Autisme Flashcards
1
Q
Prevalentie autisme
A
0.6
2
Q
Jongen/meisje ratio autisme
A
4:1
3
Q
Etiologie autisme
A
- Erfelijkheid
- perinatale complicaties
- hersenaandoeningen
- chromosomale afwijkingen
- metabolisme stoornissen
- infectieziekten
- geslacht
- andere medische condities
4
Q
Theorieën autisme
A
- executief functioneren
- theory of mind
- zwakke centrale coherentie
- empathiseren vs. sysematiseren
- contextblindheid
5
Q
Triade autisme
A
- sociale communicatie
- interactie
- repetitief gedrag en specifieke interesses
6
Q
Criteria autisme
A
- alle drie de criteria van sociale communicatie en interactie (tekort non-verbaal, tekorten relaties en tekort in sociale communicatie en interactie)
- minstens 2 criteria van repetitief gedrag (herhaling en stereotypie, vasthouden aan routines en geritualiseerde gedragspatronen, gefixeerde en beperkte belangstellingen, overmatige gevoeligheid voor veranderingen)
7
Q
Specificeren autisme
A
- intellectuele stoornis
- taalstoornis
- medische of genetische conditie of omgevingsfactor
- ontwikkelings-, mentale of gedragsstoornis
- catatonie
ongeveer 70% nog 1 van deze stoornissen en 40% twee
8
Q
Andere symptomen autisme
A
- gebrekkige aandacht en concentratie (60%)
- hyperactiviteit (40%)
- dwanghandelingen (16-86%)
- angsten (17-74%)
- stemmingsproblemen (9-44%)
- slaapproblemen (11%)
- zelfbeschadiging (24-43%)
- tics (8%)
9
Q
Differentiaaldiagnose autisme
A
- doofheid
- hechtingsstoornis
- schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen
10
Q
Comorbiditeit autisme
A
- verstandelijke handicap
- ADHD
- taal- en leerstoornissen
- ticstoornissen
- depressie
- slaapproblemen
- angst
- middelengebruik
- gedragsproblemen
- epilepsie
- maag-darm problemen