Perinatale sterfte 1/4 Flashcards

Psychologie van parinatale sterfte

1
Q

Wat is de definitie van perinatale sterfte?

A

Overlijden van foetus/neonaat binnen de: 22w zwangerschap tot 7d/28d/4w na de geboorte

(Wanneer ‘perinataal’ eindigd verschilt nog wel per paper)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tussen welk 2 ‘soorten’ rouw kan er onderscheid gemaakt worden?

A

Grief -> intern
Mourning -> extern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is rouw?

A

Een reactie op verlies, het is verdriet, irritabiliteit, verstoord slaap/eetpatroon, verlangen naar de verlorene (+ boosheid vaak ook)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan er soms ook gebeuren bij rouw + welke twee mogelijke verklaringen zouden hiervoor gegeven kunnen worden?

A

Soms auditieve/visuele hallucinaties
- Object-dyade (samenvoeging jij-ander?)
- Fenomenologisch: intersubjectiviteit?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 stadia van rouw volgens Elisabeth Kübler-Ross

A
  • Ontkenning
  • Boosheid
  • Depressie
  • Onderhandeling
  • Acceptatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is belangrijk om te weten voor de stages of grief van Elisabeth Kübler-Ross?

A

Dat het eigenlijk niet stadia zijn die je altijd chronologisch doorloopt zoals het eerst werd gepresenteerd. Het loopt veel meer door elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 6 aspecten voor rouw en verwerking bij zwangerschap/perinataal

A
  • Rouwen vereist herinneren - herinnering aan kind dat nog niet was
  • Werkelijkheid onder ogen zien: vaak ongekende oorzaken
  • Confrontatie met overleden kind: in de tijd beperkt
  • Confrontatie erg alleen (ouders, soms grootouders): deelbaarheid
  • Verlies van wens en zelfwaarde
  • Incongruentie tussen ouders: geen gemeenschappelijke ervaring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly