Evidence-based JGZ Flashcards

1
Q

Wat is evidence-based medicine?

A

Het toedienen van medicijnen op basis van het meest beschikbare en beste wetenschappelijke bewijs vanuit klinische onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wordt evidence-based medicine tegenwoordig toegepast?

A

Ja, alleen iedereen past het toe op zijn eigen manier, wat nogal een onwenselijk idee is. Dit komt o.a. door alle verschillende invloeden van binnen- en buitenaf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen objective evidence en subjective evidence?

A
  • Objective evidence → rugpijn hebben door een verwonding met bijv. een mes.
  • Subjective evidence → rugpijn waar je vanaf de buitenkant niks aan ziet.

Dit gebeurd dus ook in de wetenschap en hierom is evidence based medicine heel erg belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarop wordt evidence based medicine gebaseerd?

A
  • Ervaringen van deskundigen
  • Het mest mogelijke externe bewijs
  • Individuele klinische expertise
  • Voorkeuren van patiënten
  • Wensen van patiënten
    Verwachtinge van patiënten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn doelen van evidence-based medicine?

A
  • Om snelgroeiende informatiestromen hanteerbaar te maken en sneller te implementeren
  • Om de kwaliteit en zorgverlening te verbeteren
  • Om het klinisch handelen en besluitvorming te ondersteunen.
  • Om de diversiteit van handelen door professionals te verminderen
  • Om transparantie te vergroten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het probleem van evidence-based medicine/waarom is dit soms niet haalbaar?

A
  • Het is gericht op het best mogelijke bewijs, dit kan ook practice-based evidence zijn. Dit, omdat een evidence-based evidence soms niet kan door een knowledge-gap.
  • Deze knowledge-gap achterhalen kan d.m.v. (RCT) onderzoek, maar dit duurt vaak lang, is soms niet haalbaar en is vaak ook onethisch.
    • De resultaten van wetenschappelijk onderzoek zijn soms niet direct vertaalbaar naar de praktijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van de JGZ anno 2022?

A

Het bevorderen en beschermen van gezondheid, groei, lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van jeugdigen 0-18 jaar, zodat iedere jeugdige en volwassene een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kan bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zorgt de JGZ voor het behalen van haar doel?

A

Door de gezondheidszorg te positioneren:

  • 0e lijn → preventie op CJG (centrum voor jeugd en gezin), school en wijk. Jeugdartsen
  • 1e lijn → generalistische zorg in eigen omgeving. Huisarts en praktijkondersteuner
  • 2e lijn → specialistische zorg veelal in ziekenhuizen, Kinderarts, medisch specialisten en kinderpsychiatrische centra.

Er is momenteel steeds meer samenwerking tussen de 1e en 2e lijn om welzijn zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het doel van:

  • de kinderarts
  • de jeugdarts
A
  • de kinderarts → gericht op de genezing, is er individueel en op de klacht gericht (in het ziekenhuis)
  • de jeugdarts → kijkt zowel naar de populatie als het individu, richten zich vooral op gezondheid en functioneren en kijken heel erg naar determinanten hiervoor.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het voornaamste doel van de JGZ?

A

Preventie (verdeeld in primaire, secundaire en tertiaire preventie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf het verschil in rol tussen een jeugdarts en kinderarts.

A
  • Als jeugdarts moet je weten dat ‘lengte’ normaal verdeeld is. Terwijl motoriek en ontwikkeling moet je weten wat de normale spreiding ervan is. Je moet dus weten hoe een gezonde populatie eruit ziet/zich ontwikkeld en kunnen signaleren wanneer dit niet goed gaat.
  • Een kinderarts doet alleen iets wanneer het kind al klachten heeft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het belangrijkste succes van de JGZ?

A

Vaccineren, wat ernstige sterfte en invaliditeit moet voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het vertrouwen in en de reputatie van de JGZ is heel erg belangrijk en hiermee is dus de publieke opinie over de JGZ ook cruciaal. Hoe kan de JGZ iets aan de publieke opinie veranderen?

A
  • Onderbouwen van activiteiten, zoals onderzoeken
  • Onafhankelijke informatie geven, waarbij met goede gespreksvaardigheden vertrouwen gewekt kan worden.
  • Positieve marketing/imago building
  • Niet proberen te overtuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Evidence-based JGZ is dus heel belangrijk en vraagt dus een onderbouwde werkwijze van de JGZ. Hoe wordt deze werkwijze bewerkstelligt?

A
  • Screeningsmethoden
  • Beschrijving (van de efficiëntie) van de organisatie van de zorg
  • Onderbouwing in handelen

(er zijn nu zo’n 35 JGZ evidence-based richtlijnen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ontstaat een evidence-based JGZ richtlijn?

