Les. 3 Flashcards
0
Q
No problem
A
Dat kan
1
Q
I’d like to
A
Ik wou graag
2
Q
That’s it
A
Dat was het dan
3
Q
What do you want?
A
Wat mag het zijn?
4
Q
Have you been in Amsterdam before?
A
Bent u ooit in Amsterdam geweest?
5
Q
Fout years ago
A
Vier jaar geleden
6
Q
Рождество приходится на
A
Kerstmis valt in
7
Q
Get well soon
A
Beterschap
8
Q
Sleep well
A
Welterusten
9
Q
Is it your birthday today?
A
Bent je vandaag jarig?
10
Q
What a shame
A
Wat erg