Signaalwoorden (H.O.) Flashcards
Ainsi que
Net als
Uitbreiding/opsomming
Aussi
Ook
Uitbreiding/opsomming
D’abord
Eerst
Uitbreiding/opsomming
Verandering in tijd
D’ailleurs
‘En dan nog iets’
Uitbreiding/opsomming
D’autant (plus) que
Des te meer omdat
Uitbreiding/opsomming
D’une part … d’autre part
Enerzijds, anderzijds
Uitbreiding/opsomming
De même
Op dezelfde manier
Uitbreiding/opsomming
Également
Ook, eveneens
Uitbreiding/opsomming
En outre
Bovendien
Uitbreiding/opsomming
En plus / de plus
Bovendien
Uitbreiding/opsomming
Enfin
Ten slotte
Uitbreiding/opsomming
Ensuite (u)
Bovendien
Uitbreiding/opsomming
Et puis
En toen
Uitbreiding/opsomming
Verandering in tijd
Même
Zelfs
Uitbreiding/opsomming
Sinon (u)
Overigens
Uitbreiding/opsomming
Bref
Kortom
Conclusie
Donc
Dus
Conclusie
En clair
Kortom
Conclusie
En effet
Inderdaad
Conclusie
En résumé
Samengevat
Conclusie
En somme
Kortom, samengevat
Conclusie
Finalement (c)
Tenslotte
Conclusie
Alors
Dus
Conclusie
Voilà pourquoi
Dat is omdat …
Conclusie
Ainsi (g)
Zo, op die manier
Gevolg
Il en résulte que
Daaruit volgt dat
Gevolg
Le résultat
Het resultaat
Gevolg
Par conséquent
Als gevolg
Gevolg
Afin de
Opdat
Doel
Le but
Het doel
Doel
L’objectif
Het doel
Doel
Pour que
Opdat
Doel
Sans que
Zonder dat
Doel
De/en sorte que
Opdat
Doel
C’est pour cela que
Het is daarom dat …
Reden
C’est pourquoi
Het is daarom …
Reden
C’est que
Dat is omdat …
Reden
Car
Want
Reden
En raison de
Door, vanwege
Reden
Parce que
Omdat
Reden