Spierziekte Flashcards

1
Q

algemeen NMA

A

= neuromusculaire aandoening

  1. definitie
    - aandoening van zenuwen, spieren of verbindingen
    - vaak chronisch
    - zeldzaam
  2. typering
    - meer dan 600
    - indeling afh van anatomie
  3. types
    - voorhoorn cellen
    - perifere zenuw
    - neuromusculaire junctie
    - spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verloop NMA

A
  1. stadium van diagnose steling
    - moeilijk door diversiteit
    - grote periode van onzekerheid
  2. symptomatisch ambulant stadium
    - typische bewegingspatronen & compensaties
    - toenemend krachtverlies
  3. rolstoel afhankelijk stadium
    - verdere afname spierkracht & uithouding
    - afname mobiliteit
  4. verlengd overleven stadium
    - cardiale, GI & repsiratoire problemen
    - volledig afhankelijk van andere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorhoorn pathologie

A
  1. neuronopathie
    - kan motorisch, sensorisch of gemengd zijn
    - progressieve degneratie = gelijkaardig neuropathie
  2. SMA
    - meest voorkomend
    - 1/6-10k
    - apoptose & atrofie van motorische voorhoorncellen
  3. gevolgen
    - zwakte in proximale spieren
    - overlijden door zwakte ademhalings- & harspier
    - geen aantasting gezicht
    - normale sensoriek & cognitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

type I SMA

A
  1. algemeen
    - samen met type I II meest frequent
    - 0-6m
    - meest ernstig
  2. gevolgen
    - congenitale hypotonie
    - niet tot zit/stand kunnen komen
    - zonder therapie = overlijden op 2j
    –> respiratoir & GI problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

andere types SMA

A
  1. type II
    - 6-18m
    - komen wel tot zit
    - beperkte levensverwachting
  2. type III
    - 18+m
    - komen tot stand & normale levensverwachting
    - vanaf 4j rolstoel
  3. type IV = symptomen pas 18+
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

neuropathie

A
  1. algemeen
    - slechte geleiding van signaal
    - traag progressief
    - zowel motoriek als sensoriek
  2. vormen
    - demyeliniserende vorm
    - axonale vorm
    - gemengde vorm
  3. voorbeelden
    - HMSN hereditaire motorische & sensorische neuropathie
    - CMT Charcot-Marie-Thooth
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CMT

A
  1. Charcot-Marie-Thooth
    - dyemeliniserende perifere neuropathie
    - 7,1/100k
  2. symptomen
    - progressieve distale spierzwakte & atrofie
    - handen & voeten
    - holvoeten & hamer tenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

neuromusculaire junctie

A
  1. neuromusculaire junctie
    - myasthene syndromen
    - anti-inflammatoire activiteit
    - overdracht synapsen belemmeren
  2. CMS congenitale myastheen syndroom
    - zeldzaam
    - eerste symptomen op kinderleeftijd/adolescentie
    - fluctuerende spierspanning & aantasting
    - gezicht & mond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

myopathie

A
  1. aantasting
    - structuur
    - functie
    - stofwisseling
  2. congentiale myopathie
    - structurele afwijkingen vanaf geboorte
    - zwakte proximale spieren
    - hypotonie
    - ademhalingsklachten
  3. metabole myopathie
    - defect in enzymen of processen
    - spiervermoeidheid & minder inspanningsintolerantie
    - inspanning gerelateerde pijnklachten & spierkrampen
  4. inflammatoire myopathie
    - auto-immuun
    - spierzwakte & pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dystrofie

A
  1. spierdystrofie
    - genetische aandoeningen
    - progressieve spierzwakte & afbraak
  2. oorzaak
    - mutaties
    - defecten in genen
  3. doorgeven
    - autosomaal dominant
    - autosomaal recessief
    - X-gebonden recessief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

diagnose neuromusculaire aandoenignen

A
  1. bloed-analyze
    - CK creatinkinase = afbraak product
    - indicatief voor spierzwakte
  2. andere
    - EMG = onderscheid neurogeen of myogeen
    - echografie = structuele veranderingen
    - spierbiopsie = type spierzwakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

NMRC

A
  1. neuromusculair referentiecentrum
    - voor kinderen & volwassenen
    - controle om de 6m
    - door progressieve eigenschap
  2. multidisciplinaire
    - neuropediaties
    - kine & ergo
  3. doelen
    - comfort & atuonomie
    - kind & ouders centrale rol
  4. interventie
    - geen therapie geven
    - opstellen therapieplan & begeleiden van therapeuten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Duchenne spierdystrofie

A
  1. prevalentie
    - 1/3000-4000
    - vooral jongens
  2. leeftijden
    - diagnose = 4j want meer Fz oprichting
    - rolstol gebonden = 9-13j
    - respiratoire klachten = 15j
    –> eerst snachts & dan overdag beademing nodig
    - levensverwachting = 30-40j
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

oorzaak Duchenne

A
  1. dystrofine gen
    - eiwit voor opbouw van spier = stabilisatie spier
    - bescherming schade tijdens beweging
    - verbinding cytoskelet x extracellulaire matrix
    - geen scheuren of afbreken
  2. gevolg van mutatie
    - dystrofine volledig afwezig
    - sneller afbreken bij inspanning
    - slecht herstel = vervang door vet of BW
    - spierzwakte & contracturen
  3. X-gebonden
    - dystrofie mutatie
    - vooral bij jongens
    - meisjes kunnen drager zijn met milde symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

symptomen Duchenne

A
  1. symptomen skeletspieren
    - proximale spierzwakte
    - latere mijlpalen
    - waggelgang & vaak vallen
    - pseudohypertrofie kuitspieren = veel vetweefsel & BW
  2. teken van Goweres
    - armen initieel aangetast = gebruik van maken
    - tot stand komen via 4-punts houding
    - daarna met armen opduwen op grond -> benen
  3. cardiomyopathie
    - op 6j = 1/2
    - fibrose hardwand
    - kan doodsoorzaak zijn
  4. andere symptomen
    - respiratoire symptomen
    - verlaagd IQ
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

complicaties & therapie duchenne

A
  1. rolstoel gebonden stadium
    - ook BL zwakte
    - meer contracturen
    - hyperlordose & kyfoscoliose
  2. therapie
    - niet aanwezig
    - medicatie voor minimalisatie spierafbraak
    - corticoïden
    - scoliochirurgie
    - niet-invasieve beademing
17
Q

onderzoek Duchenne

A
  1. klinisch onderzoek
    - observatie
    - meetinstrumenten
    - specifieke testen
  2. kracht belangerijke spieren
    - elleboog flexoren/extensoren
    - knie flexoren/extensoren
    - handknijp kracht
  3. mobiliteit
    - contracturen OL = flexie contracturen
    - spitsvoeten
18
Q

evaluatie van respiratoire capaciteit

A
  1. spirometrie
    - FVC forced vital capacity
    - FEV1 forces expiratory volume in 1 sec
    - PCF peak cough flow
    - SNIP sniff nasel inspiratory pressure
    - MIP & MEP = monddrukken = muscle insp/exp pressure
  2. therapie
    - FVC < 60% verwacht
    - PCF < 270l/min
    - MEP < 60cm H2O
    - en/of klinische symptomen onvoldoende hoestkracht
19
Q

evaluatie functionele vaardigheden

A
  1. observatie
    - gangpatroon
    - UP
    - trappen
    - transfers = rechtstaan van grond!
  2. specifieke testen
    - MFM motor function measure
    - 6MWT
    - 10MLT = maximale snelheid
    - NSAA north star ambulatory assessment
    - PUL performance of the upper limb
  3. indicatie van testen
    - 6MWT < 325 is predictief voor verlies functionele vaardigheden in 6m
    - 10MLT < 12 is predictief voor verlies loopfunctie in 12m
    - NSAA =<9 predictief voor verlies stappen binnen 12m
    - rise from floor > 30s
    - opgaan 4 treden > 8s
20
Q

MFM

A
  1. algemeen
    - voor kinderen >6j met NMA
    - gebaseerd op GMFM bij CP
  2. inhoud
    - functionele spierkracht
    - proximale & distale spiergroepen
    - 32 tests vanuit lig, zit of stand
    - MFM-20 = verkorte versie
  3. score
    - 0 = onmogelijk of orthese
    - 1 = gedeeltelijk
    - 2 = compensatie
    - 3 = normaal
21
Q

NSAA & PUL

A
  1. NSAA north star ambulatory assessment
    - sta & stap functie
    - voor ambulante patiënten
    - 17 items
    - goed gedocumenteerd & gestandaardiseerd
  2. PUL performance of the upper limb
    - specifiek voor duchenne
    - arm & handfunctie van dominante zijde
    - voor niet-ambulante patiënten
    - 22 items op 3 niveaus
  3. niveaus PUL
    - proximale bewegingen = schouder & elleboog functie
    - distale beweging = hand & vinger beweging
    - grotere bewegingen of combinaties
22
Q

zelfredzaamheid

A
  1. ACTIVLIM active limitation
    - vragen lijst voor ouders
    - vragen over functionele activiteiten
    - moeilijkheden hiervan
  2. EK egen klassifikation scale
    - niet-ambulante kinderne
    - specifiek voor duchenne
    - 10 items met score 0-3
    - maximale score van 30
    - 21 of hoger = risico gebruik niet-invasieve ademtherapie
  3. hulpmiddelen
23
Q

therapie Duchenne

A
  1. algemeen
    - care
    - QoL
    - zelfstandigheid
    - multidisciplinair
  2. doelstellingen
    - spierkracht bewaren
    - orthopedische vervormingen tegengaan & corrigeren
    - respiratoir potentieel zo hoog mogelijk houden
    - aandacht voor motorische ontwikkeling
24
Q

mobiliteit therapie Duchenne

A
  1. ambulant
    - oog voor compensaties
    - lordose
    - flexie knieën
    - spitstand = compensatoir door flexie knieën
    –> LWP naar ventraal
  2. rolstoel gebonden
    - flexie heupen
    - scoliose
    - laattijdig = vingers, pols & nek
  3. interventies
    - mobilisaties = actief & passief
    - motomed
    - positionering
    - zelfstretch = dagelijks
    - hulpmiddelen = spalken
25
Q

kracht therapie Duchenne

A
  1. dosering
    - overdosage = afbraak spieren
    - vermijden excentrische contractie
    - slecht herstel = spierverlies
    - aandacht voor vermoeidheid & spierpijn
  2. modaliteiten
    - functioneel
    - submaximaal 50-60% 1RM
    - concentrisch met lage weerstand
    - voldoende rust
    - promoten actieve levensstijl
  3. trainen op hartslag
    - is in rust al verhoogd
    - maximale hartslag kan niet worden behaald
    - enkel informatief voor verhoging inspanning
26
Q

ademhalingstherapie

A
  1. probleem
    - zwakte ademhalingsspieren
    - oppervlakkig ademenen
  2. therapie
    - volume recruterende technieken
    - buik & borst ademhaling
    - inspiratie & expiratie kracht
    - voldoende FA vb: zwemmen
  3. ait stacking
    - beademingsballon = extra lucht bij inspiratie
    - manuele compressie = expiratie
    - mobilisatie & evacuatie sputum
    - indien onvoldoende = cough assist
27
Q

Becker, congenitale & distale dystrofie

A
  1. Becker
    - adolescent-jong volwassen
    - Duchenne symptomen
    - minder progressief
    - overlevensinskansen tot midden volwassen
  2. congenitaal
    - vanaf geboorte
    - algemene spierzwakte
    - mogelijke deformaties
    - trage progressie
    - verkorte levensduur
  3. distaal
    - 40-60j
    - spierzwakte handen, voorarrmen & OL
    - trage progressie
    - zelden volledig afhankelijk
28
Q

dsytrofie schouder aantasting

A
  1. Emery-Dreifuss
    - kindertijd-vroege tiener
    - zwakte schouders, BL & ventraal onderbeen
    - vaak beenderige misvormingen
    - trage progressie
    - plots overlijden hartfalen
  2. fascioscapulohumeraal
    - kindertijd-jongvolwassen
    - zwakte schouders, BL & gezicht
    - trage progressie
    - pieken van snelle achteruitgang
  3. limb girdle
    - late kindertijd-volwassen
    - schouder & bekken
    - trage progressie
    - plots overlijden = cardiopulmonaire complicaties
29
Q

andere dystrofien

A
  1. myotonic
    - 20-40j
    - algemene spierzwakte
    - vertraagde ontspanning van spieren
    - overleving tot 50-60j
  2. oculophreyngeaal
    - spierzwakt oogleden & keel
    - problemen slikken & kauwen
    - trage progressie