C'est Moins C'est Mieux Flashcards
de klimaatverandering / het klimaat
le changement climatique / le climat
broeikasgassen
des gaz à effet de serre
een laag
une couche
de warmte van de zon bewaren
garder la chaleur du soleil
de industriële revolutie
la révolution industrielle
een verhoging, stijging / verhogen , stijgen
une augmentation / augmenter
geconcentreerd
dense
de opwarming van de aarde veroorzaken / opwarmen
provoquer le réchauffement de la planète / réchauffer
het (water)peil van de oceanen
le niveau des océans
naar boven klimmen
grimper
zijn woning verlaten
quitter son logement
de regen
la pluie
de droogte
la sécheresse
een weerfenomeen (bv. onweer, sneeuw, zon ..)
un événement climatique
een tropische ziekte
une maladie tropicale
zich ontwikkelen
se développer
de woestijn / de verwoestijning
le désert / la désertification
aan terrein winnen, uitbreiden
gagner du terrain
een plantensoort / diersoort
une espèce végétale / animale
handelen, optreden, actie ondernemen
agir
de planeet behouden
préserver la planète
een daad stellen, een gebaar maken
poser un geste
dagelijks (adjectif / adverbe)
quotidien / quotidiennement
zijn ecologische voetafdruk verminderen
réduire son empreinte écologique
begrenzen
limiter
een gasuitstoot / uitstoten
une émission de gaz/ émettre
consumeren / de consumptie / een consument
consommer / la consommation / un consommateur
vernieuwbare energie
des énergies renouvelables
strijden tegen
Lutter contre
de renovatie / renoveren
la rénovation / rénover
bevoordelen, verkiezen, voorrang geven aan
privilégier
het openbaar vervoer
les transports en commun
deeltransport
les transports partagés
verspillen / de verspilling
gaspiller / le gaspillage
afval
des déchets
huishoud
ménager, ménagère
zich aanpassen aan
s’adapter à
vervangen door
remplacer par
produceren / een product
produire / un produit
een inwoner
un habitant
gebruiken
utiliser / employer
een drinkbus gebruiken in plaats van een plastic fles te kopen
utiliser une gourde au lieu d’acheter une bouteille en plastique
plakken
coller
een sticker
un autocollant
een brievenbus
une boîte aux lettres
besparen
économiser
vermijden om iets te doen
éviter de + infinitif
inpakken, verpakte voorwerpen, een verpakking
emballer, des objets emballés, un emballage
een pot(je), een doos(je), een container
un contenant = un récipient
herbruikbaar
réutilisable
een brooddoos
une boîte à tartines
de voeding
La nourriture/ l’alimentation
verspillen/de verspilling
gaspiller / le gaspillage
(in de vuilnisbak) gooien
jeter (à la poubelle)
een app
une application (une appli, une app)
een consument / consumeren
un consommateur / consommer
het dagelijks leven
la vie quotidienne
tweedehands kopen, een tweedehands kledingstuk
acheter seconde main, un vêtement DE seconde main
een stof
un tissu
stoffen die respectvol zijn voor het milieu
des tissus respectueux de l’environnement
met mate consumeren
consommer avec modération
op een meer ecologische manier cosumeren
consommer de façon plus écologique
een huishouden / gezin
un ménage
verstandig
raisonnable
lokaal
local
lokale voedingswaren
des produits alimentaires locaux
de verwarming lager zetten
baisser le chauffage
de TV uitschakelen in plaats van hem in stand-by te laten
débrancher la télé au lieu de la laisser en veille
een fabriek
Une usine (une ‘fabrique’ est un vieux mot)