10
Q
jongen/meisje ratio psychotische stoornis
A
2/1
11
Q
behandeling psychotische stoornis
A
- gezinsgeriche psycho educatie en hulpverlening
- medicatie
- adherencetherapie
- cognitieve therapie en vaardigheidstraining
12
Q
wat is een centraal thema bij psychotische stoornissen?
A
mind/body aspect of psyche/lichaam aspect
13
Q
schizofreniforme stoornis
A
1-6 mnd, goede prognose