A

Programmeren → zoekvraag bedenken → literatuuronderoek → acquire fase → beoordelen informatie → conclusie trekken

Hierbij wordt er ook gedacht aan de klinische relevantie, voorkkeur patiënt/maatschappij, kosteneffectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Er is ook veel kritiek op evidence-based JGZ. Wat is deze kritiek?

A
  1. EBM is strikt → nadruk op wetenschappelijk bewijs en gelijke behandeling van patiënten onder gelijke omstandigheden en met gelijke aandoeningen → cookbook medicine
  2. Epidemiologisch bewijs is de norm, maar is vaak afwezig/onjuist/niet vertaalbaar naar de patiënt en niet doorslaggevend voor goede zorg
  3. Afwezigheid van bewijs is geen bewijs van afwezigheid. Ook naar dit moet onderzoek gedaan worden.
  4. De voorkeur voor het soort onderzoek is RCT, maar dit zijn vaak gezonde mannen tussen de 25-55 jaar. Bovendien is RCT populatiegericht en niet vertaalbaar naar individuen.
  5. RCT heeft selectiebias en dus niet makkelijk generaliseerbaar.
  6. Richtlijnen als basis voor EBM zijn tijdsintensief en niet up-to-date ten tijde van publicatie. Daarbij loopt de implementatie vaak erg moeizaam.
17
Q

Wat is het probleem van het gebruik van richtlijnen binnen de JGZ?

A

Professionals gebruiken richtlijnen niet zoals bedoeld, waardoor mogelijke effecten niet naar voren komen bij de einddoelgroep. Verder worden richtlijnen onvoldoende gebruikt en is er dus niet het gewenste effect op de kwaliteit van de zorg. Als laatste ligt de nadruk op de ontwikkeling van een richtlijn en niet op de implementatie en evaluatie.

18
Q

Uit welke 4 fasen bestaat de implementatie van een richtlijn?

A
  1. Verspreiding
  2. Adoptie
  3. Implementatie
  4. Continuering
19
Q

Waarvoor is MIDI (meetinstrument voor determinanten) bedoeld?

A

Het is bedoeld voor onderzoekers die in kaart willen brengen welke determinanten het daadwerkelijke gebruik van een in te voeren richtlijn beïnvloeden.

20
Q

Wat zijn kritische determinanten voor de gebruiker van een nieuwe richtlijn (m.b.t. MIDI)?

A
  • Persoonlijk voor/nadeel
  • Descriptieve norm
  • Uitkomstverwachting
  • Subjectieve norm
  • Taakopvatting
  • Eigen-effectiviteits-verwachting
  • Tevredenheid client
  • Kennis
  • Medewerking client
  • Informatieverwerking
  • Sociale steun
21
Q

Wat zijn kritische determinanten voor de vernieuwing van een richtlijn (m.b.t. MIDI)?

A
  • Procedurele helderheid
  • Juistheid
  • Compleetheid
  • Complexiteit
  • Congruentie huidige werkwijze
  • Zichtbaarheid uitkomsten
  • Relevantie cliënt
22
Q

Wat zijn kritische determinanten voor de omgeving/organisatie van een nieuwe richtlijn (m.b.t. MIDI)?

A
  • Wet- en regelgeving
  • Bekrachtiging management
  • Vervanging personeelsverloop
  • Capaciteit/bezettingsgraad
  • Coördinator
  • Tijd
  • Turbulentie in organisatie
  • Financiële middelen
  • Informatie over gebruik innovatie
  • Materialen en voorzieningen
  • Feedback aan gebruikers
23
Q

Note: je moet dus onderzoek doen naar de beste aanpak en dus niet alleen naar de aandoeningen/ziekten, maar ook naar de organisatie ervan.

A

Evidence based waar mogelijk, practice based waar nodig.

24
Q

Wat is gezondheidsmonitoring?

A

Het systematisch/periodiek volgen van de ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van een kind en/of groepen kinderen.

25
Q

Wat houdt de Wet van publieke gezondheid (2009) in en wat is het gevolg van deze wet?

A
  • Iedere 4 jaar wordt er op een uniforme en systematische wijze gegevens verzameld voor lokale en landelijke beleidsevaluatie en gezondheidsmonitoring.
  • Beter inzicht in gezondheid van bevolking en gerichte aandachtspunten voor beleid, lokaal en landelijk.
26
Q

Wat is de Basis Dataset (BDS) van het JGZ?

A

BDS is de landelijke registratieset voor de JGZ ten behoeve van individuele begeleiding van kinderen en uniforme registratie voor beleid, onderzoek en monitoring.