Sociale cohesie Flashcards

1
Q

Sociale cohesie

A

Hoe is het mogelijk dat mensen vreedzaam met elkaar samenleven. Grondlegger = Merton (latent/manifeste functies).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar sprak Merton over?

A

Latente/manifeste functies
Maar ook over:
- Self-fulfilling prophecy; iets is waar als we geloven dat het waar is
- Mattheus effect: succesvolle mensen worden nog succesvoller en de mindere klasse nog minder
- keek ook naar anomie (normloosheid), maar dan bij criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Strain theorie

A

Van Merton:
Waarom vinden er in Amerika meer moorden plaats? Hoe groter de spanning is tussen doelen en middelen, hoe groter de kans op anomie (en dus criminaliteit).
Merton’s strain theorie kijkt naar deze aspecten en categoriseert mensen
Streven doelen = cultural goals
Gebruik middelen om doelen te behalen = conventional/institutionalised means
Nieuwe cultural goals en geen middelen = rebellion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Soorten bindingen in de maatschappij

A

Affectieve bindingen = huwelijk, vriendengroep
Economische bindingen = arbeid/werk
Institutionele bindingen = politiek / godsdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Norbert Elisa

A

Westerse stijl van lichaamscultuur
- minder gebruik lichaam & lichaamsfuncties
- Concepten zoals schaamte: moet jij poepen??
We perken onszelf hiermee in, verschilt allemaal per cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gezinnen/families

A

Pre-industriële samenlevingen –> veel meer focus op tradities en het nu ipv de toekomst –> Consanguine gezin = uitgebreid gezin (opa/oma/ tantes/ neven/nichten)
Post-industrieel –> Conjugaal = ouders en kinderen.
Endogamie = huwelijk uit dezelfde categorie (leeftijd, SES, ras)
Exogamie = erbuiten, dus uit verschillende categorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Structureel functionalisme over gezinnen

A

Alles heeft een functie, over gezinnen:
Gezin vervult belangrijke functies:
- Socialisering (opvoeding, kennismaking met samenleving)
- Reguleert de seksuele activiteiten (taboe tegen incest)
- Sociale positionering (draagt identiteit over op het kind)
- Materiële en emotionele zekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Conflict sociologie over gezinnen

A

Focus: gezin houdt sociale ongelijkheid in stand
1. Friedrich Engels –> mannen willen erfgenamen vaststellen, herhaling klassenstructuur
2. Feministische benadering –> vrouw (seksuele bezit) van man, dus duidelijkheid over nakomelingen, of de kinderen van hem zijn.
3. Hiërarchie in stand houden, want trouwen binnen eigen kring/klasse –> endogamie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symbolisch interactionisme over gezinnen

A

micro niveau, tussen individuen
- gezin geeft je de mogelijkheid tot intimiteit en emotionele banden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rationele keuze theorie over gezinnen

A

Relatie = onderhandeling (ruiltheorie, kosten en baten), we zoeken door tot de juiste deal (partner)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly