Schuld Flashcards
wettelijke schuldvormen
Aan schuld te wijten, redelijkerwijs moet vermoeden, ernstige reden heeft om te vermoeden, roekeloosheid
Bewuste schuld
Verdachte is zich bewust van de risico’s die verbonden zijn aan het handelen, maar is te lichtzinnig over de risico’s. WETEN maar niet willen (HR porsche)
Onbewuste schuld:
De verdachte is zich niet bewust van het gevaar van zijn handelen. WETEN en WILLEN ontbreken. HR verpleegster
Schema schuld kort
Onvoorzichtigheid;
i. Wederrechtelijkheid
a. Schending van een (rechts)norm of zorgplicht;
b. Ongeoorloofde schending.
ii. Voorzienbaarheid
Aanmerkelijke mate (objectieve culpa);
Verwijtbaarheid (subjectieve culpa).
HR verpleegster
De Hoge Raad heeft uit de gebezigde bewijsmiddelen, gelet met name op de opleiding van de verdachte (de Garantenstellung), de aard van de werkzaamheden die door haar werden verricht met het oog op verdoving ter gelegenheid van een operatieve ingreep, alsmede haar wetenschap omtrent het vertrouwen dat in haar moest worden gesteld en omtrent het ontbreken van controle door de andere zuster en door de chirurg, kunnen afleiden dat verdachte aanmerkelijk is te kort geschoten voor wat betreft de op haar rustende verplichting om de nodige oplettendheid te betrachten en dat de handelswijze van de verdachte mitsdien getuigt van een min of meer grove mate van onoplettendheid, welke schuld oplevert in de zin van artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht.
HR blackout
De Hoge Raad stelt dat niet in zijn algemeenheid valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor de bewezenverklaring van schuld in de zin van artikel 6 WVW.
Verschillende factoren zijn van belang, zoals de aard en de concrete ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder deze is begaan.
De ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met wettelijke gedragsregels kan niet op zichzelf leiden tot de conclusie dat er sprake is van schuld. De Hoge Raad formuleert een stappenplan om schuld in het verkeer aan te tonen:
1. Uiterlijk waarneembaar rijgedrag van de verdachte en de objectieve omstandigheden. 2. Mogelijke uitzonderlijke omstandigheden die het voorlopige oordeel kunnen veranderen, zoals verontschuldigbare onmacht.
HR
(Overstekend kind).
Het hof oordeelt dat van de bestuurder extra voorzichtigheid moet worden gevergd, vooral omdat een kind een bijzonder kwetsbare verkeersdeelnemer is.
De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de beperkte zichtbaarheid van de chauffeur en de zorgvuldigheid die van hem als bestuurder van een motorvoertuig wordt verwacht, geen blijk geven van een onjuiste rechtsopvatting.
De Hoge Raad benadrukt dat de schuld in het verkeer moet worden afgeleid uit het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan, en de omstandigheden van het geval.
HR Kampvuur te Castricum
Kampvuur in Castricum (art. 308 Sr). Onder schuld als delictsbestanddeel wordt een min of meer grove of aanmerkelijke schuld verstaan. Of sprake is van dergelijke schuld in de zin van art. 308 Sr wordt bepaald door de manier waarop die schuld in de tenlastelegging nader is geconcretiseerd, en is voorts afhankelijk van het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte weliswaar onvoorzichtig heeft gehandeld, doch niet dat hij — in aanmerking genomen dat niet gezegd kan worden dat hij de gevolgen van zijn handelen had kunnen en moeten voorzien — zich ‘roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend’ heeft gedragen, zoals is tenlastegelegd. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, in het bijzonder niet wat betreft het begrip ‘schuld’ in de zin van art. 308 Sr.
HR handrem
Hof kon oordelen dat verdachte door het aan de handrem trekken van een rijdende auto ‘roekeloos’ heeft gehandeld.