ADHD: diagnostiek Flashcards

1
Q

Wat weten we over diagnostiek bij ADHD?

A
  • moeilijk en complexe diagnostiek
  • geen objectieve ADHD test
  • vaak voorkomende symptomatologie, zonder altijd sprake van stoornis
  • soms symptomatologie niet consistent over situaties heen
  • symptomatologie ook kenmerken voor andere stoornissen
  • multimodaal (verschillende instrumenten) en multi-informant (verschillende informanten)
  • DSM-V criteria: houvast, maar…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verloopt de intake met de ouder als informant?

A
  • regulatie (op alle domeinen)
  • algemeen gezinsfunctioneren
  • ouder-kind interacties
  • inventarisatie van probleemgedrag
  • ontwikkelingsanamnese
  • taal - motoriek - sociaal
  • baby - kleuter - lager
  • familiale anamnese
  • bijkomende vragen: netwerk, andere, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verloopt de intake met de leerkracht als informant?

A
  • concreet gedrag bevragen
  • sociaal - emoties - motoriek - taal - leren
  • vrienden
  • maatregelen
  • welke rol in de klas?
  • voorbeelden
  • andere normen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verloopt de intake met het kind als informant?

A
  • schools functioneren
  • sociaal functioneren
  • probleemoplossende vaardigheden
  • vrije tijd
  • persoonlijke beleving (lijdensdruk, eigen hulpvraag)
  • differentiaaldiagnostisch (internaliserende problemen)
  • observatiegegevens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke gestructureerde interviews kunnen we gebruiken in diagnostiek bij ADHD?

A
  • DISC-IV
  • ACE (online)
  • Young-DIVA-5 (online)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vragenlijsten kunnen we gebruiken in diagnostiek bij ADHD?

A
  • CBCL/TRF
  • Connors
  • AVL
  • VvGK
  • ZVAH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat weten we over intelligentieonderzoek bij diagnostiek van ADHD?

A
  • weinig informatie over cognitieve vaardigheden en/of executieve functies
  • in kaart brengen van planning en organisatie, werkgeheugen, tijdsbesef, aandachtsturing, set shifting en woordvloeiendheid
  • observaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat weten we over neuropsychologisch onderzoek -bij diagnostiek van ADHD?

A
  • discussie over noodzakelijkheid: valide, betrouwbaar, objectief
  • testen: Bourdon-Vos, TEA-Ch, BADS, NEPSY
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is belangrijk bij observaties in diagnostiek van ADHD?

A
  • gedragskenmerken observeren:
  • motoriek (onrust - activiteit - spierspanning)
  • taal en communicatie
  • samenwerken
  • reactie op situaties (vb. frustratie - wachten - instructies - enz)
  • aandacht (focus - richten - volhouden)
  • observatiesystemen: MARS, TOAD, CBCL observatieschema
  • vooral eigen systemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke andere disciplines komen aan bod bij diagnostiek van ADHD?

A
  • motorisch onderzoek
  • logopedisch onderzoek
  • visueel-ruimtelijk onderzoek
  • medisch onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly