ENG en EMG bij veelvoorkomende zenuw- en spieraandoeningen Flashcards

1
Q

Mononeuropathie, diagnostiek, afwijkingen

A

Aandoening van 1 zenuw, vaak beknelling.

Diagnostiek:
Voor mononeuropathie aantonen dat maar 1 zenuw aangedaan is, voor beknelling aantonen dat de afwijking in slechts het afwijkende deel zit.

Afwijkingen:
Demyelinisatie, axonale beschadiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Carpale tunnelsyndroom, motorisch, sensibel, naald EMG

A

Beknelling in ligamentum carpi transversum.

Motorisch, afleiden ABP, stimuleren pols en elleboog, DML >4,5 ms.

Sensibel, afleiden 4e vinger (vaak sterkst aangedaan), ulnaris en medianus in pols stimuleren, latentieverschil >0,5 ms, opletten met costimulatie.

Naald, spontane activiteit in ABP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ulnarisneuropathie, afwijkingen

A

Compressie elleboog, cubitale tunnel, snelheidsverschil >11 m/s, inching bij elleboog om te lokaliseren.

Compressie ter hoogte van de pols, kanaal van Guyon, indien compressie proximaal van Guyon sensibele snelheid verminderd, indien distaal van Guyon normaal.

Compressie in handpalm, motorische tak, DML interosseus verlengd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Radialisneuropathie, afwijkingen

A

Laesie bij humerus, humerusfractuur, saterday night palsy, arm over leuning, zwakte pols- en vingerextensoren en sensibiliteitsstoornis.

Supinatorsyndroom, ramus profundus gecomprimeerd, alleen motorische afwijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Peroneusneuropathie, afwijkingen

A

Ter hoogte van fibulakop, zwakte voetheffers, sensibiliteitsstoornis laterale deel onderbeen en wreef.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tibialis, afwijkingen

A

Tarsale tunnelsyndroom, tunnel achter mediale malleolus, tintelingen voetzool.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Radiculopathie, wat is het, oorzaken, consequenties

A

Letsel van een of meer motorische en/of sensibele wortels. Tintelingen, pijn, spierzwakte in betreffende gebied, vaak eenzijdig.

Door hernia, ontsteking, trauma etc.

Motorische neuronen distaal en sensibele neuronen proximaal van hun cellichaam aangedaan.

Verlaagde CMAP bij motorisch onderzoek.

Sensibel geen afwijkingen (bij antidroom meten).

F-responsies afwijkend bij letsel motorische wortel.

H-reflex afwijkend (als F normaal is, dan dus sensibele wortel aangedaan).

Naald: denervatie en reïnnervatie, ook paravertebraal.

Demyelinisatie van wortel geeft afwijkende F (motorische wortel) of H (sensibele wortel).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Radiculopathie C5

A

SNAP ramus cutaneus antebrachii lateralis normaal.

Naald: biceps, deltoïdeus, supraspinatus, infraspinatus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Radiculopathie C6/C7

A

Afwijkende H van flexor carpi radialis.

Soms afwijkende F van abductor pollicis brevis.

SNAP medainus normaal (dig 2-3).

Naald: triceps, brachioradialis, flexor carpi radialis, soms ABP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Radiculopathie C8

A

Soms afwijkend F van ABP.

Afwijkende F van abductor digiti quinti.

SNAP ulnaris (dig 5) normaal.

Naald: soms ABP, interosseus, abductor digiti quinti.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Radiculopathie L3/L4

A

Afwijkende H van vastus medialis.

SNAP saphenus normaal (moeilijk te onderzoeken).

Naald: iliopsoas, rectus femoris, vastus medialis/lateralis, adductor magnus/brevis, tibialis anterior (alleen bij L4).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Radiculopathie L5

A

Afwijkende H van tibialis anterior.

Afwijkende F van extensor digitorum brevis.

SNAP peroneus superficialis normaal.

Naald: tibilais anterior, peroneus longus, biceps femoris, glutaeï, soms gastrocnemius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Radiculopathie S1

A

Afwijkende H van soleus of gastrocnemius.

Afwijkende F van abductos haalucis brevis.

SNAP suralis normaal.

Naald: soleus, gastrocnemius, biceps femoris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Traumatische cervicale wortelavulsie, oorzaak, afwijkingen

A

Vaak bij motorrijders na trauma, wortels C6-Th1 avulsie.

Motorisch geen CMAP opwekbaar in medianus, ulnaris en radialis, geen F en geen H, doordat spieren totaal gedenerveerd zijn.

Sensibel normaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Caudasyndroom, wat is het, oorzaak, afwijkingen

A

Ernstige dubbelzijdige axonale beschadiging van de lumnale en sacrale wortels in de cauda equina. Door hernia, tumor, trauma. Verlammingsverschijnselen en sensibiliteitsstoornis beide benen, mictie en defecatie verstoord.

Motorisch: ernstige afwijkingen n. peroneus en n. tibialis (lage CMAP, lage snelheid, afwijkende F, H van soleus vaak niet opwekbaar, H van vastus medialis wel).

Sensibel: normaal.

Naald: ernstige afwijkingen, meestal bij L5 en S1 spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Plexuslaesie, wat is het, afwijkingen

A

In de plexus lopen de perifere motorische neuronen en de perifere sensibele neuronen (distale uitlopers sensibele ganglion dorsale). Hieruit ontstaan de diverse perifere zenuwen naar armen en benen. Meestal combinatie van axonale degeneratie en demyelinisatie. Klinisch pijn, zwakte, sensibiliteitsstoornissen. Hangt af van niveau.

Verkleining CMAP en SNAP.

Afwijkende late responsies.

Afwijkingen bij naald, denervatie, reïnnervatie.

17
Q

Plexus brachialis, wortels, oorzaken, afwijkingen

A

C5-Th1.

Door idiopathische plexusneuralgie, tumor, bestraling, trauma.

SNAP cutaneus antebrachi lateralis niet opwekbaar.

H van medianus soms afwijkend.

Naald: schouder, bovenarm.

18
Q

Plexus lumbosacralis, wortels, 2 delen, oorzaken, afwijkingen

A

L2-S5.

Door tumor, bestraling, diabetes, hematomen, bekkenfractuur.

Hoog lumbale deel (L2-L4):
Zwakte heupflexoren, knie-extensoren en heupadductoren. Sensibel voorzijde bovenbeen en binnenzijde onderbeen.

H van vastus medialis afwijkend.

SNAP saphenus niet opwekbaar.

Lumbosacrale deel:
Zwakte voetheffers, kuit, hamstrings, soms blaas- en rectumspieren. Sensibel zijkant onderbeen, achterzijde hele been, rond anus.

H van soleus afwijkend.

SNAP suralis niet opwekbaar.

19
Q

Polyneuropathie, wat is het

A

Veelal symmetrische aandoening van motorische en sensibele perifere zenuwen in armen en benen.

Ten minste 3 extremiteiten onderzoeken.

Afwijkingen moeten niet verklaard kunnen worden door een andere aandoening.

20
Q

Distale sensibele en motorische PNP, oorzaken, afwijkingen

A

Door diabetes, alcoholisme, nierinsufficiëntie, maligniteit, paraproteïne.

Berust op primaire axonale degeneratie en secundaire demyelinisatie.

Distale sensibiliteitsstoornissen, spierzwakte.

Verlaagde CMAP/SNAP, verlaagde snelheden, gestoorde late responsies.

Afwijkingen in benen > armen.

21
Q

CIAP

A

Chronische idiopathische axonale PNP.

Langzaam progressieve axonale PNP, geen oorzaak gevonden.

Latere leeftijd (va 60 jaar), vaker mannen, meestal alleen klachten in benen, eerste gevoel, daarna spierzwakte.

Sensibele afwijkingen, motorisch kleinere afwijkingen.

22
Q

Inflammatoire PNP, 2 vormen

A

Chronische vorm, CIDP (afwijkingen milder dan bij G-B).

Acute vorm, Guillain-Barré:
in 4 weken toenemende zwakte, eerste benen, daarna armen, sensibiliteitsstoornissen.
Zenuwen aangetast door auto-immuun proces, demyelinisatie, soms axonale degeneratie.

Verlengde DML’s, niet opwekbare F’s, rest eerst normaal. Later ook verlaagde snelheden en verlaagde CMAP’s. Vaak normale suralis, maar afwijkende sensibele ulnaris of medianus.

23
Q

MMN

A

Multifocale motor neuropathie.

Alleen zwakte, geen gevoelsstoornissen.

Meerdere ontstekingshaarden in motorische zenuwen, vaak asymmetrie.

Axonale degeneratie, geleidingsblokkades.

24
Q

Erfelijke PNP, vormen, afwijkingen

A

HMSN (hereditaire motorische en sensibele neuropathie), type I en II.

Type I:
Skeletdeformiteiten, spieratrofie en -zwakte, sensibiliteitsstoornissen. Verdikte zenuwen door de- en remyelinisatie. Sterk verlaagde snelheden.

Type II:
Axonale degeneratie.

25
Q

Motor neuron disease, vormen, afwijkingen

A

Degenereren van cellichamen van motorische neuronen en daardoor ook de axonen.

SSA, spinale spieratrofie, degeneratie van voorhoorncellen in ruggenmerg.

ALS, amyotrofische lateraal sclerose, degeneratie van voorhoorncellen in ruggenmerg, motorische hersenstamkernen en piramidebaancellen in motorische cortex.

Progressieve zwakte van spieren van gelaat, handen, armen, benen en ademhaling.

Fataal in enkele jaren.

Motorisch en naaldonderzoek in ten minste 3 extremiteiten, axonale degeneratie, sensibel normaal.

26
Q

Polymyositis, afwijkingen

A

Ontstekingsinfiltraten in, en necrose van spiervezels, auto-immuun. Zwakte van vooral proximale arm- en beenspieren.

Naald: fibrillaties, positieve scherpe golven en CRD. Kleine en korte polyfasische MUP’s. IP met kleine amplitude.

27
Q

Dystrofische myotonie

A

Erfelijk.

Distale spierzwakte, later uitbreiden naar proximaal, krampen, moeite met losmaken gemaakte vuist (myotonie), door zwakte gelaatsspieren vaak uitdrukkingsloos gelaat.

Naald: myotone ontladingen, kleine en korte polyfasische MUP’s. IP met kleine amplitude.

28
Q

Spierdystrofie, 2 vormen

A

Duchenne: erfelijk, alleen mannen, progressieve spierzwakte proximaal, pseudohypertrofie kuiten, fataal na 20 jaar.

Becker: erfelijk, mannen, minder vaak, verschijnselen uitlopend.

Bij beide tekort aan dystrofine (spiereiwit), bij Duchenne nauwelijks aanwezig, bij Becker verminderd.

Naald: kleine en korte polyfasische MUP’s. IP met kleine amplitude., soms fibrillaties en positieve scherpe golven.