Samenwerken (hoofdstuk 6) Flashcards
1
Q
Voorwaarden voor samenwerking
A
- Mensen
- Middelen
- Kennis en informatie
- Spelregels
- Communicatie
2
Q
Besturen (in drie stappen)
A
- Vooruitblikken; wat is het doel, langs welke wegen is dat doel te bereiken, wat is de beste weg, hoestippelen we die weg stap voor stap uit?
- Begeleiden; het begeleiden van en richting geven aan de eigenlijke uitvoering van het werk
- Terugkijken; terugkijken op de plannen en op de uitvoering. Wat ging er mis bij de uitvoering en wat kunnen we daarvan leren voor de volgende keer?
3
Q
Valkuilen leidinggevenden
A
- Te veel op de uitvoering letten en het besturen zelf verwaarlozen
- Te veel aandacht schenken aan één van de onderwerpen (stokpaardjes) en daardoor te weinig aan de andere onderwerpen
- Te veel aandacht schenken aan het besturen in het heden en te weinig aan het besturen in de toekomst, of andersom
- Bij het besturen niet systematisch genoeg te werk gaan door bijvoorbeeld alles tegelijkertijd te willen doen of alles door elkaar heen te doen
4
Q
Aspecten om doelen te bereiken als leidinggevende
A
- Motiveren van medewerkers
- Medewerkers betrokken maken
- Speelruimte
- Goede verhoudingen
- Conflictbeheersing
- Goede communicatie
5
Q
Categorieën van vaardigheden om door samenwerking een doel te bereiken
A
- Deskundigheid
- Sociale vaardigheden
- Conceptuele vaardigheden
6
Q
De vier gebieden van de Johari-matrix
A
- Vrije ruimte (Bekend aan mijzelf, bekend bij andere)
- Blinde vlek (Niet bekend aan mijzelf, bekend bij andere)
- Verborgen of vermeden (bedekt) (Bekend aan mijzelf, niet bekend aan andere)
- Onbekend, onbewust (Niet bekend aan mijzelf, niet bekend aan anderen)
- Vrije ruimte (Bekend aan mijzelf, bekend bij andere)