causaliteit

Question 1

conditio sine qua non

Answer 1

Elke onmisbare schakel in een keten gebeurtenissen –> voorwaarde zonder welke niet
HR niet behandelde longinfectie

Question 2

causa proxima

Answer 2

De factor die het dichtst bij optreden van het gevolg ligt = dichtstbijzijnde oorzaak
HR niet behandelde longinfectie

Question 3

Relevantietheorie

Answer 3

Binnen de factoren bepaalt de wetgever welke zij het meest relevant vindt
HR wederrechtelijke vrijheidsberoving

Question 4

Adequatietheorie

Answer 4

De vraag is of een gemiddeld normaal denkend mens had moet kunnen voorzien dat het gevolg zou intreden door een bepaalde handeling. De vraag is ook of de verdachte adequaat heeft bijgedragen aan het intreden van het gevolgd wat objectief wordt beoordeeld
Kortom, kon de verdachte weten dat een bepaald gevolg zou intreden door zijn handeling?
Hierbij wordt uitgegaan van wat een normaal mens naar algemene ervaringsregels zou
hebben kunnen voorzien.
HR spoorwegovergang

Question 5

Leer van redelijke toerekening
huidige leersende leer !!

Answer 5

Toerekening naar redelijkheid van een gevolg aan de verdachte en diens gedrag. (sinds hr letale longembolie)
bouwstenen:
1. Gedrag van verdachte
2. Soort en mate van schuld van de verdachte
3. Klassieke causaliteit theorieën
HR letale longembolie, Niet-behandelde longinfectie, Causaliteit
bij nalaten, wederrechtelijke vrijheidsberoving en Groninger HIV-zaak

Question 6

Causaliteit

Answer 6

Bij causaliteit speelt de vraag of het gedrag van de verdachte het ten laste gelegde gevolg
heeft veroorzaakt. Causaliteit betreft dan ook een bewijskwestie en komt zodoende aan de
orde bij de eerste materiële vraag van art. 350 Sv. De heersende leer met betrekking tot
causaliteit betreft de leer van de redelijke toerekening. Echter kunnen andere (klassieke)
causaliteitscriteria ‘goede diensten bewijzen om de toepassing van het criterium van de
redelijke toerekening tastbaar en overtuigend te maken’ (3e
bouwsteen van De Hullu).

Question 7

De drie bouwstenen voor de nadere concretisering van de redelijke toerekening van
de Hullu

Answer 7

1. Het gedrag van de verdachte:
   Ernsts van het gedrag van de verachte.
   Het gedrag van de verdachte staat nadrukkelijk en zwaarwegend aan het begin van de keten van gebeurtenissen. KIJK NAAR: ernst gedrag verdachte + omstandigheden geval, ernst gedragingen, letsel, gedraging leidt tot gevolg?
2. De soort en mate van schuld van de verdachte
   Wanneer kan worden bewezen dat het opzet van de verdachte op het gevolg gericht was, is redelijke toerekening van dat gevolg aan zijn handelen eerder aan te nemen. Bij door het gevolg gekwalificeerde delicten speelt de mate van schuld geen rol, omdat het opzet ziet op pijn en letsel, niet op het overlijden als gevolg.
3. De andere causaliteitscriteria
   Andere causaliteitstheorieën toepassen om redelijke toerekening overtuigend te maken
   Indien geen conditio sine qua non verband –> extra aandacht om redelijke toerekening te komen.
   Voorzienbaarheid: als een gevolg voorzienbaar was, is het redelijk om die aan iemand toe te rekenen.
   Indien gevolg te ver verwijderd ligt van de gedragingen van de verdachte is dit mogelijk een contra indicatie voor redelijke toerekening.