Diagnostiek en begeleiding Flashcards

1
Q

Diagnostiek is multi …, multi-… en multi…
Leg uit.

A

multi modaal = meerdere methode/technieken
multi-informant = verschillende bronnen of personen (holisme)
multidisciplinair = dat verschillende disciplines of vakgebieden samenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke soorten diagnostiek ligt de focus binnen ontwikkelingsstoornissen?

A
  • onderkennende en indicerende diagnostiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de handelingsgerichte aanpak in?

A

Er wordt naar de beste aanpak voor het kind en naar positieve elementen gezocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de stappen van het diagnostische proces.
Wat is zeer belangrijk bij het afleggen van zo’n diagnostische cyclus?

A
  1. aanmelding
  2. intakefase
  3. strategiefase
  4. onderzoeksfase
  5. integratie en indicatiefase
  6. adviesfase

Het is belangrijk om alle partners te betrekken in het proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke settings mogen ontwikkelingsstoornissen diagnosticeren?

A
  1. Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen
  2. Revalidatiecentra
  3. Centra Geestelijke Gezondheidszorg
  4. Referentiecentrum Autisme
  5. Privépraktijk
  6. Kinderpsychiatrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke aandachtspunten zijn er bij het diagnosticeren van ontwikkelingsstoornissen?

A
  • comorbiditeit
  • dubbeldiagnose
  • differentiaaldiagnose
  • onder- en overdiagnosticering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn comorbiditeit en dubbeldiagnose?

A

comorbiditeit = samen voorkomen van 2 (of meer) onafhankelijke aandoeningen bij 1 persoon

dubbeldiagnose:
- hulpverlening is kritisch naar deze term, want elke diagnose heeft een impact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Van welke term spreken we bij ontwikkelingsstoornissen als er sprake is van ‘een dubbeldiagnose’?

A

associatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van associatie?

A
  • zelfde verstoorde hersengebied(en)
  • vaak 1 stoornis dominant
  • complexere diagnose
  • ernstigere verstoring van functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een differentiaaldiagnose?

A

Bij verschillende stoornissen zijn er vaak gelijkende kenmerken. Differentiaaldiagnose is het uitzuiveren van wat de dominante stoornis is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat maakt differentiaaldiagnostiek complex?

A
  1. meerdere symptomen gemeenschappelijk
  2. symptomen soms primair, soms secundair
  3. toch dubbeldiagnose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een regulatiestoornis?

A

= moeilijkheden bij het beheersen van emoties, gedrag en/of sensorische prikkels, waardoor het dagelijks functioneren van een individu wordt belemmerd

Deze diagnose werd gesteld, om niet te vervallen in dubbeldiagnoses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke begeleidingsmogelijkheden zijn er voor ontwikkelingsstoornissen?

A
  • psycho-educatie
  • vaardigheidstraining of functietraining
  • psychosociale (individuele) begeleiding
  • farmacotherapie
  • aanpassing van de context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is psycho-educatie? En wat is de rol in het begeleiden van ontwikkelingsstoornissen?

A

= een reeks educatieve en/of opvoedkundige interventies met als doel de personen vaardigheden, kennis en zelfvertrouwen aan te reiken om hun leven zo goed mogelijk te kunnen leiden, zoals zij zelf willen

  • acceptatie van de stoornis/beperking
  • vorm van counseling (aansluitend op leefwereld van de cliënt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is vaardigheidstraining of functietraining? En wat is de rol in het begeleiden van ontwikkelingsstoornissen?

A

= het aanleren of trainen van verminderd aanwezige of afwezige vaardigheden of functies
(motoriek, taal, sociale vaardigheden, cognitieve functies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de rol van psychosociale (individuele) begeleiding in het begeleiden van ontwikkelingsstoornissen?

A
  • van laagdrempelige begeleiding tot intense psychotherapie
  • gericht op emoties, denkpatronen & gedrag
    (zelfregulatie, zelfbeeld, sociale inschatting, faalangst, …)
17
Q

Wat is de rol van farmacotherapie in het begeleiden van ontwikkelingsstoornissen?

A
  • altijd slechts een DEEL van de aanpak
  • ondersteunende functie
  • beïnvloeding of sturing van neuropsychologische functies
18
Q

Wat is de rol van context aanpassen in het begeleiden van ontwikkelingsstoornissen?

A
  • aanpassen van de sociale en fysieke context
  • vraagt veel van omgeving om zich aan te passen (advies en steun nodig)
  • houding & aanpak vanuit de omgeving
19
Q

Hoe kunnen we de sociale context aanpassen?

A

versterken van pedagogische vaardigheden van de ouders of leerkrachten, mediatietherapie via ouders of leerkrachten of psycho-educatie aan de verschillenden belangrijke partners

20
Q

Hoe kunnen we de fysiek context aanpassen?

A

aanpassingen aan de infrastructuur, aanpassing in didactische activiteiten en onderwijsdoeleinden, gebruik van hulpmiddelen, enz