Onderzoek van de neuromusculaire transmissie Flashcards
Neuromusculaire transmissie, opbouw, werking
Axon - synaps - eindplaat
Vanuit blaasjes in axonuiteinde acetylcholine in de synapsspleet, postsynaptisch membraan binding met receptoren, hierdoor natrium-kalium kanalen open, depolarisatie (miniatuur eindplaat potentiaal), door summatie ervan SFAP. Kanalen weer dicht als ACh wordt afgebroken door acetylcholinesterase.
Neuromusculaire transmissiestoornissen, niveaus
- Synthese van ACh.
- Ejectie van ACh.
- interactie van ACh met receptorplaatsen op de ionkanalen.
- afbraak van ACh.
1 en 4 zeldzaam en aangeboren, 2 en 3 vaker.
Stoornis bij ejectie van ACh
Vrijkomen van ACh geblokkeerd door toxine van bacterie clostridium botulinum. Toxine (botox) kan worden gebruikt om presynaptisch een blokkerende werking op de neuromusculaire overdracht te hebben, bij spasmen etc.
Kan ook door auto-immuunproces geblokkeerd zijn, bij Lambert-Eaton (LEMS), uitstoot ACh indirect verhinderd door antistoffen op de CA-kanalen.
Stoornis bij interactie van ACh met receptorplaatsen
Bij myasthenia Gravis, antistoffen blokkeren de ACH-receptoren.
EMG-diagnostiek neuromusculaire overgang
Repetitieve zenuwstimulatie, verandering in CMAP’s meten.
Single Fiber, variabiliteit van overdracht meten, jitter.
Repetitieve ZS, effect, vorm MG en LEMS
2-5 Hz stimuleren.
Eerst decrementie, daarna normaal weer terug omhoog (<10% verschil),5e CMAP laagste in reeks. Komt door hoeveelheid ACh aanwezig en Ca-concentratie in zenuwuiteinde (hierdoor na meerdere stimuli niet alle SFAP’s gegenereerd, dus CMAP lager, daarna genoeg ACh en wel weer meer SFAP’s).
Bij MG:
U-vorm, verlaagde CMAP’s
Bij LEMS:
Progressief lager, CMAP’s sowieso al lager.
Provocatietests
Door hoogfrequente stimulatie soort kramp/tetanische contractie, daardoor hoeveelheid beschikbaar ACh veranderd, eerste 10-20 seconden toegenomen (posttetanische potentiëring) daarna gedurende enkele minuten afgenomen (posttetanische uitputting).
Ischemietest:
Eerst 4 minuten supramaximale stimulatie 3Hz bij n. ulnaris, vervolgens 30 intervallen korte series 3 Hz stimuli, dan ischemie door bloeddrukmanchet 2-3 minuten, dan weer treintjes stimuli meten.
Regionale curare test:
Curare heeft verlammende werking, gaat verbinding met receptoren aan, zodat ACh dat verminderd/niet kan, bij stoornis is veel minder curare nodig dan bij normaal om afname van CMAP te krijgen.
Neostigminetest:
Neostigmine is cholinesterase remmer, daardoor ACh minder snel afgebroken, meer verbinding met receptoren, betere overgang. Inspuiten, dan betere CMAP’s meten.
Single Fiber EMG, principe
Repetitief een zenuwtakje stimuleren, de SFAP’s registreren, stimulus-respons interval meten. Deze varieert, is de zogenaamde jitter.
Mean consecutive difference (MCD) berekenen.
Bij hoge jitter kan een blok voorkomen, dan geen SFAP.
Single Fiber EMG, uitvoering
Monopolaire naald als stimulatiekathode in spier, anode op huid. Met single fiber naald zenuwtakje zoeken met 3 Hz. Als takje gevonden is, dan 10 Hz en meten. MCD-waarden berkenen.
1 MCD > 40 ms is afwijkend
Gemiddeld MCD >25 ms is afwijkend (20 metingen).
Single Fiber EMG bij willekeurig aanspannen, nadelen
Nadelen t.o.v. gestimuleerde SF-EMG:
- moment van ontladen van het axon is onbekend, dus moeilijker om MCD te berekenen.
- is nodig om de spier lange tijd gelijkmatig licht aan te spannen, is moeilijk.