Sociale ongelijkheid Flashcards

1
Q

Stratificatie

A

Ongelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociale stratificatie

A
  1. Reproductie: zelfde als je ouders –> kastensysteem
  2. Mobiliteit: mogelijkheid om te klimmen –> ja
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Merticocratie

A

Inzet en prestaties, verkleinen van de stratificatie, MAAR beloningssysteem is soms wel krom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geschiedenis sociale ongelijkheid

A

Industrialisering –> kapitalisme –> proletariaat vs bourgeoisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wet van Sullerot

A

Meer vrouwen bij een beroep zorgt voor minder belang en aanzien in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Revolutie

A

Marx en Engels voorspelden de revolutie, die nooit kwam. Er was wel verzet –> vakbonden en arbeidspartijen –> verzorgingsstaat: doel = verminderen werkeloosheid en armoede. Functies:
1. Werknemersbescherming (ziektewet, minimumloon)
2. Horizontale herverdeling (werkeloosheidsuitkering)
3. Verticale herverdeling ( inkomstenbelasting)
Heeft geholpen, maar verborgen werkeloosheid = kortere werktijden of lagere functies, niet het werk doen wat je wilt doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly