opzet Flashcards

1
Q

Opzettelijk

A

willen + weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oogmerk

A

duidelijke doel + sterke intentie tot begaan van een gedraging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wetende dat

A

nadruk ligt hier op weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ingeblikt opzet

A

de delictsomschrijving bevat niet expliciet ‘’opzet’’ maar het zit verstopt in de delictsomschrijving (dwingen, mishandeling) dingen die je niet per ongeluk kan doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Feitelijke opzetvormen:
vol opzet
noodzakelijkheidsbewustzijn
voorwaardelijke opzet

A

Vol opzet: bedoeling (opzet pur sang). Sterk willens- en wetens aspect aanwezig.
Zekerheids/ noodzakelijkheidsbewustzijn: Gedragingen heeft meerdere gevolgen, waarvan één van de gevolgen daadwerkelijk wordt beoogd. Het andere gevolg wordt niet beoogd maar volgt wel noodzakelijk uit andere actie.
→ voor eerste gevolg verdachte handelt willens en wetens.
→ voor tweede gevolg slechts wetens
Voorwaardelijke opzet: Het door de verdachte bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat door zijn gedraging een bepaald gevolg zal intreden. Voorwaardelijk opzet is ook wel de ondergrens van opzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stappenplan voor voorwaardelijke opzet:
Aanmerkelijke kans
bewustheid
Aanvaarding

A

Stap 1: Aanmerkelijke kans
De naar algemene ervaringsregels aannemelijke kans is die in de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid op het verboden gevolg (HR Bijtende honden). Of een gedraging de aannemelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht (HR Slaan met pistool). De ernst van het gevolg is niet relevant bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een aannemelijke kans. Slechts onder bijzondere, risico-verhogende omstandigheden kan dat anders zijn. De aannemelijke kans wordt naar algemene ervaringsregels beoordeeld. (HR HIV-I).

Stap 2: bewustheid
Hier ga je objectiveren. De verdachte moet zich bewust zijn geweest van de aannemelijke kans dat een bepaald gevolg zou intreden. De bewustheid kan worden afgeleid uit de aard van de gedraging, de omstandigheden van het geval en verklaringen van de verdachte of getuigen, al dan niet in combinatie met het normaliteit syllogisme.
Normaliteitssyllogisme:
normale mensen weten dat
de verdachte is een normaal mens
.. dus de verdachte weet dat

Stap 3: Aanvaarding
Niet alleen bewustheid van de aannemelijke kans is vereist, maar ook de bewuste aanvaarding van die aannemelijke kans. Net als de bewustheid kan de aanvaarding worden afgeleid uit de aard van de gedraging, de omstandigheden van het geval en verklaringen van de verdachte of getuigen. Bepaalde gedragingen kunnen ook naar uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer op bepaald gevolg te zijn gericht dat het – behoudens contra-indicaties (HR Porsche; HR Onverschillige doordrijder) – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aannemelijke kans heeft aanvaard (HR HIV-I; HR Slaan met pistool; Metalen wapenstok).
uiterlijke verschijningsvorm : uit de aard van de gedraging volgt dat de gedraging zo zeer is gericht op een bepaald gevolg, dat het niet anders kan dat de verdachte het gevolg heeft gewild.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Normaliteitssyllogisme:

A

normale mensen weten dat
de verdachte is een normaal mens
.. dus de verdachte weet dat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uiterlijke verschijningsvorm

A

uit de aard van de gedraging volgt dat de gedraging zo zeer is gericht op een bepaald gevolg, dat het niet anders kan dat de verdachte het gevolg heeft gewild.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Boos opzet

A

Indien het bestanddeel ‘wederrechtelijk’ na een wettelijke opzetvorm komt wordt het daar ook door beheerst. De verdachte moet niet alleen opzet hebben gehad op zijn gedraging maar ook op de wederrechtelijkheid van zijn gedraging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kleurloos opzet

A

Indien de wettelijke opzetvorm en het bestanddeel wederrechtelijk zijn gescheiden door het woordje ‘en’ ziet de opzet niet op de wederrechtelijkheid. De verdachte hoeft dan ook geen opzet te hebben gehad op de wederrechtelijkheid van zijn gedraging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gevolgsdelicten:

A

Opzet dient slechts bewezen te worden ten aanzien van het gronddelict en niet ten aanzien van het gekwalificeerde gevolgsdelict. Het gekwalificeerde gevolg is namelijk dan van het opzet geobjectiveerd. Het gekwalificeerde gevolg dient nog wel te worden bewezen, maar opzet hoeft daar niet op te zijn gericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorbedachte raad

A

De verdachte moet zich gedurende enige tijd hebben kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en hij moet niet hebben gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven (HR Voorbedachte raad).
Bij voorbedachte raad moet worden gekeken of er mogelijk sprake is van contra-indicaties:
a. De besluitvorming en uitvoering vinden plaats in plotselinge hevige drift.
b. Sprake is slechts van een korte tijdsspanne tussen besluit en uitvoering.
c. Gelegenheid tot beraad ontstaat eerst tijdens de uitvoering van het besluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HR Porsche

A

De vraag die in dit arrest centraal stond, was: is er sprake van voorwaardelijke opzet? De Hoge Raad vond van niet. In hoger beroep werd de verdachte veroordeeld wegens doodslag, waarbij het Hof voorwaardelijke opzet bewezen achtte. In cassatie werd de uitspraak van het hof vernietigd. De Hoge Raad was van mening, omdat de verdachte de eerste paar inhaalpogingen had afgebroken, dat hij zich bewust was van het risico op een aanrijding en dat hij het risico kennelijk niet heeft aanvaard. Hij bleef volgens de Hoge Raad geloven in een goede afloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

HIV I

A

‘De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregelen aanmerkelijk is te trachten.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

HR onverschillige doodrijder

A

De verdachte wordt van doodslag verdacht, omdat hij onder invloed is gaan rijden en daardoor een ongeluk met twee doden heeft veroorzaakt. De verdachte was door meerdere getuigen gewaarschuwd niet te gaan rijden maar heeft dit toch gedaan. Ook heeft verdachte geen pogingen gedaan om het ongeluk te voorkomen. Hiermee heeft de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van andere weggebruikers, zijn vriendin en zichzelf willens en wetens aanvaard. Er is dus sprake van voorwaardelijk opzet. In andere arresten wordt vaak opzet op de eigen dood niet aangenomen, maar hier geldt een bijzondere omstandigheid. De verdachte is toch gaan rijden onder invloed, ondanks dat hij zichzelf hiertoe niet in staat achtte. Ook heeft de verdachte in de laatste seconde voor het ongeluk nog geremd. Echter is niet af te leiden welke bedoeling de verdachte had met het afremmen en onder de omstandigheden kon het remmen geen positief effect meer opleveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

HR Voorbedachte raad

A

Verdachte wordt primair art. 289 Sr ten laste gelegd. De ‘voorbedachte rade’ moet worden gerealiseerd in dezelfde betekenis als daaraan in art. 289 Sr toekomt. Het middel faalt op het bestanddeel ‘voorbedachte raad’. Zoals in de toelichting op het middel terecht wordt aangevoerd, is naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad voor een bewezenverklaring van voorbedachte raad voldoende dat komt vast te staan dat de verdachte tijd had zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.

17
Q

HR bijtende honden

A

Is een reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid voldoende om te kunnen spreken van een aanmerkelijke kans in de zin van het voorwaardelijk opzet? Volgens de Hoge Raad wordt met de reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid geen wezenlijk andere of grotere mate van waarschijnlijkheid tot uitdrukking gebracht dan met de in oudere rechtspraak gebruikte formulering “geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans”.