ASS: diagnostiek Flashcards

1
Q

Hoe ziet de diagnostiek bij ASS eruit?

A
  • erg complex: MDT, expertise, caution!
  • aandachtspunten
  • gedragsdiagnostiek = subjectief
  • observeerbaar gedrag
  • autistische denkpatronen
  • achterliggende emoties of beleving
  • belang van een open mind
  • In hoeverre is het functioneren belemmerd? Wat heeft de persoon nodig?
  • vaak al lange tijd hulpvraag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn aandachtspunten bij de diagnostiek van ASS?

A
  • vroegdiagnostiek
  • meervoudige problematiek
  • meisjes
  • socio-culturele factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het belang van vroegdiagnostiek?

A

betere prognose:
- aanpassingen gebeuren
- secundaire gedragskenmerken vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is vroegdiagnostiek moeilijk?

A
  • kenmerken minder uitgesproken of nog niet tot uiting
  • ASS kenmerken soms binnen normale ontwikkeling
  • vaak al op jonge leeftijd opgemerkt, maar lange weg naar hulpverlening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn diagnostische middelen die kunnen ingezet worden?

A
  • geen biologische marker: zoektocht naar objectieve neurologisch middel
  • kwalitatieve beperkingen in het gedrag
  • vereist uitgebreide ervaring & deskundigheid
  • training
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verloopt de procedure van diagnosestelling?

A
  • hulpvraag
  • screening
  • gehoor en visus onderzoek
  • anamnese (interviews)
  • observaties
  • logopedisch onderzoek
  • motorisch onderzoek
  • (ergotherapeutisch onderzoek)
  • (intelligentie onderzoek)
  • (neuro(psycho)logisch onderzoek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt de screening in? Welke instrumenten worden hiervoor gebruikt?

A
  • brede blik
  • instrumenten:
  • SRS-2-NL
  • SCQ-NL
  • M-CHAT-NL
  • AVZ-R
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is en meet de SRS-2-NL?

A

= Social Responsiveness Scale-2-NL
= een dimensionele schaal die sociaal bewustzijn, sociale cognitie, sociale communicatie, sociale motivatie en autistische preoccupaties in kaart brengt
- ingevuld door ouders en leerkracht
- van 3 tot 18 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is en meet de SCQ-NL?

A

= Vragenlijst Social Communicatie
- meet autismekenmerken en is gebaseerd op ADI-R (Autism Diagnostic Interview-Revised)
- ingevuld door ouders
- vanaf 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verloopt de intake?

A
  • gesprek met de betrokkenen
  • dossieranalyse
  • idealiter kind aanwezig
  • ontwikkelingsgeschiedenis:
  • algemene ontwikkeling (mijlpalen): taal-, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling
  • medische zaken
  • psychosociale gebeurtenissen
  • familiale geschiedenis
  • zwangerschap en bevalling
  • huidig functioneren en vroeger
  • sociale interacties en relaties
  • schools functioneren
  • rituelen (slapen, eten, spelen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verloopt het onderzoek?

A

niet evident:
- standaardisatie
- tempo
- beloningen
- ouder aanwezig (TRANSPARANTIE)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat, wie en hoe bevraag je zaken in de anamnese?

A
  • specifiek naar ASS kenmerken
  • zorgen ontwikkeling en gedrag
  • voorgeschiedenis
  • hoofdkenmerken
  • ouders, leerkracht, andere betrokken
  • Gestandaardiseerd Diagnostisch Interview (training)
  • ADI-R
  • DISCO-11
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de ADI-R?

A

= Autistisc Diagnostic Interview - Revised
- training vereist
- met ouders of verzorgers
- vanaf 18 maanden
- domeinen:
* taal en communicatie
* sociale ontwikkeling en spel
* interesses en gedragingen
* specifieke gedragsproblemen
* speciale vaardigheden
- huidig functioneren en leeftijd van 4 tot 5 jaar (of ooit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is DISCO-11?

A

= Diagnostic Interview for Social and Communication Disorders - 11
- training vereist
- met ouders of verzorgers
- alle leeftijden
- kenmerken ASS en bredere ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van observaties in diagnostiek bij ASS?

A
  • heel belangrijk luik
  • experimentele situaties & vertrouwde omgevingen
  • testsituatie - school - thuis - andere
  • gestructureerd en ongestructureerd
  • individueel: gestuurde interacties, spelsituatie, tussenkomsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar wordt op gelet in de observatie van een experimentele situatie?

A
  • begroeting
  • reactie op testmateriaal
  • pragmatiek (taal)
  • observatie testruimte
  • interactie ouders
  • interactie observator
17
Q

Waar wordt op gelet in de observatie van een vertrouwde omgeving?

A
  • interactie met leeftijdsgenoten
  • taakhouding
  • spelgedrag
  • gedrag
  • emotionele ontwikkeling en reacties
18
Q

Wat is ADOS 2?

A

= Autism Diagnostic Observation Schedule - Second Edition
- een gestandaardiseerd observatie instrument
- training vereist
- vanaf 12 maanden
- situaties die gedrag uitlokken
- 5 deelgebieden:
* taal en communicatie
* wederkerige sociale interactie
* fantasie- en symbolisch spel
* stereotiep gedrag en beperkte interesses
* inadequaat of opvallend gedrag

19
Q

Welke situaties worden er gecreëerd bij de ADOS 2?

A
  • constructietaak
  • doe alsof spel
  • interactief spel
  • beschrijving van een prent
  • een verhaal uit een boek vertellen
  • cartoons begrijpen
  • een gesprekje voeren
  • socio-emotionele vragen: emoties, sociale problemen, irritaties, vrienden, eenzaamheid, verliefdheid
20
Q

Wat is ADAPTI?

A

= een vragenlijst naar adaptieve vaardigheden voor jongvolwassenen met autismespectrumstoornis
- 16 - 25 jaar

21
Q

Hoe verloopt de integratie- en adviesfase?

A
  • MDO: multidisciplinair overleg
  • consensus tussen disciplines
  • resultaten onderzoek in lijn met bevindingen ouders en omgeving
  • noden en krachten
  • opstellen individueel handelingsplan
  • vaak pas bevestiging na een periode van therapie