Friedrich Nietzsche Flashcards
Wie worden de “meesters van wantrouwen” genoemd door Paul Ricoeur en waarom? (3)
Deze filosofen en psycholoog worden zo genoemd, doordat zij het rationele, autonome, moderne subject ontmaskeren.
- Karl Marx: bewustzijn wordt bepaald door materiële condities.
- Friedrich Nietzsche: bewustzijn wordt bepaald door wil tot macht.
- Sigmund Freud: bewustzijn wordt bepaald door onbewuste driften.
Vertel kort iets over Nietzsche.
- Duitse filoloog en filosoof.
- Hoogleraar aan de universiteit van Basel in 1869.
- Geeft zijn positie op vanwege verslechterde gezondheid in 1879.
- Reist rond door Zwitserland, Oostenrijk en Italië.
- Geestelijke en lichamelijk ingestort in Turijn in 1889.
- Verzorgd door zijn moeder en zuster tot zijn dood in 1900.
Wat is het stijlverschil tussen Kant en Nietzsche?
Kant: abstract en begrippenlijk.
-Middelen: argumentatie, consistentie en systematiek.
Nietzsche: literair en retorisch.
-Middelen: ironie, polemiek (opponenten beargumenteren), scherpzinnig psychologisch inzicht.
Wat is kenmerkend voor Nietzsches aforismen?
- Dubbele laag van ironie, en tegenspraak.
- Vaak geen argumentatieve structuur.
- De stijl hangt samen met de inhoud.
Noem twee redenen voor de verzelfstandiging van FA rond de twintigste eeuw en waarom dit betrekking heeft op Nietzsche.
- Secularisatie: de dood van God. De mens is niet langer meer een schepsel van God, maar wat dan wel?
- De verwetenschappelijking van het mensbeeld. De mens is slechts een veredelde aap of computer.
Deze verwachtingen werden bijna een halve eeuw van te voren door Nietzsche voorspeld. Nietzsche werd hierdoor in zijn tijd niet begrepen, maar is tegenwoordig populairder dan ooit.
Leg de cultuurdiagnose op drie gebieden uit.
- De wereld is chaotisch, vergankelijk (instabiel) en doelloos: de Europese cultuur verheft daarom het geestelijk boven het aardse.
- Metafysica:
- Plato: op zoek naar de ware werkelijkheid achter de schijn van het zintuiglijke waarneembare (De Ideeënwereld).
- Achter de chaotische wereld die wij waarnemen, bevindt zich de eeuwige, onvergankelijke, ‘ware wereld’. - Religie:
- Christendom is het platonisme voor het volk.
- Waarheid en eeuwigheid zijn gesitueerd in de hemel.
Leg uit hoe Nietzsche de Christelijke moraal voor zich ziet.
Nietzsche begrijpt de tegenstelling van goed en slecht als een tegenstelling van sterk en zwak. Eervol en voornaam tegenover angstig en onderworpen.
Het Christendom karakteriseert zich door een ‘slavenopstand in de moraal’:
- De zwakken verheerlijken hun eigen zwakheid, nederigheid en onderworpenheid.
- Het oude waardensysteem wordt omgekeerd, zwakheid wordt het streven naar het ideaal.
- De zwakken hebben niet de kracht om de sterkste te straffen, dus laten dit aan God in het hiernamaals.
Vertel kort iets over de dood van God (Die Fröhliche Wissenschaft: aforisme 15: de dolle mens).
“Waar gaat God heen, dat zal ik jullie vertellen. God is dood en wij zijn de moordenaars”.
Geen metafysische en teleologische analyse:
- een beschrijving van culture/historische gebeurtenis.
- de ondermijning van het geïnstitutionaliseerde Christendom.
Nietzsche voorspelde deze gebeurtenis voordat hij op grote schaal plaatsvond: de secularisatie speelde pas tijdens de helft van de twintigste eeuw.
Wat zijn de gevolgen van God en waarom zijn ze dubbelzinnig?
Enerzijds: bevrijding:
- van het Christelijk mensbeeld.
- van het Christelijk moraal.
- van de Christelijke levenswijze.
Anderzijds: het verlies van houvast:
- Westerse moraal is gefundeerd in het Christelijk geloof.
- Met de teloorgang van het geloof gaat mogelijk de moraal als zodanig ten onder.
- Dit leidt mogelijk tot nihilisme, radicaal waarderelativisme.
Waarom is Nietzsches theorie vanuit evolutionair perspectief?
Nietzsche is sterk geïnspireerd door de evolutietheorie van Darwin. Hier maakt hij een vrije interpretatie en associatie van.
- Volgens Nietzsche: geen essentieel, maar gradueel onderscheid tussen mens en dier.
- De mens is het nicht festgestellte Tier.
- Dus de mens is een dier, maar niet gedetermineerd door zijn instincten. (zowel een kracht als zwakte)
- Vooruitwijzend op een 20e eeuwse opvatting
Waarom is er geen essentieel onderscheid tussen mens en dier volgens Nietzsche?
De mens heeft een Wille zur Macht.
-Alle levende natuur functioneert op basis van dezelfde kracht: Wille zur Macht.
-Organische natuur heeft de drang zich te versterken.
Niet alleen overleven, maar overwinnen, laten gelden.
Geïnspireerd door Darwin’s survival of the fittest.
- Deze wil tot macht is de drijfkracht achter ieder levend wezen, ten opzichte van Kant’s dualisme.
- Geen onderscheid tussen mens en dier, maar tussen kuddedieren en roofdieren.
Wat bedoelt Nietzsche met evolutionair bewustzijn?
Kant: zelfbewustzijn en redelijkheid verheffen de mens boven dier.
Nietzsche: zelfbewustzijn en redelijkheid zijn evolutionair ontstaan.
-Bewustzijn is ontstaan in de overlevingsstrijd van de mens. Zoals een kameleon schutkleuren heeft, heeft de mens bewustzijn. We hebben bewustzijn nodig, omdat we zwakke instincten hebben. Bewustzijn is niet verheffend, maar komt voort uit een zwaktebod.
Wat zijn voorgangers onderscheidend aan de mens vonden, plaatst Nietzsche in een evolutionair perspectief.
Wat is de Übermensch?
Volgens Nietzsche stopt de evolutie niet bij de huidige mens.
De Übermensch is de opvolger van de mens:
- Niet simpelweg de mens die na ons komt.
- Een evolutionaire opvolger die ons overstijgt.
- Een betere, sterkere, vrijere mensensoort.
Wat is problematisch aan het idee van de Übermensch?
Strikt genomen weten we niets over de Übermensch.
- Het is onzeker of er überhaupt een opvolger van de mens gaat komen.
- Een x aan de horizon.
Leg kort de Homo Sapiens 1.0 t/m 3.0 uit volgens het boek van Jos de Mul.
Homo Sapiens 1.0: vroege mensensoorten, afstammelingen van de homo heidelbergensis.
Homo Sapines 2.0: de huidige mens.
Homo Sapiens 2.1: de agrarische mens.
Homo Sapiens 2.2: de industriële mens.
Homo Sapiens 2.3: de informationele mens.
Homo Sapiens 3.0: ???