Soa en soa surveillance in Nederland Flashcards

1
Q
  • Wat zijn manieren hoe soa’s overdraagbaar zijn?
  • Waar kan de ziekteverwekker zich bevinden?
A
  • Onbeschermd seksueel, bloed, moeder-op-kind, intiem huidcontact
  • Vagina, sperma, achter de voorhuid, rectum, keel, bloed, oog.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Noem voorbeelden van bacteriële soa’s
  • Noem voorbeelden van virale soa’s
  • Noem voorbeelden van parasitaire soa’s
A
  • Bacteriële soa → chlamydia, gonorroe, syfilis, mycoplasma
  • Virale soa → HIV, hepatitis B en C, HPV, herpes
  • Parasitair → trichomonas, schaamluis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de kenmerken van chlamydia

A
  • Meest voorkomende bacteriële soa
  • Bacterie Chlamydia trachomatis
  • Besmetting slijmvliezen van plasbuis, baarmoederhals, rectum, keel.
  • Besmetting vindt meestal plaats door contact tussen penis-vagina en penis-anus (ook bij orale seks, maar risico is klein)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kan chlamydia ook serieuze complicaties veroorzaken?

A

Ja, infecties kunnen op lange termijn schadelijke complicaties veroorzaken. Dit is voornamelijk zo bij vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is het niet nodig om asymptomatische dragers van chlamydia te screenen?

A
  • Weinig bewijs over invloed screening op verminderen incidentie/prevalentie
  • Risico op complicaties is zeer leeg en onduidelijk hoeveel screening hier invloed op heeft
  • Geeft overdiagnose/overbehandeling en risico op antibioticaresistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf de kenmerken van gonorroe.

A
  • Druiper
  • Bacterie Neisseria gonorrhoeae
  • Besmetting slijmvliezen in plasbuis, baarmoederhals, rectum en keel
  • Transmissie door seksueel contact met penis-vagina en penis-anus, maar ook oro-genitaal contact of via handen/speeltjes
  • Complicaties vergelijkbaar met chlamydia, bijzondere bij gonorroe is gonokokken (doordingen van bloedbaan → sepsis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is het belangrijker om bij gonorroe goed te surveilleren?

A

Omdat gonorroe heel makkelijk resistentie ontwikkeld. Dus er moeten op tijd maatregelen getroffen worden en evt. aanpassen van behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf de kenmerken van het Humaan Papillomavirus (HPV).

A
  • zeer besmettelijk
  • veel verschillende typen
  • meestal asymptomatisch, maar kan ook genitale wratten en kanker veroorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke HPV typen zijn laagrisico (genitale wratten) en welke HPV typen zijn hoog risico (kanker)?

A
  • Laag → 6 en 11
  • Hoog → 16, 18, 31, 33, 35, 39, 45, 51, 52, 56, 58, 59

(bekenste vorm van kanker is baarmoederhalskanker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt het HPV-vaccin in?

A

Een cervarix bivalent vaccin tegen HPV 16 en 18, die toegediend wordt aan meisjes van 12/13 jaar. Tegenwoordig leeftijd vervroegd naar 9 jaar en worden ook jongens uitgenodigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is primaire, secundaire en tertiaire preventie m.b.t. soa’s?

A
  • Primaire preventie → voorkomen dat iemand ziek wordt door bijv. aanraden om condoom te gebruiken of te vaccineren
  • Secundaire preventie → vroeg opsporen van soa’s zodat overdraging voorkomen wordt (door testen en behandelen) → niet altijd effectief, veel mensen hebben niet door dat ze een soa hebben.
  • Tertiaire preventie → voorkomen dat een ziekte erger wordt, wat voornamelijk ter sprake is bij HIV → virale load terugbrengen door medicatie bij te houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem voorbeelden van soa testlocaties.

A
  • Eerstelijnszorg → huisarts
  • Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg (centra seksuele gezondheid bij GGD/soa-poli)
  • Thuisafnametest
  • Ziekenhuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De Centra Seksuele Gezondheid is een aanvullende seksuele gezondheidszorg en bedoelt voor specifieke (hoog risico) doelgroepen. Wat zijn toelatingscriteria bij de Centra Seksuele Gezondheid voor het doen van een soa test?

A
  • Symptomen
  • Partnernotificatie
  • MSM (man die seks heeft met mannen)
  • Migratieachtergrond
  • MSM of migratieachtergrond partner
  • Sekswerkers
  • Slachtoffer seksueel geweld
  • Jongern <25
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is één van de inclusiecriteria voor het laten doen van een soa-test op de soa-poli jongeren <25 jaar?

A

Soa’s komen veel voor bij jongeren. Dit kan door gedrag komen (geen vaste relaties, maar veel sekspartners), maar kan ook een biologische reden hebben (bijv. vatbaarder rond deze leeftijd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn databronnen voor de surveillance van soa’s?

A
  • Centra Seksuele gezondheid (landelijke, verplichte registratie)
  • Huisartsendata
  • Stichting HIV monitoring
  • Overig onderzoek en monitoring (zwangerenscreening, bloeddonoren, aangiftecijfers hepatitis B en C, laboratoriumgegevens, leefstijlmonitor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar worden de resultaten van soa surveillance voor gebruikt?

A
  • Monitoring soa’s in Nederland
  • Identificeren risicogroepen soa’s
  • Evaluatie van beleid en verbeteren soa zorg
17
Q
  • De soa testen bij de GGD zijn bedoeld voor hoog risicogroepen. Omdat de prevalentie van soa’s blijft stijgen, maar het bedrag dat de GGD jaarlijks mag gebruiken voor de soa testen een vast bedrag is, moest de GGD strenger in hun toelatingen worden. Wat heeft dit te maken met de stijging in trend van de vindpercentages van soa’s?
A
  • Het vindpercentage neemt toe, want er wordt strenger geselecteerd op hoog risico groepen. Deze strengere selectie zorgt er automatisch voor dat er meer mensen zullen zijn waarbij een soa wordt gevonden.

Een verandering in beleid zie je dus terug in cijfers.

18
Q
  • Komt gonorroe vaker voor bij hetero’s of bij mannen die seks hebben met andere mannen?
  • Komt chlamydia vaker voor bij mensen met een migratieachtergrond of niet?
A
  • Gonorroe komt vaker voor bij MSM
  • Chlamydia komt vaker bij mensen met een migratieachtergrond.
19
Q

Waarom hebben chlamydia en gonorroe verschillende risicogroepen?

A
  • Een groot verschil zijn de urethrale klachten bij gonorroe, die niet bij chlamydia voorkomen. Bij seks tussen man en vrouw is de penis altijd betrokken en zal dus bij een heteroseksuele man een gonorroe infectie sneller leiden tot een urethrale infectie. Bij MSM is de penis niet altijd betrokken, terwijl klachten bij oraal en rectale seks niet veelvoorkomend zijn. Om deze reden komen urethrale klachten bij mannen door gonorroe vaker voor.
  • Verder heeft gonorroe een kortere infectieduur en een hogere transmissiekans. Gonorroe kan dus vaker voorkomen wanneer een persoon meerdere partners heeft. Er wordt gezien dat mannen die seks met andere mannen hebben, vaak meerdere partners hebben dan hetero’s. Hierom komt gonorroe dus vaker voor bij MSM.
20
Q

Wat zijn twee redenen waarom tijdens de coronacrisis er minder soa’s voorkwamen?

A
  • 1,5 meter afstand → minder seks → minder soa’s
  • Afgeschaalde zorg → minder testen bij GGD → minder soa’s
21
Q

Naast dat surveillance vooral situaties beschrijft zoals ze op het moment zijn geweest of zijn, werkt surveillance ook verdiepend voor wetenschappelijk onderzoek. Wat zijn hiervan voorbeelden?

A
  • Corrigeren van trends
  • Risicogroepen duidelijker in kaart brengen
  • Wiskundig modelleren
22
Q

Wat is de PASSYON studie?

A

Deze studie onderzoekt het voorkomen van HPVP bij bezoekers van de centra seksuele gezondheid en factoren die daarmee samenhangen. Er wordt gezien dat HPV16 en 18 infecties steeds minder vaak voorkomen en dat gevaccineerde vrouwen minder vaak geïnfecteerd zijn met deze types dan ongevaccineerde vrouwen. In andere studies is er ook aangetoond dat HPV vaccinaties gedeeltelijk bescherming bieden tegen niet-vaccin types. Ook bij heteroseksuele mannen zien we minder infecties veroorzaakt door HPV16 en 18, wat wijst op groepsbescherming.