Psychopathologie Flashcards

1
Q

Wanneer sprake van psychopathologie?

A

Wanneer klachten:

  • niet passen bij de leeftijd
  • niet/zeer moeilijk te corrigeren zijn
  • het algemeen functioneren ernstig nadelig beïnvloeden
  • het kind zelf en/of de omgeving doen lijden
  • uiteindelijk mogelijk ontwikkeling doen stagneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voordelen classificatiesystemen

A
  • internationale eenduidigheid
  • duidelijke beschrijving kern problematiek
  • richtinggevend voor behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nadelen classificatiesystemen

A
  • mogelijk te sterk gereduceerd
  • categoriale indeling
  • suboptimale basis voor behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DSM-IV assen

A
  1. klinische diagnose
  2. persoonlijkheidsstoornissen en mentale retardatie
  3. somatische aandoening
  4. psychosociale en omgevingsfactoren
  5. global assessment of functioning (GAF)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DSM-5

A
  • alle stoornissen
  • uitgebreid specificaties en stressoren
  • ernst: per stoornis
  • niveau van functioneren: WHO DAS (communicatie, mobiliteit, zelfzorg, sociale omgang, activiteiten, deelname aan gemeenschap)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

DC: 0-5 assen

A
  1. stoornis
  2. relationele context
  3. medische en ontwikkelingsstoornis en conditie
  4. psychosociale stressoren
  5. niveau van ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is diagnosticeren?

A
hypothesen vormen obv van:
- symptomen
- ontstaansgeschiedenis
- relevante omstandigheden
- observaties in verschillende contexten
0 reactie op bepaalde interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Validiteit

A
binnen stoornissen:
- veel heterogeniteit
- verschillende ontstaansmechanismen/risicofactoren
- verschillende medicatie effectief
tussen stoornissen:
- hoge comorbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

DSM-V vs. DSM-IV

A
  1. streven naar meer dimensionele benadering
  2. aanname ontwikkelingsperspectief
  3. duidelijkere erkenning rol culturele context
  4. van beschrijvend naar gebaseerd op ontstaansmechanismen
  5. betere afstemming op ICD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly