Samenvatting Kunstmatig van Nature Flashcards
Noem een kenmerk van levende wezens.
Het zijn zelfgeorganiseerden gehelen, waarbij de onderdelen in een functionele samenhang tot elkaar staan: het levende ding heeft het vermogen om de grens tussen zichzelf en de buitenwereld te scheiden. Om te interactieren met de buitenwereld, zodat het levensfuncties kan uitoefenen.
Leg Darwins natuurlijke selectie uit.
In de natuur is het aantal nakomelingen van organismen altijd groter dan het aantal dat zich tot volwassenheid ontwikkelt en zich reproduceert. Bij de reproductie doen zich altijd kleine verschillen voor tussen nakomelingen. Sommige verschillen vergroten de kans op succesvolle nakomelingen. De individuen en soorten die zich het best weten aan te passen aan de steeds veranderende omstandigheden (survival of the fittest).
Geef kritiek op de natuurlijke selectie.
Men betwijfelt of het een voldoende voorwaarde is om de evolutie te verklaren. Door de zelforganisatie van de natuur kan het zijn dat er al verschillende elementaire biomoleculen ontstaan zijn die nu alles bepalen.
Wat is het bewustzijn?
Het bewustzijn betekent dat we ons ergens bewust van zijn. Dat houdt in dat we besef hebben van iets buiten of in ons dat zich aan ons voordoet in de vorm van waarneming, fantasie, verlangen, etc.
Noem de zeven kenmerken van bewustzijn.
- Perspectivistisch kenmerk: alleen ik weet waarvan ik me bewust ben.
- Totaliteit: alle waarnemingen zijn deel van een betekenisvolle samenhang.
- Kwalitatief: je kunt bewust worden van de kwaliteiten van je waarnemingen.
- Subjectief.
- Intentionaliteit: ik kan me bewust worden van het feit dat de onmiddellijkheid van mijn bewuste ervaring wordt gemedieerd door cognitievestructuren.
- Reflexiviteit: zelfbewustzijn. De mens is zich bewust dat de mens bewust is.
- Dynamisch proces: een zelforganiserend systeem dat bestaat uit verschillende mentale toestanden die elkaar als een lopend verhaal opvolgen.
Tegenwoordig maken wetenschappers zich schuldig aan dualisme, welk dualisme? Waarom is dat problematisch?
Brein-lichaamdualisme.
Problematisch: ze gaan er vanuit dat de hersenen een geheel zijn, terwijl het een deel van het geheel is.
Wat is een oplossing/tegenhanger voor het dualisme?
Monisme: alles bestaat uit een geheel.
Wat is het doel van Plessner?
hij wil een hermeneutisch-fenomenologische analyse van de opeenvolgende levensvormen. Hij wil beschrijven wat het betekent om in die opeenvolgende emergente stadia van het organische een levend wezen te zijn.
Noem de drie ideaaltypes van Plessner.
- Plant: organisme dat nog niet een relatie tot zijn positionaliteit heeft. De plant leeft en heeft een binnen en een buiten. Open positionaliteit: een grens waarbij de weerskanten van niemand is.
- Dier: het grensverkeer wordt bemiddeld door een centrum: centrische positionaliteit. Het dier is in zijn lichaam en beleeft zijn leven met een zeker besef.
- Mens: centrum van beleven. Excentrische positionaliteit: de mens weet van het centrum van ervaring. Is zijn lichaam en is buiten zijn lichaam. Drie werelden: 1. (materiële) buitenwereld, 2. (natuurlijke en culturele) medewereld en 3. (mentale) binnenwereld.
Wat is het nut van de drie ideaaltypes van Plessner?
Het onderscheid stelt ons in staat om inzicht te krijgen op de fundamentele overeenkomsten en verschillen tussen de levensvormen.
Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen de drie levensvormen van Plessner?
Overeenkomst: alle levende wezens zijn belichaamd. Het meest fundamentele kenmerk is dat het een grens heeft. ze zijn ingebed in de omgeving, waarmee ze voortdurend interacteren.
Verschil: ze nemen verschillende houdingen aan ten opzichte van de constituerende grens. Dit noemt Plessner de positionaliteit van een levend organisme.
Wat zijn de drie antropologische grondwetten van Plessner?
- De mens als kunstmatig wezen.
- Bemiddelde onmiddellijkheid: deze sferen verkrijgen een eigen gewicht en ontsnappen zodanig aan de controle van de mens (de mens blijft altijd begrensd door de cultuur).
- De utopische positie: streven naar geborgenheid, verzoening met het noodlot, uitleg van de werkelijkheid en een huis.
Hoe hebben de drie antropologische grondwetten van Plessner betrekking op extrahumanisme, transhumanisme en posthumanisme?
- De mens als kunstmatig wezen: de mens is minder geworpen, maar meer ontwerper.
- Bemiddelde onmiddellijkheid: deze sferen verkrijgen een eigen gewicht en ontsnappen zodanig aan de controle van de mens: de technologie wordt nog minder controleerbaar, ze wordt onvoorspelbaar. Ze sluipt stiekem binnen en buiten ons lichaam, waardoor wij haar niet opmerken (doordat wij steeds meer ontwerper worden).
- De utopische positie: streven naar geborgenheid, verzoening met het noodlot, uitleg van de werkelijkheid en een huis: we moeten niet optimistisch zijn over het geluk van alle humanisme ons zou opleveren. De excentrische positionaliteit wordt door de opkomst van de technologie polyexcentrische positionaliteit.
Wat is robotica?
Het zombie-scenario: een poging om de evolutionaire opvolger van de mens buiten zichzelf te scheppen in de vorm van kunstmatige intelligentie of robots.
Noem twee soorten robots.
- Robots onder controle van een gebruiker.
2. Autonome robots: kunnen zichzelf volstrekt handhaven, reproduceren en ontwikkelen.