Inleiding elektromyografie Flashcards

1
Q

Elektromyografie (elektroneurografie), wat is het?

A

Registreren, analyseren en interpreteren van elektrische activiteit van perifere zenuwen en spieren (myo=spieren, neuro=zenuwen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Depolarisatie, intra/extracellulair, vorm, amplitude

A

Neurotransmitter - uitwisseling Na en Ka - Natrium cel in, Kalium cel uit - rustpotentiaal (-70mV) verandert (+40mV).

Door volumegeleiding verandert de vorm en amplitude afhankelijk van plaats van meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Elektroden, 3 functies

Soorten elektroden, waarvoor gebruiken, opbouw, selectiviteit

Stimulatie-elektroden

A

Actief (ingang 1), referentie (ingang 2 verschilmeting), aarde.

Oppervlakte-elektroden, groot oppervlak, lage selectiviteit.

Naaldelektroden, hogere selectiviteit, 3 soorten:
- Concentrisch, spieronderzoek, actieve elektrode in punt, schacht referentie.
- Monopolair, zenuwonderzoek, 2e elektrode als referentie nodig.
- Single fiber, individuele spiervezels, oog aan zijkant schacht is actieve elektrode

Stimulatie:
- Kathode, negatieve pool, hier vindt de depolarisatie plaats
- Anode, positieve pool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly