Eetstoornissen Flashcards

1
Q

Eetstoornis NAO DSM-IV

A
  • vrouwen die voldoen aan anorexia, maar nog menstrueren
  • anorexia maar ondanks significant gewichtsverlies nog normaal gewicht
  • boulimia, maar minder frequent dan 2 keer per week
  • compensatiegedrag na normale hoeveelheden en bij normaal gewicht
  • eetbuienstoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Veranderingen DSM-V voedingsstoornissen

A
  • voedingsstoornissen en eetstoornissen samengevoegd
  • criteria anorexia gewijzigd: geen amenorroe
  • criteria bn gewijzigd: frequentie 1x per week ipv 2x per week
  • pica en ruminatiestoornis nauwelijks veranderd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 2 nieuwe stoornissen zijn er in de DSM- 5 bij eetstoornissen?

A
  • eetbuistoornis

- avoident/restrictive food intake disorder (vervang voedingsstoornissen op zuigenlingen leeftijd/vroege kindertijd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pica

A

A. aanhoudend eten van niet voor consumptie bestemde substanties langer dan een maand
B. niet passend bij ontwikkelingsniveau
C. niet passend bij culturele gewoonten
D. indien in de context van een andere psychische stoornis of medische conditie, voldoende ernstig om apart aandacht te behoeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ruminatiestoornis

A
  • herhaalde regurgitatie van voedsel langer dan 1 maand
  • geassocieerde gastrointestinale of andere medische conditie niet voldoende verklarend
  • niet exclusief tijdens AN, BN, BED of ARFID
  • indien in de context van een andere psychische stoornis of medische conditie, voldoende ernstig om apart aandacht te behoeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ARFID (vermijdend/restrictieve voedsel innamestoornis)

A

A. onvoldoende intake waardoor onvoldoende gewichtstoename tijdens groei of gewichtsverlies
B. niet verklaarbaar door culturele achtergrond of niet beschikbaar zijn van voedsel
C. lichaamsbeeld niet verstoord, geen anorexia/boulimia
D. niet toe te schrijven aan somatische aandoening en/of andere psychiatrische aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

anorexia nervosa

A

A. beperking van de energie-inname leidt tot een significant laag lichaamsgewicht
B. intense angst om aan te komen of dik te worden of aanhoudend gedrag om gewichtstoename te vermijden
C. vertekend lichaamsbeeld, onevenredige invloed of zelfwaardering, of aanhoudend gebrek aan erkenning van de ernst van de huidige lage lichaamsgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke twee typen anorexia zijn er?

A
  • restrictieve type: geen eetbuien of purgeergedrag in de afgelopen drie maanden
  • purgerende type: eetbuien of purgeergedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

boulimia nervosa

A

A. recidiverende eetbuien (groot en controleverlies)
B. inadequaat compensatoir gedrag
C. eetbuien/compensatiegedrag 1x per week, 3 mnd
D. zelfevaluatie onevenredig beïnvloed door lichaamsvorm en gewicht
E. niet uitsluitend tijdens episodes van anorexia
-> ernstmaat obv frequentie eetbuien en compensatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

eetbuienstoornis

A

A. recidiverende eetbuien (groot, controleverlies)
B. drie van de volgende: eten sneller dan normaal, eten tot oncomfortabel vol, grote hoeveelheden eten zonder hongergevoel, alleen eten, gevoel van walging of somber/schuldig voelen
C. duidelijk lijden door vreetbuien
D. eetbuien 1x per week, 3 mnd
E. geen anorexia, boulimia, ARFID
-> ernstmaat:frequentie eetbuien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de verwachtingen na invoering van dsm-5?

A
  • afname eetstoornis NAO
  • toename anorexia, met name bij jongens
  • risico op overdiagnostiek bij BED
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

prevalentie anorexia

A
  • 0.4%
  • 95% vrouw
  • 45% herstelt, 30% gedeeltelijk, 25% herstelt niet
  • 10% overlijdt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

comorbiditeit anorexia

A
  • affectieve stoornissen (24%)
  • angststoornissen (25%)
  • OCD (12%)
  • schizofrenie (4.6%)
  • persoonlijkheidsstoornis (17%)
  • verslaving (14.6%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

prevalentie boulimia

A
  • prevalentie: 1.5%
  • 95% is vrouw
  • beloop na 1 jaar: 30% boulimia, 35% andere eetstoornis, 35% hersteld
  • 1% overlijdt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

prevalentie BED

A
  • 160.000

- verdeling man/vrouw = 2/3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

individuele factoren eetstoornissen

A
  • persoonlijkheid (perfectionisme, dwangmatigheid)
  • zelfwaardering
  • reactie op dieet houden
  • volhouden als doelen specifiek zijn en moeilijk te bereiken
  • groot commitment en gevoel van in control
  • fase van ontwikkeling
  • rol van psychiatrische comorbiditeit
  • biologische factoren
17
Q

gezinsfactoren eetstoornissen

A
  • geen typische anorectische gezinnen
  • verhoogde uiting van emoties geeft slechtere prognose behandeling
  • hogere incidentie gewichtsproblemen en eetstoornissen in gezinnen maar ook ziektes, affectieve stoornissen, OCD, alcoholisme
  • stress in gezin vergelijkbaar met andere ernstige ziektes van kinderen
18
Q

culturele factoren eetstoornissen

A
  • slankheidsideaal
  • risicogroepen
  • westerse cultuur
  • ook bij allochtone meisjes en vrouwen komen eetstoornissen voor na migratie naar Westerse geïndustrialiseerde landen
19
Q

uitlokkende factoren eetstoornissen

A
  • opmerkingen over uiterlijk
  • voorlichting gezonde voeding
  • pesten
  • vervelende/traumatische gebeurtenis
  • spanningen in gezin
  • veranderd lichaam
20
Q

onderhoudende factoren eetstoornissen

A
  • perfectionisme/controle
  • kern laag zelfwaarde
  • stemmingsintolerantie
  • interpersoonlijke problemen
  • uithongerig
21
Q

gemeenschappelijke kernpsychopathologie

A
  • zorgen over lichaamsvorm en gewicht

- controle hierover

22
Q

behandeling eetstoornissen (wat moet je doen?)

A
  • eerst lichamelijke toestand verbeteren
  • normaliseren eetpatroon en stoppen met compensatiegedrag
  • resocialisatie
  • eventuele bijkomende/achterliggende problematiek behandelen
  • terugvalpreventie
23
Q

behandeling eetstoornissen (welke behandeling geef je?)

A
  • psycho educatie
  • motivering
  • eetmangement
  • cognitieve gedragstherapie
  • gezinstherapie
  • non-verbale therapie