Inleiding elektromyografie Flashcards
Elektromyografie (elektroneurografie), wat is het?
Registreren, analyseren en interpreteren van elektrische activiteit van perifere zenuwen en spieren (myo=spieren, neuro=zenuwen).
Depolarisatie, intra/extracellulair, vorm, amplitude
Neurotransmitter - uitwisseling Na en Ka - Natrium cel in, Kalium cel uit - rustpotentiaal (-70mV) verandert (+40mV).
Door volumegeleiding verandert de vorm en amplitude afhankelijk van plaats van meten.
Elektroden, 3 functies
Soorten elektroden, waarvoor gebruiken, opbouw, selectiviteit
Stimulatie-elektroden
Actief (ingang 1), referentie (ingang 2 verschilmeting), aarde.
Oppervlakte-elektroden, groot oppervlak, lage selectiviteit.
Naaldelektroden, hogere selectiviteit, 3 soorten:
- Concentrisch, spieronderzoek, actieve elektrode in punt, schacht referentie.
- Monopolair, zenuwonderzoek, 2e elektrode als referentie nodig.
- Single fiber, individuele spiervezels, oog aan zijkant schacht is actieve elektrode
Stimulatie:
- Kathode, negatieve pool, hier vindt de depolarisatie plaats
- Anode, positieve pool