Spieronderzoek met concentrische naaldelektrode Flashcards
Verloop impuls
Impuls in centrale ZS, ontlading cellen voorhoorn ruggenmerg of kerngebieden in hersenstam, celuitlopers (axonen) gebundeld in motorische zenuwen naar periferie.
Motor unit, SFAP, verloop impuls
Motor unit = het motorische neuron (cellichaam + axon) met alle erdoor geïnnerveerde spiervezels.
SFAP = singel fiber action potential.
Verloop: axon, motorische eindplaat, spiervezel (depolarisatie, waardoor actiepotentiaal).
Opbouw spier
Spier, spierfascikel, spiervezels, myofibrillen (bestaat uit sarcomeren), myofilamenten (actine, myosine).
MUP
Vorm, duur amplitude (waardoor bepaald)?
Polyfasie
Motor unit potential = de resultante van alle SFAP’s die bij de ontlading van een motorunit ontstaan. Wat wordt geregistreerd hang t af van de elektrode (zichtveld).
Vorm, duur en amplitude bepaald door:
- aantal spiervezels binnen het zichtveld.
- ligging van de vezels t.o.v. de elektrode.
- tijdsrelaties tussen de afzonderlijke SFAP’s.
Polyfasisch: meer dan 3 keer door nullijn. Normaal minder dan 12% van MUP’s polyfasisch.
Pathologische MUP, duur, polyfasie, amplitude
Primaire spierziekten:
- kleine MUP’s
- polyfasie
- korte duur
(deel spiervezels gaat te gronde, bij voldoende sterke uitval overgebleven MUP’s sterker individueel profileren)
(kleine polyfasische MUP kan ook na totale denervatie van een spier)
Partiële neurogene uitval:
- grote MUP’s
- polyfasie
- lange duur
(doordat gedenerveerde spiervezels door nog intacte motorunits worden opgenomen, reïnnervatie)
Aanspanningspatroon, recruitment
Enkelvoudig patroon: afzonderlijke MUP’s herkenbaar
Interferentiepatroon: veel MUP’s door elkaar heen
Gemengd patroon: tussen EP en IP, MUP’s deels te onderscheiden, niet af te grenzen
Maximale amplitude van IP kan bij chronische neurogene aandoeningen groter zijn, bij myopathieën kleiner.
Bij uitval tot 40% van motorunits kan nog een IP worden bereikt.
Door recruitment neemt amplitude en dichtheid van het aanspanningspatroon toe, door volgorde van inschakelen van motorunits, eerst kleine, dan grote (hebben een bepaalde drempelfrequentie van ontladen nodig om mee te gaan doen, bij grotere motorunits is de drempel hoger)
Analyse MUP-parameters, beperkingen concentrische naaldelektrode, technieken
Beperkingen:
- aspect van MUP bepaald door slechts kleine deel van de spiervezels van de motorunit
- alleen kleinere MUP’s, bij licht aanspannen, kunnen worden bemonsterd, terwijl krachtverlies ook kan komen door aandoening van grotere motorunits (die nog niet geactiveerd worden)
- tijdrovend
Technieken:
- automatische bemonstering van MUP’s in een EP
- extractie van MUP’s uit een dichter aanspanningspatroon
- turns-amplitude analysis (verhouding tussen amplitude en aantal omslagpunten per seconde)
- single fiber EMG
- macro EMG (groot oppervlak)
Spontane activiteit, 2 vormen, voorbeelden
Myogeen (gegenereerd in de spiervezel zelf):
- insertieactiviteit
- eindplaatactiviteit
- fibrillatiepotentialen
- positieve scherpe golven
- complexe repeterende ontladingen
Neurogeen (gegenereerd in het motorisch neuron):
- fasciculatiepotentielen
- doubletten, tripletten, multipletten
- spontane ritmische MUP’s
- myokymieën
- krampontladingen
- hemifaciale spasmen
Insertieactiviteit
Serie kleine potentiaalveranderingen
Duur: circa 300 ms
Komt door mechanische prikkeling door de naaldpunt
Eindplaatactiviteit
Mono- of bifasische scherpe potentialen, beginnend met negatieve fase
Raspend geluid, op afstand ruis geluid
Ontstaat door depolarisaties aan de eindplaten die niet leiden tot een actiepotentiaal
Fibrillatiepotentialen
Bi- of trifasische golven, beginnend met positieve fase, duur 1-5 ms, hoge frequentie, vaak ritmisch
Langs gehele lengte van spiervezel af te leiden
Geluid: regendruppels, kokend vet
Provoceren door mechanische prikkeling van de naald, daarna frequentie langzaam
lager
Zijn spontane ontladingen van afzonderlijke spiervezels, door veranderde membraaneigenschappen. Meestal gevolg van te gronde gaan van het axon (denervatie).
Belangrijk voor diagnostiek van neurogene laesies.
Positieve scherpe golven
Eerst positieve fase, dan langdurige negatieve fase, lange duur
Ploppend geluid
Zijn spontane ontladingen van afzonderlijke spiervezels, door overprikkelbaarheid van de membraan die gepaard gaat met een geleidingsstoornis
Bij perifere laesies pas na 2-3 weken aanwezig, kaan maanden-jaren blijven bestaan
CRD
Complexe repetitieve ontladingen, spontane activiteit in de vorm van aan elkaar gekoppelde fibrillatiepotentialen en/of positieve scherpe golven, seconden tot minuten, extreme regelmaat, 5-100 Hz
Komen voor bij langbestaande partiële denervatie, maar ook bij primaire spierziekten
Pathologische vorm van impulsgeleiding zonder synapsen (ephaptische transmissie), actiepotentiaal passeert 1 vezel en kan dan depolarisatie in omliggende vezels veroorzaken
Myotone ontladingen
Bij aantal erfelijke spierziekten, mechanische overprikkelbaarheid van spiervezel berust op gedeeltelijk afwijkende samenstelling van de spievezelmembraan, na aanspannen zijn de vezels dermate overprikkeld dat ze zelf nog een tijdje blijven samentrekken (myotonie)
Bij EMG door naaldbeweging mechanische prikkeling
Geluid: bommenwerper, voorbijrijdende motor (door op- en afname van amplitude en frequentie)
In vergelijking met CRD hier wel variabiliteit in frequentie en amplitude
Fasciculatiepotentialen
Spontane, geïsoleerde en volkomen onregelmatig optredende MUP’s.
Afgebeten geluid.
Berusten vaak op een aandoening van de motorische voorhoorncellen
Kunnen zonder pathologie in intrinsieke voetspieren voorkomen