psychose, persoonlijkheid - 4/4 Flashcards

Persoonlijkheidsmoeilijkheden

1
Q

Waarom zijn de zwangerschap en post-partum in het bijzonder extra kwetsbare periodes voor mensen met PS?

A

Door dingen als hechtingsstoornissen, geschiedenis van trauma, thema’s van ouder-kind zorg/bescherming/schade etc
Verhoogde stress en arousal: gedaald mentaliserend vermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een voorbeeld van herval in negatieve aannames over zelf-ander

A
  • Mijn verloskundige vindt mij een slechte moeder en wil mijn kind afnemen
  • Als mijn kind huilt, is dat om mij te pesten
  • Ik wil hem wel knuffelen, maar hij duwt me weg, dan moet hij ook niet denken da t ik hem meteen troost/voedt/ etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 dingen komen onder druk te staan door de herval in negatieve aannames over zelf-ander?

A
  • Moeder-kind interacties
  • Regulatie kind
  • Omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 gevolgen van gedaald mentaliseren rond zwangerschap

A
  • -> verhoogde impulsiviteit
  • snel wisselende emoties
  • snel wisselende seksuele contacten (hogere kans op tienerzwangerschap)
  • Middelenmisbruik, agressie, suïcidaliteit: risico foetus - kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 gevolgen gedaald mentaliseren op post-partum periode

A
  • Emotionele dysregulatie in het post-partum: ruzie, agressie
  • Onvoorspelbaarheid (ontwikkeling veiligheid en hechting kind…)
  • Weinig mogelijkheden interne wereld kind in te beelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 gevolgen van de weinige mogelijkheden om interne wereld van kind in te beelden

A
  • Inschatting behoeften, noden (lukt niet)
  • Hechting geraakt verstoord, affect-regulatie kind
  • Iets herhalen van band met eigen ouders (inner duality!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 taken van de hulpverlener

A
  • Niet té geïnvesteerd: voldoende neutraliteit en afstand mét betrokkenheid (anders red je het niet)
  • Nieuwsgierige, open bevraging van eigen beleving en die van het kind (samen mentaliseren en begrijpen)
  • Authentiek (!) aanmoedigen en bekrachtigen in sterktes, groei
  • Moeder (en vader) aanzetten tot spiegeling, vertering, affectregulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doe je als hulpverlener niet?

A

Zorg overnemen (zij zijn degene die het moeten gaan doen! Zij moeten het kind uiteindelijk opvoeden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly