(S)TOS Flashcards

1
Q

Wat is taal?

A

= het vermogen om complexe symbolen die een bepaalde betekenis hebben binnen een sociale context te begrijpen en te produceren
* aangeboren: universele brabbeltaal en biologische rijping in de hersenen
- communicatiemiddel (menselijk)
- nood aan taalmodel en een sociale context => taalgebruik
- spraak = 1 van de mogelijke uitingsvormen van taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de mogelijkheden van taal?

A
  • kennis opdoen
  • gevoelens uiten
  • sociaal functioneren
  • gedachten ordenen
  • abstract redeneren
  • hier en nu overstijgen
  • hypothetisch denken
    => essentiële functies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn ontwikkelingsaspecten van taal?

A
  • 14m: geluiden imiteren
  • 30m: echolalie verdwenen
  • snelle stijging in aantal gebruikte woorden
    ** 18-23m: 100 woorden en 2 woordzinnetjes
    ** 24-29m: 184 woorden en 3.5 woordzinnetjes
    ** 30-35m: 226 woorden en 4 woordzinnetjes
    => wanneer in tweede helft van 2j slechts 37 woorden en 1 woordzinnetjes: traag ontwikkeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat weten we van taal- en spraakproblemen?

A
  • komt vaak voor
  • moeilijk onderscheid tussen vertraging en stoornis
  • moeilijk te zien
  • signalen opvangen belangrijk
  • expressief geen problemen
  • stil
  • impact op andere vaardigheden/domeinen
  • schoolse vaardigheden
  • concentratie
  • gedragsproblemen en/of sociaal-emotionele problemen
  • oorzaak: doofheid, neurologische aandoening of onderstimulatie?
  • voldoende kennis noodzakelijk
  • 1e huisarts, 2e multidisciplinair onderzoek: leerkracht en ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de definitie van (S)TOS?

A

= een beperking in taalbegrip en/of taalproductie waarbij de taalproblemen niet kunnen worden verklaard door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe is (S)TOS in de DSM-V beschreven?

A
  • taalstoornis
  • spraakklankstoornis
  • stoornis in de spraakvloeiendheid ontstaan in de kindertijd
  • sociale (pragmatische) communicatiestoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een taalstoornis?

A

blijvende moeite met verwerven en gebruiken van taal in verschillende modaliteiten (gesproken, geschreven, gebarentaal of anders) door tekorten bij het begrijpen of produceren van taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een spraakstoornis?

A

blijvende moeite met productie van spraakklanken waardoor verstaanbaarheid of communicatie gehinderd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een sociale (pragmatische) communicatiestoornis?

A

aanhoudende moeite met sociale gebruik van verbale en non-verbale communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de specificiteitscriteria van (S)TOS?

A
  1. het taalniveau lager uitvalt dan het algemeen intelligentieniveau
  2. de taalachterstand interfereert met het leren of het sociaal functioneren
  3. er geen sprake is van een duidelijke pervasieve ontwikkelingsstoornis
    (4. taalproblemen niet omwille van gehoorverlies, neurologische ‘schade’, onderstimulatie, verwaarlozing, letsel, meertaligheid, …)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn 4 moeilijkheden van leerlingen met (S)TOS?

A
  1. vertraagde werking van informatie
  2. beperkt vermogen tot wederzijds communiceren
  3. zwak metalinguïstisch bewustzijn
  4. gebrek aan innerlijke taal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van (S)TOS?

A
  • vertraagd aanleren van taalvaardigheden
  • weinig imitatie
  • kleine woordenschat
  • moeilijk verstaanbaar
  • semantisch probleem
  • trage aangroei
  • nieuwe woorden weinig gebruikt
  • liefst gekende, eenvoudige en concrete woorden
  • woordvindingsproblemen
  • morfologisch probleem
  • grammaticale fouten
  • syntactisch probleem
  • korte, onvolledige zinnen
  • verkeerde woordvolgorde
  • weglaten van voorzetsels en lidwoorden
  • niet begrijpen van moeilijke, lange en complexe zinnen
  • pragmatisch probleem
  • moeite met initiëren en onderhouden van conversatie
  • korte antwoorden
  • misverstanden (conflicten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn nog andere kenmerken van (S)TOS?

A
  • sociaal-emotionele problemen
  • zelfbeeld
  • geen aansluiting
  • sociale angsten
  • moeilijk emoties herkennen en uiten
  • executieve functies
  • problemen op vlak van (KT)(werk)geheugen
  • concentratieproblemen
  • leerproblemen
  • gedragsinhibitie
  • cognitieve flexibiliteit
  • inlevingsvermogen
  • lage motivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de oorzaak van (S)TOS (etiologie)?

A
  • neurologisch
  • sterke genetische component
  • omgeving speelt een rol
  • effect van SES
    ** hogere SES, meer woordenschat dan lage SES
    ** hogere SES, langere zinnen dan lage SES
  • effect van plaats in kinderrij
  • interactioneel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de prevalentie van (S)TOS?

A
  • 5-7%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de prognose van (S)TOS?

A
  • verstoord taalbegrip minder gunstig dan enkel taalproductie
  • vaak veel secundaire problemen:
  • pesten
  • schriftelijke problemen
  • frustraties, negatieve interacties => gedragsproblemen
  • weinig sociale relaties
  • leerproblemen en verminderd schoolsucces (onderwijssysteem talig!)
17
Q

Wat is het belang van differentiaaldiagnose bij (S)TOS?

A
  • taal is allesomvattend
  • taal is bij veel verschillende stoornissen verstoord
  • groot belang aan differentiaaldiagnose
18
Q

Met welke differentiaaldiagnoses moeten we rekening houden bij (S)TOS?

A
  • gehoorverlies (audiogram geeft uitsluitsel)
  • verworven afasie (= aanvankelijk intact taalvermogen verdwijnt door lokaal hersenletsel)
  • verstandelijke beperking (algemene ontwikkelingsachterstand)
  • (affectieve) verwaarlozing
  • onderstimulatie
  • gestoorde emotionele ontwikkeling
  • tonen veel verbetering eens gestimuleerd
  • selectief mutisme
  • emotioneel geladen
  • kan vaak perfect spreken, enkel in vertrouwde omgeving
  • onverstoord taalbegrip
  • meertaligheid
  • ASS
19
Q

Leg uit: (S)TOS en ASS?

A

(moeilijk…)
- problemen op vlak van sociale interacties
- problemen op non-verbaal vlak
- routines
- beperkt symbolisch spel
- preoccupaties
- …

20
Q

Hoe verloopt de diagnostiek bij (S)TOS?

A

multidisciplinair verloop:
- intake (screening)
- gesprekken: lkr, ouders, kind zelf (spontane taal vs. reproductie)
- observaties
- logopedisch onderzoek
- gehoortest
- psychologisch onderzoek
* intelligentiebepaling
* ontwikkelingsniveau
* spelobservatie
* psychosociaal functioneren
- motorisch onderzoek

21
Q

Welke instrumenten worden gebruikt om (S)TOS te diagnosticeren?

A
  • CELF-5^NL (Clinical Evaluation of Language Fundamentals)
  • RTOS (Reynell Taalontwikkelingsschalen)
  • TAK (Taaltoets Alle Kinderen)
22
Q

Wat is de CELF-5^NL?

A
  • 5-18 jaar
  • individueel - pen&papier/digitaal - 30/60 min
  • flexibele stapsgewijze benadering in 4 niveaus
23
Q

Wat zijn de 4 niveaus van de CELF-5^NL?

A
  1. Is er een taalprobleem?
    - 4 duidelijk discriminerende subtests
    - kernscore
  2. Op welk gebied is er een probleem?
    - aanvullende subtest
    - indexscore
    * receptieve taal
    * expressieve taal
    * taalinhoud
    * taalvorm
    * werkgeheugen
  3. Problemen op andere gebieden?
  4. Communicatieve en sociale vaardigheden
    - observatielijst + vragenlijst
24
Q

Wat is de RTOS?

A
  • taalbegripschaal
  • receptieve taalontwikkeling
  • oplopende moeilijkheidsgraad
  • 74 items
  • testkoffer met speelgoedmateriaal
  • uitvoeren van opdrachten
  • taalproductieschaal
  • expressieve taalontwikkeling
  • 3 subtesten: woordenschat, taalinhoud en beoordeling van spontane taal
  • grote situatieprenten
25
Q

Hoe wordt er aan preventie, ondersteuning & begeleiding gedaan bij (S)TOS?

A
  • alle partijen betrekken => generalisatie
  • behandeling: logopediscten
  • psychologische ondersteuning
  • gedragsproblemen
  • emotionele problemen
  • gestructureerd aanbieden van ‘taal’ => verouderd
  • communicatieve zelfredzaamheid
26
Q

Hoe ziet de behandeling van (S)TOS eruit?

A
  • gebruik van natuurlijke situaties
  • aansluiten bij spontaan taalgebruik en daarop verder bouwen
  • kleine groepjes: sociale aspecten stimuleren
  • niet verbeteren, maar zelf juistere en complexere taal aanbieden als voortbouw op de spontane taal van het kind
  • toegespitst zijn op kind
  • actieve inbreng van de omgeving
  • alles benoemen
  • niet corrigeren, maar zelf correct teruggeven
  • vb. vertelkaarten
  • niet gewoon ‘plaatsen’ bij kinderen met een normale taalontwikkeling
  • technologie (vb. apps)
27
Q

Hoe ziet de schoolkeuze van leerlingen met (S)TOS eruit?

A
  • regulier onderwijs met redelijke aanpassingen
  • leersteuncentrum
  • BuO type 7
28
Q

Wat zijn schoolinterventies bij (S)TOS?

A
  • psycho-educatie (onbekend/onderbelicht)
  • eigen communicatie van de leerkracht
  • visuele ondersteuning
  • samenwerken en samen spelen met anderen
  • emoties verwoorden
29
Q

Leg uit: eigen communicatie van de leerkracht als schoolinterventie bij (S)TOS?

A
  • VAT: volgen, aanpassen, toevoegen
  • langzaam, duidelijk, pauzes in taal
  • geef tijd en ruimte
  • werk met hun interesses
  • gebruik zelf een rijke woordenschat
30
Q

Leg uit: visuele ondersteuning als schoolinterventie bij (S)TOS?

A
  • leerstof en opdrachten
  • instructies ondersteunen met visueel materiaal
  • gebaren, lichaamstaal, mimiek
  • zelf beter op verhaal komen
  • situaties naspelen of uitzetten of uittekenen i.p.v. vertellen
  • voorspelbaarheid
  • stappenplannen
31
Q

Leg uit: samenwerken/samenspelen als schoolinterventie bij (S)TOS?

A
  • niet evident
  • moeilijk inpikken of input geven
  • worden links gelaten
  • stimuleer samenspelen en laat anderen helpen
32
Q

Leg uit: emoties verwoorden als schoolinterventie bij (S)TOS?

A
  • extra ondersteuning nodig
  • benoem zelf veel emoties (jezelf als de ander)
  • emotiekaarten
33
Q

Wat zijn concrete tips in de behandeling van (S)TOS?

A
  • geloof in het kind
  • geduld
  • samen controleren
  • steunkaartjes
  • stappenplannen
  • voorleessoftware
  • vele spontane praatjes
  • gebruik gekende kennis om nieuwe kennis aan te koppelen
  • laat andere kinderen niet inspringen
  • vraag: heb je al wat tijd nodig of wil je hulp van mij?
  • oog hebben voor de emoties