Sinterklaas 1 Flashcards
0
Q
Wishlist
A
Verlanglijstje
1
Q
Bad news
A
Vervelend bericht
2
Q
Выкраден
A
Opgehaald
3
Q
Case
A
Trommel
4
Q
Just what i thought
A
Net wat ik dacht
5
Q
Suddenly
A
Opeens
6
Q
Barely
A
Amper
7
Q
To spoil
A
Verwennen
8
Q
Замечать
A
Merken
9
Q
Get out
A
Wegwezen
10
Q
I dont need to?
A
Hoef ik niet?
11
Q
Mess
A
Rommeltje
12
Q
The wind cry in the chimney
A
De wind huilt in de schoorsteen
13
Q
Как печально
A
Wat is dat zielig!
14
Q
You should
A
Je hoeft