Réussir Dans La Vje Difficile Mots Flashcards
1
Q
Slagen/ het slagen
A
Réussir/ La réussite
2
Q
Verlaten
A
Quitter
3
Q
Omgeving ( met wie je omgaat)
A
L’entourage
4
Q
Een bekend persoon
A
Une personnalité publique
5
Q
Vooral
A
Avant tout
6
Q
Voor niets terugdeinzen
A
Ne reculer devant rien
7
Q
Verpletteren
A
Écraser
8
Q
Doorgaan, doorzetten
A
Aller de l’avant
9
Q
Zoveel
A
Autant de
10
Q
Een streven/ ambitie
A
Aspirations
11
Q
Vrijheid
A
La liberté
12
Q
Zelfstandigheid
A
L’autonomie
13
Q
Deel uitmaken van iets
A
Faire plaisir de quelque chose
14
Q
Slaap inhalen
A
Rattraper du sommeil
15
Q
Een verwittiging
A
Un avertissement